§5.1 Agrarische en demografische revolutie | Les 1

Wat gaan we doen?
bespreken: grote veranderingen in Engeland
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
bespreken: grote veranderingen in Engeland

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§5.1 Agrarische en demografische revolutie
Deze les: 
- Tegen verspilling
- Enclosures
Agrarische revolutie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees:
Van paragraaf 5.1 de alinea's: "Tegen verspilling, Enclosures & Agrarische revolutie"

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent agrarisch?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jethro Tull
Jethro Tull bedacht verbeteringen in de landbouw. 
Dit vond hij nodig omdat er veel zaden werden verspilt. 
Er werd nog met de hand gezaaid waardoor er veel zaden verloren gingen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verbeteringen voor de landbouw bedacht Jethro Tull?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke problemen waren er ontstaan door de komst van landbouwmachines?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De twee soorten fields
Open Fields: Kleine stukken akkers waar iedere boer een paar stroken van bezat. (versnipperde landbouwgrond) 

Common Fields: Gemeenschappelijke stukken bos en weilanden. Landarbeiders en keuterboeren mochten gebruik maken van dit veld. Het doel was eten hebben voor jezelf en dieren om te overleven!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enclosure Acts
De Engelse Regering stelde een wet in waarmee de gemeenschappelijke eigendommen geprivatiseerd en herverklavert/herverdeeld konden worden.
Common fields en open fields verdwijnen en worden privebezit. Zo krijgen veel groot grondbezitters het voor het zeggen!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De open of common fields bleken een probleem voor de nieuwe landbouwmachines, welke redenen kun je hierbij noemen?
A
Elke boer had hier grond voor eigen gebruik en landarbeiders, keuterboeren gebruikten ze voor vee en wintervoer.
B
Elke boer had hier grond voor eigen gebruik. Landarbeiders en keuterboeren konden bij hen vlees en wintervoer kopen.
C
Common fields waren grote weilanden, bossen die eigenlijk alleen maar werden gebruikt voor vermaak en brandhout.
D
Common fields waren grote weilanden, bossen die door de dorpsbewoners gemeenschappelijk worden gebruikt.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de Enclosure Acts? En waarom werden ze gemaakt

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De gevolgen van de enclosures en enclosure acts waren dat er grootschalige en daardoor efficiëntere landbouw kwam. Kleine boeren hadden geen werk meer en vertrokken naar de stad.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De nieuwe landbouwmachines die uitgevonden werden waren groot, duur en alleen geschikt voor grote stukken grond.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een Open field?
A
Een stuk grond waar nooit iets groeit
B
Akkerland waar boeren kleine stroken van bezaten
C
Grote akkers
D
Commonfields

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Common Fields
A
Een veld voor verlichtingsdenkers
B
Akkerland waar boeren kleine stroken van bezaten
C
Gemeenschappelijke weilanden en bossen
D
Open fields

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het als één iemand gemeenschappelijke goederen koopt voor zijn privé situatie?
A
Privatiseren
B
Privedelen
C
Piratiseren
D
Egoïsme

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een revolutie?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

opdrachten
havo 20/21/22/26/27/28
vwo 30/32/33/34/35/37/40/41/42

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zouden we in deze periode spreken van een Agrarische Revolutie? Geef 3 voorbeelden

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen
De transportrevolutie 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen
Aan het einde van de les weet je 
wat de transportrevolutie was
wat door oorzaken en gevolgen van de transportrevolutie waren
weet je wat verschillende soorten oorzaken en gevolgen zijn

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht  maken 18/19/22/23/24/25

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transportrevolutie
De opkomst en explosieve groei van zowel het gebruik van de nieuwe vervoersmiddelen als de aanleg van de bijbehorende infrastructuur aan wegen, spoorwegen en waterwegen vanaf het begin van de 19de eeuw wordt door veel historici een transportrevolutie genoemd

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door de transportrevolutie kunnen grote hoeveelheden over land worden vervoerd

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transportrevolutie
  • verbeteren landwegen en aanleggen kanalen: verspreiden producten
  • doorgaande tolwegen door hele land
  • opbrengst tol: onderhouden van wegen
  • eerste gebruik van asfalt op wegen
  • nieuw kanalennetwerk
  • aanleg spoorlijnen
  • Demografische revolutie: door landbouw- en transportrevolutie kwamen er steeds meer mensen 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Vanaf 1850 groei voedselproductie door kunstmest en mechaniseringGevolg=> meer en betere kwaliteit van het voedsel ook in de steden. 

