Werkwoorden op -er + ontkenning (ch. 2 bron D+H)




Het vervoegen van werkwoorden op -er (chanter)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les




Het vervoegen van werkwoorden op -er (chanter)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de juiste vorm:
Nous (détester)
A
déteste
B
détestez
C
détestons
D
détestent

Slide 7 - Quizvraag

Kies de juiste vorm
Je/J' (aimer)
A
aimons
B
aime
C
aimez
D
aiment

Slide 8 - Quizvraag

Kies de juiste vorm
Ils (jouer)
A
jouent
B
jouons
C
jouez
D
joue

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste vorm
Vous (chanter)
A
chantons
B
chantez
C
chante
D
chantent

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juiste vorm
Le copain (danser)
A
dansons
B
danses
C
dansez
D
danse

Slide 11 - Quizvraag

De ontkenning
Frans (HMA)

Slide 12 - Tekstslide

De ontkenning in het Nederlands

Slide 13 - Woordweb

De ontkenning in het Frans
Ik ben in Parijs.
Je suis à Paris.

Ik ben niet in Parijs.
Je ne suis pas à Paris.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is dus de plaats van de ontkenning in het Frans?

Slide 15 - Open vraag

Soms verandert er iets..
Je cherche le prof.
Je ne cherche pas le prof.

J'aime le français.
Je n'aime pas le français.

Wat gebeurt er?

Slide 16 - Tekstslide

Zet de ontkenning op de goede plek:
Je trouve mon livre.

Slide 17 - Open vraag

Zet de ontkenning op de goede plek:
Maxime adore le foot.

Slide 18 - Open vraag

Zet de ontkenning op de goede plek:
Nous habitons à Nice.

Slide 19 - Open vraag

Zet de ontkenning op de goede plek:
Ils sont à Marseille.

Slide 20 - Open vraag

Zet de ontkenning op de goede plek:
Je joue avec mon frère.

Slide 21 - Open vraag