Les 6: Schoonmaak

Schoonmaak/Dienstverlening
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schoonmaak/Dienstverlening

Slide 1 - Tekstslide

Werken in de schoonmaak?

Slide 2 - Tekstslide

Schoonmaken in de praktijk
Waar kun je terecht?
  • een kantoorgebouw
  • een schoolgebouw
  • een ziekenhuis
  • een zorginstelling
  • een kinderdagverblijf
  • enzovoort

Slide 3 - Tekstslide

Schoonmaken 
Thuis bepaal je zelf:
wat je schoonmaakt
hoe je het schoonmaakt
hoe vaak je schoonmaakt

In de praktijk:
  • wat: verschillende gebouwen
  • hoe: je werkt met andere materialen
  • hoe vaak: is vastgelegd in een schoonmaakprogramma

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vaak wordt thuis de woonkamer schoongemaakt?

Slide 5 - Open vraag

De woonkamer
  • Wordt dan overal het stof weggehaald?
  • Worden dan alle meubels verplaatst?
  • Worden de vensterbanken leeggehaald?
  • Wordt dan ook alle spinrag weggehaald?

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
De Spaanse mopemmer.
Voor het reinigen van een vloertje thuis is deze mopemmer misschien voldoende.

  • Maar hij is wel heel onhygiënisch!
  • Hiermee verspreid je het vuil.

Slide 7 - Tekstslide

Deze materiaalwagen gebruik je voor het reinigen van kantoorruimten en dergelijke.
  
Alles wat je nodig hebt staat
op de wagen.

Dat is handig: je hebt gelijk alles bij je wat je nodig hebt.


Slide 8 - Tekstslide

Dubbele rolemmer-combinatie
Die gebruik je om vlakke en gesloten vloeren te moppen.

Voor de keukenvloer bij je thuis heb je deze niet nodig, maar wel voor een groot gebouw

Slide 9 - Tekstslide

Schoonmaken in de praktijk
  • In de praktijk leer je volgens een vaste route te werken.

  • De route is de volgorde waarin je schoonmaakt.

  • Als je een vaste route volgt, is de kans dat je iets vergeet kleiner.


Slide 10 - Tekstslide

Schoonmaken in een toilet
Het werken volgens een vaste route is in een toilet van nog groter belang.

  • Daar werk je van ‘schoon’ naar ‘vuil’.

Slide 11 - Tekstslide

Een aantal verschillen met het schoonmaken thuis en schoonmaken in de praktijk zijn:

  • Er wordt schoongemaakt op basis van afspraken: een ‘schoonmaakprogramma’.
  • Een schoonmaker moet volgens dat programma werken.
  • Wanneer het gebouw schoon is, dan heeft men recht op geld.

Slide 12 - Tekstslide

Een schoonmaakprogramma
Wat staat er in een schoonmaakprogramma?


  • Welke ruimten in het gebouw worden schoongemaakt.
  • Wat wordt schoongemaakt en op welke wijze.
  • Wat wordt elke dag schoongemaakt, één keer per week, één keer per maand of één keer per jaar.

Slide 13 - Tekstslide

Schoonmaken en tijd
De afspraken die in het schoonmaakprogramma staan, moet je in een tijd die daarvoor staat uitvoeren!

Een toilet in bijvoorbeeld 4 - 5 minuten.

Belangrijk is dat je leert om goed en snel schoon te maken.


Slide 14 - Tekstslide

Opleiding SVS op school!
In deze opleiding leer je hier op school hoe je moet werken bij het dagelijks onderhoud van een gebouw (Niveau 1 opleiding inclusief diploma!) Daarna mag je aan het werk in de schoonmaak!
  • Stofwissen
  • Stofzuigen / Werken met de rolveger
  • Enkelvoudig moppen
  • Interieuronderhoud
  • Sanitaironderhoud

Slide 15 - Tekstslide

Werken in de schoonmaak iets voor jou?

Slide 16 - Tekstslide