BS 5 en 6: Mitose en meiose
Een eicel heeft geen celkern
A
Waar
B
Niet waar
1 / 15
Onderdelen in deze les
Een eicel heeft geen celkern
A
Waar
B
Niet waar
Slide 1 - Quizvraag
Er vindt celdeling plaats om zaadcellen te maken. Is dit mitose of meiose.
A
Mitose
B
Meiose
Slide 2 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen mitose en meiose?
A
Bij mitose worden geslachtscellen gemaakt
B
Bij meiose worden geslachtscellen gemaakt
Slide 3 - Quizvraag
Door welke celdeling is de eicel ontstaan?
A
Mitose
B
Meiose
C
Gewone celdeling
Slide 4 - Quizvraag
Deze zaadcel bevat 23 chromosomen.
Bij welke deling is deze zaadcel ontstaan?
Bij welke deling is deze zaadcel ontstaan?
A
Mitose
B
Meiose
Slide 5 - Quizvraag
Waar vindt de mitose plaats in ons lichaam?
A
Alleen in de huid
B
Overal in het lichaam
C
Overal in het lichaam, niet in eierstok en teelbal
D
In de eierstokken en in de teelballen
Slide 6 - Quizvraag
Is de deling van een bevruchte eicel een gewone celdeling of een reductiedeling?
A
gewone celdeling
B
reductiedeling
Slide 7 - Quizvraag
Hier zie je twee cellen weergegeven
die door celdeling zijn ontstaan
uit een behandelde eicel.
Hoe heet zo’n celdeling?
die door celdeling zijn ontstaan
uit een behandelde eicel.
Hoe heet zo’n celdeling?
A
mitose
B
meiose
C
dat kan je niet weten
Slide 8 - Quizvraag
Er vindt celdeling plaats om zaadcellen te maken. Is dit mitose of meiose
A
Mitose
B
Meiose
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Video
Er vindt celdeling plaats om spiercellen te maken. Is dit mitose of meiose
A
Mitose
B
Meiose
Slide 11 - Quizvraag
Mitose
Meiose
gewone celdeling
reductiedeling
46 --> 46 + 46
46 --> 23 + 23
in de geslachtscellen
in alle andere cellen
chromosomen verdubbelen
Slide 12 - Sleepvraag
Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde:
1
2
3
4
5
6
Slide 13 - Sleepvraag
Voortplanting waarbij twee geslachtscellen samenkomen, noemen we.....
A
Mitose
B
Meisose
C
Geslachtelijke voortplanting
D
Ongeslachtelijke voortplanting
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel chromosomen zitten er in onze lichaamscellen?
A
44
B
46
C
48
D
92
