Year 4 examentraining 1

Examentraining Leesvaardigheid Year 4
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Examentraining Leesvaardigheid Year 4

Slide 1 - Tekstslide

Het recept om de antwoorden te vinden
- Signaalwoorden

-Woordenschat

-  Vraagsoorten

- Oefenen, oefenen, oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag oeenen
TIP 1:   Let op signaalwoorden en kernzinnen
TIP 2:   Zorg voor een grote woordenschat
TIP 3:   Kijk films en documentaires in het Engels
TIP 4:   Lees zo veel mogelijk Engelse teksten
TIP 5:   Gebruik je woordenboek verstandig
TIP 6:  Denk om de 5 regels hoe je een leestekst aanpakt

Slide 3 - Tekstslide

Woordenboek

  • Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden.

  • Bekijk of het woord op een ander woord lijkt.
  • Zoek het basiswoord. (slow ipv slowly, extend ipv extended)
  • Let op :Er staan vaak meerdere betekenissen. 
  • Oefen met het woordenboek dat je op je examen gaat gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

!
Zorg dat je de vragen goed begrijpt.
Gebruik ook hier je woordenboek voor.

we gaan dit nu oefenen met een aantal vragen

Slide 5 - Tekstslide

How does the writer introduce the topic?
A
Hoe stelt de schrijver zich voor?
B
Hoe introduceert de schrijver zichzelf?
C
Hoe introduceert de schrijver het onderwerp?
D
Hoe schrijf je een introductie?

Slide 6 - Quizvraag

What does the word refer to?
A
Waar wijs je naar?
B
Waar verwijst het woord naar?
C
Wat betekent het woord wijzen?
D
Wat doet het woord verwijzen daar?

Slide 7 - Quizvraag

What can be concluded in paragraph 3 and 4?
A
Welke conclusie wordt er gemaakt?
B
Welke conclusie wordt er duidelijk in alinea 3 en 4?
C
Is dat de conclusie van de tekst?
D
Wat is de conclusie?

Slide 8 - Quizvraag

What becomes clear in line 17?
A
Dat is duidelijk regel 17.
B
Wie schreef regel 17?
C
Wat wordt er duidelijk in regel 17?
D
Regel 17 lijkt mij duidelijk.

Slide 9 - Quizvraag

What is mentioned about dogs?
A
Wat is er met honden?
B
Hoe worden honden vaak genoemd?
C
Hoe noem je een hond?
D
Wat wordt er gezegd over honden?

Slide 10 - Quizvraag

What is the main point of paragraph 5?
A
Wat is het belangrijkste punt in alinea 5?
B
Wat is het punt van alinea 5?
C
Welk punt wordt niet gemaakt in alinea 5?
D
Is dat het punt van alinea 5?

Slide 11 - Quizvraag

Soort vragen
  • meerkeuzevragen
  • open vragen
  • gatenteksten


  • juist/onjuist vragen
  • zoek/citeer vragen

Slide 12 - Tekstslide

Meerkeuze vragen

  • Let op de eerste en laatste zin van de alinea. ( vaak de hoofdgedachte). 
  • Let op signaalwoorden, zoals but, however, and etc. 
  • Wat is je eigen antwoord? 
  • Kies het antwoord wat het dichtste bij je eigen antwoord ligt. 
  • Onderstreep het gedeelte dat overeenkomt met jouw gekozen antwoord. 
  • Komt  het onderstreepte tekstgedeelte overeen met je antwoord? 
  • Als je het antwoord niet weet. Streep foute antwoorden weg.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Which of the following is true according to paragraph 1?
A
Local authorities are unable to employ enough professional dog carers.
B
Professional dog walkers will no longer be admitted on the heath.
C
The times that dogs are allowed on the heath cause frustration.
D
Visitors are concerned about the large numbers of dogs on the heath.

Slide 15 - Quizvraag

Which of the following is in line with the main idea of paragraph 4?
A
A country’s economy is dependent on its culture.
B
Cultural diversity should preferably be preserved.
C
Local cultures are readily sacrificed in the quest for profit.
D
The significance of cultural differences is underestimated.

Slide 16 - Quizvraag

What is the point made in paragraphs 1 and 2?
A
In the past the male Y chromosome used to be more substantial.
B
Men are hardly able to cope with challenges of their male pride.
C
Procreation may one day be realised without male participation.
D
The male physique is deteriorating at an alarming pace.

Slide 17 - Quizvraag

Work to do
Start with practice exam CITO 2012. Do this by yourself, use a dictionary if needed. We will work on this exam until it's finished.


Slide 18 - Tekstslide