7. Water in Nederland

7. Water in Nederland
Waar zie je invloed van het water in NL en hoe zien de landschappen eruit?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7. Water in Nederland
Waar zie je invloed van het water in NL en hoe zien de landschappen eruit?

Slide 1 - Tekstslide

- Terugkerende thema's bij water in NL in 3 examens


1. Verschil in kwaliteit drinkwater rivieren in de zomer en winter én welke maatregelen hiervoor genomen kunnen worden. 

-Verschil in kwaliteit grondwater oost en west Nederland. 

-. Welke maatregelen kunnen er genomen worden om wateroverlast tegen te gaan. Wat doen de waterschappen? 

-  Korte en lange waterkringloop (proces) 
Condensatie, infiltratie etc etc. 

- Debiet en regiem van Rijn en de Maas. 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen deze les

7.1: 


Leerdoelen Volende les

Examenopgaven

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen van deze lessen
NAP, sedimentatie, riviermonding, delta,komgrond,oeverwal,winterdijk, zomerdijk,uiterwaarden

Slide 4 - Tekstslide

Laag Nederland:
Ligt lager dan 1M boven NAP

Zee speelt grote rol bij ontstaan van het landschap. 
______________________________________________
Hoog Nederland:
Ligt hoger dan 1M boven de zeespiegel.

Rivieren en beken voeren water af naar de zee.  Meer neerslag dan er verdampt.

Slide 5 - Tekstslide

Hier zijn de openingen gesloten --> ontstaat moeras en veen gebied. 
Hier zijn de openingen niet gesloten--> Zout water kan nog toetreden, geen veen grond, maar wel zeeklei gebied.  Kleideeltjes zakken naar de bodem : Sedimentatie

Slide 6 - Tekstslide

Moerassen en veen
  • Duinen werden steeds langer en breder. De eilanden langs de kust van Noord- en Zuid-Holland groeiden daardoor aan elkaar. 
  • In het gebied achter de duinen ontstonden zoetwatermoerassen met waterplanten en riet.

Slide 7 - Tekstslide

- Het deel gelijk naast de rivier noem je een oeverwal (zand).
- Naast de oeverwal heb je komgronden (klei) die gunstig zijn voor de landbouw.

Delta 
Wat: gebied met vertakkingen van een rivier die in zee uitkomen. 

Waar: In NL in zee. 

Hoe: 
1. Rivier neemt slib mee. 
2. Stroomsnelheid neemt af dus slib blijft liggen. 
3. Een slib stroomt dicht en ontstaat een nieuwe aftakking. 


Land aan rivieren

Slide 8 - Tekstslide

- Het deel gelijk naast de rivier noem je een oeverwal (zand).
- Naast de oeverwal heb je komgronden (klei) die gunstig zijn voor de landbouw.

Komgrond en oeverwallen

In het midden stroomt een rivier het snelst.

Aan de zijkant van een rivier vindt sedimentatie plaats > oeverwal

Het lage gebied naast de rivier noemen we komgronden.



Land aan rivieren

Slide 9 - Tekstslide

Doorsnede 
Welk materiaal?
zwaarste deeltjes zoals zand zakken als eerst naar de bodem dicht bij de rivier. 
Verder van rivier stroomt water nog langzamer. Heel fijne kleideeltjes zakken naar de bodem. 

Slide 10 - Tekstslide

    onderdelen rivierenlandschap

Slide 11 - Tekstslide

lage dijk dicht bij de rivier. Zomerdijken houden alleen  het water tegen in de zomer. 
Gebouwd op hoogste deel van de oeverwal. 

Slide 12 - Tekstslide

Het Rivierenlandschap: 
Teken na. 
Oeverwal
Komgrond

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag:

Maken werkboek opdracht : 
VO CONTENT: 
Water in NL 
 
Met je boek erbij maken

Slide 14 - Tekstslide