Cultuur

Cultuur
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Cultuur

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Even herhalen

wat is socialiseren ook alweer?  
het aanleren van waarden en normen.

Welke socialiserende instituties (wie zijn er van invloed op jou) zijn er?

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan ik...
Beschrijven aan de hand van drie voorbeelden wat cultuur is.
Uitleggen tot welke subculturen ik behoor. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur
  •  waarden
  •  normen
  •  gewoontes
  •  tradities
  •  feestdagen

Slide 4 - Tekstslide


Waarde= 1 woord
Norm= gedragsregel, uiting van een waarde
gewoonte= een handeling die je zo vaak doet dat hij gewoon is geworden.
traditie= een gewoonte die terug komt bij vaste gebeurtenissen
feestdag= het vieren van een gemeenschappelijke gebeurtenis.

beschuit met muisjes eten is dat een gewoonte, traditie of feestdag?
Dominante cultuur
Betekenis: de overheersende cultuur binnen een samenleving.

Dezelfde normen, waarden, feestdagen tradities en gewoonte.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 5 soorten subculturen
1.Generaties
  • Babyboomers
  • generatie X, generatie Y (=millenials) en generatie Z (zoomers, jullie!!!)
  • generatie Alpha

Slide 6 - Tekstslide

Generaties
Babyboomers: van 1941-1955
Generatie (ni)x:  1956-1970
Generatie y (millennials): 1986-2000
Generatie Z (Zoomers): 2001-2015
Generatie Alpha (google kids): 2016-2030
  Etnische subculturen
Een groep met een gemeenschappelijke afkomst (een bevolkingsgroep

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regionale subculturen
Elke regio (dat kan zijn per stad, dorp, buurt of provincie) hebben ook eigen cultuur kenmerken.

Slide 8 - Tekstslide

Sinte Maarten wordt alleen in het noorden gevierd, in het zuiden weten zij niet eens wat dat is.
Religieuze subculturen
Religie betekend Godsdienst.

Slide 9 - Tekstslide

je hebt grote godsdiensten: christendom, jodendom, islam, hindoeïsme, boeddhisme.

maar ook kleine godsdiensten die vaak onder de grote vallen maar je hebt ook losse:
wicca's (heksen)
het vliegend spagetti monster
Jeugdculturen
groepen jongeren die zich van hun ouders en andere groepen onderscheiden met eigen muziek, kleding, straattaal en omgangsvormen. 

Slide 10 - Tekstslide

Vroeger had je hippies, provo's, nozems 

nu vooral gamers, veganisten, skaters, nerds.
Cultuuroverdracht
Cultuur wordt overgedragen, cultuur is dus aangeleerd. 
Socialiserende institiuties doen aan cultuuroverdracht.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip wordt er bedoelt:
"Het leren je te gedragen zoals de omgeving van je verwacht."
A
Socialiseren
B
Gewoontes
C
Aangeleerde eigenschappen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Noord-Holland wordt Sint Maarten gevierd, in de rest van Nederland niet. Dat is een...
A
Religieuze subcultuur
B
Etnische subcultuur
C
Regionale subcultuur

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De waarde 'niet discrimineren' is een onderdeel van...
A
de dominante cultuur
B
een subcultuur

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze opties is een traditie?
A
Eieren verven tijdens Pasen
B
Elfstedentocht
C
Kaarsjes uitblazen op jouw verjaardag
D
Fietsen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 1 waarde (dus in 1 woord) die voor jou heel belangrijk is.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Kan ik nu....
Beschrijven aan de hand van drie voorbeelden wat cultuur is?
Uitleggen tot welke subculturen ik behoor?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de opdrachten:
1 t/m 6

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies