dokter en apotheek
1 / 12
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Paprika, tomaten, bloemkool en courgetten zijn
A
fruit
B
vlees
C
brood
D
groenten
Slide 2 - Quizvraag
groenten
Slide 3 - Woordweb
fruit
Slide 4 - Woordweb
De vrouw doet..........
A
supermarkt
B
kopen
C
markt
D
boodschappen
Slide 5 - Quizvraag
Bij de slager ........ ik vlees kopen.
A
kunnen
B
kan
C
kan
D
doe
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Video
Wat heeft de mevrouw thuis vergeten?
Slide 8 - Open vraag
Waarom kan de mevrouw geen pompoen kopen?
A
Want de kassa is stuk.
B
Want de weegschaal is stuk.
C
Want het mes is kapot.
D
De vrouw heeft geen geld.
Slide 9 - Quizvraag
Waarom kan de mevrouw geen tomaten kopen?
A
Want de kassa is stuk.
B
Wat ze heeft geen gepast geld.
C
Want de weegschaal is stuk.
D
Wat ze wil melk kopen.
Slide 10 - Quizvraag
Voor een tomatensoep heb je tomaten en water....
A
gezellig
B
nodig
C
aardig
D
rustig
Slide 11 - Quizvraag
Welke nieuwe woorden heb je vandaag geleerd?
