Hoofdstuk 3 Paragraaf 1 De opkomst van de Islam

Tijdvak 3: Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 n C

!e kenmerkende aspect:
Opkomst en verspreding van de Islam
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tijdvak 3: Tijd van Monniken en Ridders 500-1000 n C

!e kenmerkende aspect:
Opkomst en verspreding van de Islam

Slide 1 - Tekstslide

Doelen voor deze les: 
• Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘Het ontstaan en verspreiding van de islam.’
• Je kan uitleggen hoe de islam ontstond.
• Je kan uitleggen hoe het Arabisch rijk werd uitgebreid.
• Je kan uitleggen hoe de Arabische samenleving en cultuur zich ontwikkelden.
• Je kan uitleggen hoe de islam later in andere gebieden werd verspreid.
• Je kan uitleggen waarom Mohammed belangrijk is voor de islam.
• Je kan de 2 groepen gelovigen binnen de Islam noemen.
• Je kan uitleggen waarom de Arabische veroveringen zo snel verliepen.
• Je kan uitleggen waarom de Arabische wereld toch verbonden bleef nadat het rijk zelf uit elkaar was gevallen.
• Je weet tot waar in de wereld, de islam verspreid werd.
• Je kan de 2 groepen gelovigen binnen de Islam noemen.
• Je kan uitleggen waarom de Arabische veroveringen zo snel verliepen.
• Je kan uitleggen waarom de Arabische wereld toch verbonden bleef nadat het rijk zelf uit elkaar was gevallen.
• Je weet tot waar in de wereld, de islam verspreid werd.

Slide 2 - Tekstslide

Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘Het ontstaan en verspreiding van de islam.’

Slide 3 - Open vraag

Leg uit wie Mohammed was.

Slide 4 - Open vraag

Het ontstaan van de islam
Islam: 
  • Allah (God) kiest Mohammed uit als zijn profeet. 
  • Mohammed is zowel geestelijk als wereldlijke leider.
  • Begin jaartelling moslims: Mohammed wordt uit Mekka gedreven naar Medina gedreven. (622 n.C.)
  • Vanuit Medina aanvaarden steeds meer moslims het gezag van Mohammed. 
  • Vanuit Medina wordt later Mekka verovert

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Noem een christelijk voorbeeld van een kalief.

Slide 7 - Open vraag

Uitbreiding van het Arabisch rijk
  • Na de dood van Mohammed kozen de belangrijkste Arabisch leider een opvolger. Deze werden kaliefen genoemd. 
  • Dit rijk wordt een kalifaat genoemd.
  • Deze kaliefen breiden het rijk langzaam uit. 
  • De moslims waren bezig met de Jihad. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Leg uit wat een Jihad was.

Slide 10 - Open vraag

Uitbreiding van het Arabisch
Jihad: 
  • In het begin: Innerlijke strijd om een goede moslims te zijn en de islam te verdedigen. 
  • Na de dood van Mohammed: De plicht om de islam te verspreiden, desnoods met geweld. 

Slide 11 - Tekstslide

Leg het verschil uit tussen soennieten en sjiieten.

Slide 12 - Open vraag

Uitbreiding van het Arabisch rijk 
Twee groepen: 
  1. Sjiieten: (Volgelingen) 
  2.  Soennieten. 

Slide 13 - Tekstslide

Uitbreiding van het Arabisch Rijk
Vanaf de 7e eeuw rukken de legers van de moslim tot:
  • In het oosten op tot aan Pakistan. 
  • In het westen via Noord-Afrika tot aan Spanje/Portugal. 

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit waarom het rijk van de moslims snel kon groeien.

Slide 15 - Open vraag

Uitbreiding van het Arabisch rijk
Oorzaken snelle verovering van de Arabieren: 
  • Byzantijns en Perzisch rijk waren verzwakt. 
  • Militair sterk. 
  • Verdeeldheid overwonnen en streden nu voor het geloof. 
  • Sommige volken bekeerden zich tot de islam en streden mee bij de veroveringen. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Noem 3 kenmerken van de Arabische wereld.

Slide 18 - Open vraag

Arabische samenleving en cultuur
Toch bleef de Arabisch wereld cultureel en economisch met elkaar verbonden, doordat: 
  1. Arabisch was de hoofdtaal. 
  2. Arabisch geschrift werd overal gebruikt. 
  3. Islam was het gezamenlijk geloof. 

Slide 19 - Tekstslide

Leg uit waarom de moslims tolerant waren tegenover christenen en joden.

Slide 20 - Open vraag

Moslims waren tolerant tegenover joden en christen omdat zij verwant waren aan het christelijk geloof.   
  1. Moslims name elementen over van een de Grieks-Romeinse cultuur. 
  2. Zij vertaalden Grieks boeken in het Arabisch. 
  3. Christelijke, Arabische en joodse wetenschapper onderzochten wiskunde, sterrenkunde, medicijnen en andere vakken. 

Slide 21 - Tekstslide

Verdere verspreiding Islam
Geleidelijk verspreidde de islam zich tot aan: 
  1. Afrika
  2. Bangladesh 
  3. Indonesië

In 1453 veroverde de moslims Constantinopel , waarmee het Byzantijnse rijk viel. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘Het ontstaan en verspreiding van de islam.’

Slide 24 - Open vraag

Aan de slag: Huiswerk
  • Maken paragraaf 3.1. 
  • Nakijken paragraaf 3.1. 
  • Leren leerdoelen 3.1. 

Slide 25 - Tekstslide