  • Transportrevolutie: betere wegen, aanleg van kanalen en spoorwegen konden er gemakkelijker en sneller grondstoffen, producten en voedsel in de steden worden afgezet. 

  • Gevolg: specialisatie landbouw en urbanisatie.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen
De transportrevolutie had grote gevolgen:

  • Mensen van het platteland konden nu op andere plekken komen.
  • Gebruik van treinen, trams en fietsen
  • Mensen konden nu makkelijker grote afstanden reizen
  • Economisch: Goederen werden sneller en in grotere hoeveelheden   vervoerd waardoor handelsvolume toenam. Ook bederfelijke waar kon nu over grotere afstanden vervoerd worden.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom was steenkool zo belangrijk?
  1. Aandrijven van stoommachines 🚂⚙️
  2. Transport (stoomlocomotieven)🚢
  3. IJzer- en staalproductie (machines, spoorwegen en bruggen) 🏭
  4. Verwarming en energie 🔥

Slide 29 - Tekstslide

1. Aandrijven van stoommachines
• James Watt’s verbeterde stoommachine (1769) gebruikte steenkool om water te verwarmen.
• De opgewekte stoom zette machines in fabrieken in beweging.
• Hierdoor konden fabrieken overal staan, niet alleen bij rivieren (zoals bij watermolens).
2. Transportrevolutie 
• Stoomlocomotieven gebruikten steenkool om stoom op te wekken → ontstaan van spoorwegen.
• Stoomschepen maakten reizen sneller en efficiënter.
• Snellere transportmogelijkheden betekenden goedkopere handel en snellere communicatie.
3. IJzer- en staalproductie 
• Steenkool werd omgezet in cokes, een brandstof die nodig was om ijzererts te smelten.
• Dit zorgde voor de productie van sterker ijzer en later staal, wat nodig was voor machines, spoorwegen en bruggen.
4. Verwarming en energie 
• Steenkool werd in huizen en fabrieken gebruikt als warmtebron.
• Het werd ook gebruikt voor gaslampen in steden, voordat elektriciteit algemeen beschikbaar werd.

Leg uit of deze bron past
bij de periode voor of na de
transportrevolutie 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was de belangrijkste oorzaak voor de transport revolutie in Engeland in de 18e eeuw?
A
Verhoging van belastingen op transport
B
De ontwikkeling van stoommachines
C
Beperkingen op handelsroutes
D
Ontdekking van nieuwe zeewegen

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Demografische revolutie
  • Door de agrarische revolutie en transportrevolutie steeds meer voedsel naar Engelse bevolking.
  • + verbetering medische zorg en aandacht voor hygiëne.
  • --> Tussen 1750 en 1850 stijgt het aantal inwoners van 6 naar 18 miljoen.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

soorten oorzaken en gevolgen
korte en lange termijn gevolgen: gevolg op korte termijn is vrijwel direct merkbaar, op lange termijn pas veel later
bedoelde en onbedoelde gevolgen: door de actie is een bepaald doel te bereiken maar er kan nog meer gebeuren (onbedoeld)
directe en indirecte oorzaken: treed direct in, zonder tussenstap, indirect gebeurt later, na een tussenstap



Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor voelen mensen zich meer met elkaar verbonden?
INDUSTRIËLE
REVOLUTIE
TRANSPORT
REVOLUTIE

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdrachten
opdracht 27/29/30/31/34/35

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies