Schrijfvaardigheid 5 Vwo: Les 1

Leerdoelen (Lernziele):
  1. Je kunt qua woordvolgorde kloppende zinnen maken.
  2. Je kent de meest voorkomende zinsconstructies om je mening te geven.
  3. Je kunt je eigen mening geven en deze beargumenteren.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen (Lernziele):
  1. Je kunt qua woordvolgorde kloppende zinnen maken.
  2. Je kent de meest voorkomende zinsconstructies om je mening te geven.
  3. Je kunt je eigen mening geven en deze beargumenteren.

Slide 1 - Tekstslide

Typische Fehler
  • Wortreihenfolge/Wortstellung (Verb Haptsatz, Nebensatz)​
  • Das/dass​
  • Wann/wenn​
  • Aber/sondern​



Slide 2 - Tekstslide

Woordvolgorde hoofdzin(Wortfolge Hauptsatz)
1. o.t.t. + o.v.t.
Ich beginne mit dem Unterricht. (ond-pv) en Am Montag beginne ich mit dem Unterricht. (pv-ond)
Ich fange mit dem Unterricht an. (ond-pv, maar voorvoegsel achteraan) en Am Montag fange ich mit dem Unterricht an. (pv-ond, maar voorvoegsel achteraan)
Ich begann mit dem Unterricht. (ond-pv)
Ich fing mit dem Unterricht an. (ond-pv, maar voorvoegsel achteraan)

2. v.t.t.
Ich habe mit dem Unterricht begonnen. (ond-pv en volt. deelwoord achteraan)
Ich habe mit dem Unterricht angefangen. (ond-pv en volt. deelwoord achteraan)


Slide 3 - Tekstslide

Woordvolgorde bijzin (Wortfolge Nebensatz)
1. o.t.t. + o.v.t. +v.t.t. sterke en zwakke werkwoorden + haben/sein
Ihr sollt leise sein, weil ich mit dem Unterricht beginne/anfange/begann/anfing/begonnen habe/angefangen habe. (na voegwoord onderwerp en persoonsvorm helemaal achteraan.)

2. o.t.t. + o.v.t. modale hulpwerkwoorden (dürfen, können, mögen, müssen, sollen, wollen en wissen) 
Ihr sollt leise sein, weil ich mit dem Unterricht beginnen/anfangen will/wollte.


Slide 4 - Tekstslide

Let op!
1. Controleer met name bij bijzinnen het onderwerp. --> Omdat het onderwerp en de persoonsvorm ver uit elkaar kunnen staan, weet je soms aan het eind van de zin niet meer, wat ook alweer het onderwerp is.

2. In de meeste gevallen geldt: D=NL

Slide 5 - Tekstslide

Maak een correcte zin, let hierbij op de vervoeging van het werkwoord :
Ich / teilnehmen / am Fernunterricht

Slide 6 - Open vraag

Maak de bijzin kloppend. Schrijf in je antwoord de hele zin op.

Es macht mir Spaß, dass am Fernunterricht teilnehmen ich.

Slide 7 - Open vraag

Verbind de volgende zinnen met het voegwoord 'obwohl', zodat een logische zin ontstaat.

Ich bin krank. Ich nehme am Fernunterricht teil.

Slide 8 - Open vraag

Herbert kann nicht schlafen. - weil - Er hat große Probleme.

Slide 9 - Open vraag

Laura wollte Bert nicht heiraten. - obwohl - Sie liebte ihn sehr.

Slide 10 - Open vraag

Lea fängt an zu weinen. - wenn - Walter ärgert seine kleine Schwester.

Slide 11 - Open vraag

Meer oefenen?
Klik hier en hier voor meer uitleg.

Klik hier en hier voor meer oefeningen.

Slide 12 - Tekstslide

Schreibaufgabe: Meinungen äußern
-Ich finde/denke/glaube, dass .... (ik vind/denk/geloof, dat)
-Ich bin der Meinung, dass .... (Ik ben van mening, dat)
-Meiner Meinung nach ... (Volgens mij)

--> Let op woordvolgorde!

Slide 13 - Tekstslide

Meinungen äußern Beispiele
  • Ich bin der Meinung, dass… – Ich bin der Meinung, dass man Kindern schon früh den Umweltschutz näherbringen sollte.
  • Meiner Meinung nach [Verb] … – Meiner Meinung nach ist die Vermeidung von Abfällen ein wichtiger Teil des Umweltschutzes.
  • Ich bin mir sicher, dass… – Ich bin mir sicher, dass das Umweltbewusstsein auch in anderen Ländern zunehmen wird.
  • Ich bin davon überzeugt, dass… – Ich bin davon überzeugt, dass wir alle mehr Fahrrad fahren sollten
  • Ich glaube, dass… – Ich glaube, dass man mehr Produkte aus seiner Region kaufen sollte.
  • Ich finde, dass… – Ich finde, dass man seinen Müll nicht einfach auf die Straße werfen sollte.

Slide 14 - Tekstslide

Idioom openingszin: dat je een commentaar / mening wil geven 


  • Ich möchte gern(e) meine Meinung über das Thema ...... äußern.​
  • Ich möchte gern einen Kommentar/Beitrag zum Thema ..... schreiben.​


Slide 15 - Tekstslide

Idioom kern/argumenten: voor- en nadelen noemen​
  • Ich möchte gern(e) Vorteile hierfür nennen. Einige Vorteile für diese Ent-wicklung sind z.B. Strom sparen und weniger Geld ausgeben.​
  • Es gibt auch Nachteile. Diese sind z.B. ein große Umweltbelastung und ​   Aufwand. ​
  • Es gibt auch einen Nachteil, nämlich....​
  • Außerdem wäre es schade für die Umwelt.​
  • ...






Slide 16 - Tekstslide

Idioom slot: hoop dat je bericht leuk is 
  • Ich hoffe, dass mein Kommentar interessant ist/war. ​
  • Ich hoffe, dass du meinen Kommentar interessant findest/fandest. ​
  • Das war mein Kommentar. Ich hoffe, dass er dir gefallen hat.​
  • Bei Fragen stehe ich gern zur Verfügung.​
  • Wenn du Fragen hast, schreib mir einfach. Ich melde mich gern noch einmal.​




Slide 17 - Tekstslide

Hoe zou je jouw bericht afsluiten?
A
Ich danke dir fürs Lesen.
B
Ich hoffe, dass dieser Brief euch gefällt.
C
Gerne höre ich, wie ihr über dieses Thema denkt.
D
Was haltet ihr von dem Thema '........' . Gib mir Bescheid.

Slide 18 - Quizvraag

Ga nu aan de slag met je eerste schrijfopdracht
AB Seite 95 
Aufgabe 31

Verwende 150 Wörter

Slide 19 - Tekstslide

Oefenopdracht inleveren
Lever je eerste oefenopdracht in 
(uiterlijk op maandag 20 februari)

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen bereikt?
  1. Je kunt qua woordvolgorde kloppende zinnen maken.
  2. Je kent de meest voorkomende zinsconstructies om je mening te geven.
  3. Je kunt je eigen mening geven en deze beargumenteren. 

Slide 21 - Tekstslide