1.3 Patronen: de culturele wereldkaart

1.3 Patronen: de culturele wereldkaart

H1 Wereldbeeld
Domein Wereld
H4

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.3 Patronen: de culturele wereldkaart

H1 Wereldbeeld
Domein Wereld
H4

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • De huidige culturele wereldkaart kunnen verklaren 
  • Veranderingen in die wereldkaart kunnen uitleggen en/of voorspellen

Slide 2 - Tekstslide

Cultuurgebieden

Slide 3 - Tekstslide

Cultuurelementen
  • Verstand
  • hoe met elkaar samenleven
  • materiële kenmerken

Slide 4 - Tekstslide

Op basis van welke cultuurelementen is deze verdeling gemaakt? 

Slide 5 - Tekstslide

Staat deze verdeling vast?

Slide 6 - Tekstslide

Taal en Godsdienst

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wereld-godsdiensten
Wereldwijd nog steeds een grote rol
  • Verspreiding vanuit brongebieden gezamenlijk met taal, wetenschap etc. 
  • centrum -> periferie
  • nu periferie -> centrum

Slide 9 - Tekstslide

Taal
Taal geeft cultuur door

Wereldwijde gemeenschappelijke taal van belang
(lingua franca) 

Slide 10 - Tekstslide

Cultuur verspreiden

Slide 11 - Tekstslide

Beïnvloeding van cultuur:
Diffusie: verspreiding van een ruimtelijk verschijnsel/cultuurelement

Cultuurmenging/acculturatie: cultuurelement wordt aangepast aan de bestaande cultuur

Slide 12 - Tekstslide

Diffusie door:
  • kolonialisme
  • internationale migratie
  • moderne communicatie
  • internationale handel
  • toerisme

Slide 13 - Tekstslide

Diffusie op schaalniveau
Mondiaal: verwestersing
Nationaal: van ene land naar andere
Regionaal: stad -> platteland

Voorbeelden?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Trends
Homogenisering


Heterogenisering
--> verharding 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten

Maak 
Hoofdstuk 1
§ 3

Opdr. 1 t/m 5

Slide 18 - Tekstslide

Opdrachten
Maak (af) Hoofdstuk 1

§2: opdr. 1 t/m 6
+
§3: Opdr. 1 t/m 5
Hoofdvragen 1.1 t/m 1.3

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Opdrachten

Maak 
Hoofdstuk 1
Examentraining

Opgave 1 & 2

Slide 29 - Tekstslide

Opgave 1 - Turkije
1. Het oostelijk deel.   

GB 123H/GB 131H. Het oosten is het armste deel van Turkije.  
GB 123E/GB 131E. Het oosten heeft een vertrekoverschot. Dat duidt op een lagere welvaart.  

GB 123F/GB 131F. In het oosten werkt nog een groter deel van de bevolking in de landbouw.  

2.
De Indiase bevolking spreekt goed Engels. Dat is nodig om klanten uit de VS en Groot-Brittannië te  woord te kunnen staan. In Nederland wonen veel Turken die goed Nederlands spreken. Zij kiezen er soms voor te gaan werken in Turkije.  

3. Regel B. Hierin is rekening gehouden met de koopkracht. Een dollar is in het armere Indonesië met  zijn lagere prijzen veel meer waard dan in Turkije.  


4. GB 123D en E/GB D en E  

5. De Koerden wonen verspreid over vier staten. Deze landen zullen nooit toestaan dat er op hun  grondgebied een nieuwe staat wordt gevormd.  





6


De vrouwen zijn niet gesluierd en dragen ook geen hoofddoek. Istanbul ligt het dichtst bij Europa en is


er cultureel sterk door beïnvloed.

Slide 30 - Tekstslide

Opgave 2 - Indonesië
7.
Natuurlijk. bijvoorbeeld: vrij vlak gebied, gelegen in de delta van een rivier dus de bodem is vruchtbaar  en er is water beschikbaar.   

Geografisch: ligt gunstig /is goed bereikbaar ten opzichte van het hoofdeiland Java  

8. Java is zeer dicht bevolkt zoals je ziet op GB 157A/GB 161A (oorzaak). Hier is geen ruimte voor  grootschalige plantages (gevolg).  


9.  De Balinezen hebben een andere religie/cultuur dan de oorspronkelijke bewoners en de Javanen.  

10. Afstand (tot Bali en Turkije) en het welvaartsniveau in die landen.  

11. Indonesië is een Nederlandse kolonie geweest en Turkije niet. Dat zie je aan de naam van het  warenhuis is en aan de bouwstijl. 
 

12. A bron 22; B bron 23; C bron 16; D bron 19; E bron 17; F bron 21  




Slide 31 - Tekstslide