A1 Film - die dritte Sendung

1 / 19
volgende
Slide 1: Interactive video met 17 slides
DuitsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

17

Slide 1 - Video

22:36

Voor welke gelegenheid wordt het feest gegeven?
A
Navin is jarig, het is een verjaardag
B
Navin gaat weg, het is een afscheidsfeest
C
Navin is er nieuw komen wonen, het is een welkomstfeest
D
Om Marco zijn tante te vinden

Slide 2 - Quizvraag

23:05
Der Kölnerdom ist ein Sehenswürdigkeit in Köln. Was ist ein Sehenswürdigkeit?
A
bezienswaardigheid
B
kerk
C
bisdom
D
stad

Slide 3 - Quizvraag

23:16
Er worden drie landen genoemd. Wat hebben deze landen met elkaar gemeen?

Slide 4 - Woordweb

23:59
Das Brandenburger Tor ist eine Sehenswürdigkeit in Berlin. Was ist eine Sehenswürdigkeit?

Slide 5 - Open vraag

27:08
Wat zou een titel voor dit spel kunnen zijn?
A
einfach essen gewoon eten
B
Welches Gericht gehört zu welchem Land? Welk gerecht hoort bij welk land?
C
Was ist dein lieblingsessen? Wat is jouw lievelingseten?
D
Was magst du nicht? Wat lust je niet?

Slide 6 - Quizvraag

27:50
Was erzählt Lisa?
A
Das die Leute aus verschiedene Länder herkommen
B
Dat de mensen uit verschillende landen komen
C
Das Nico verschiedene Sprachen spricht
D
Dat Nico verschillende talen spreekt

Slide 7 - Quizvraag

28:09
Wat is er met Selma aan de hand?

Slide 8 - Woordweb

28:28
Welke talen spreekt Nico?

Slide 9 - Woordweb

29:04
Het probleem lijkt opgelost want...
A
Iemand heeft geantwoord op de post en weet waar de tas is.
B
Iemand heeft geantwoord op de post en weet waar de fietsenwinkel van Jara is.
C
Iemand heeft geantwoord op de post en wil Nico bedanken dat de tas gevonden is
D
Iemand kent tante Jara persoonlijk

Slide 10 - Quizvraag

29:34
Was ist Lisa von Beruf?
A
Lehrerin
B
Polizist
C
Schülerin
D
Lehrer

Slide 11 - Quizvraag

30:27
was heißt 'buchstabieren'?
A
spellen
B
het bord
C
de tafel
D
een boek schrijven

Slide 12 - Quizvraag

30:28
Was ist die Übersetzung für 'die Tafel?'
A
de spelling
B
het bord
C
de tafel
D
de letters

Slide 13 - Quizvraag

31:41
Even paar lastige woorden...
der Bewerber = de sollicitant
mieten = huren 
kaufen = kopen
heute = vandaag

Slide 14 - Tekstslide

32:15
Lisa: Hast du ein Stift?
Nico: Nein, (vertaal: ik heb geen stift)

Slide 15 - Open vraag

32:21
ein Zettel=
A
een bank
B
een zetel
C
een papiertje
D
een pen

Slide 16 - Quizvraag

32:46
Welk woord heb je niet gehoord?

A
der Bewerber = de sollicitant
B
mieten = huren
C
kaufen = kopen
D
heute = vandaag

Slide 17 - Quizvraag

Welche neue Wörter hast du heute gelernt?

Slide 18 - Woordweb

Gut gemacht! 

Slide 19 - Tekstslide