tweeklank

Tweeklanken bestaan uit twee verschillende klanken:

ij ei ie ui ou au oe eu
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOMiddelbare schoolStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 44 min

Onderdelen in deze les

Tweeklanken bestaan uit twee verschillende klanken:

ij ei ie ui ou au oe eu

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ken je twee woorden met een tweeklank? Schrijf op!

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tweeklank
Bij een tweeklank hoor je echt twee klanken.
De mondstand verandert tijdens de uitspraak.
Dat is zo bij: ui, ei /ij, au/ou.
Bij de oe en de eu hoor je maar één klank.
Je ziet twee verschillende tekens. Je hoort een klank

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

rijk
 (zij) zei
wiel
ruit
(de man is) oud
blauw
(ik) roep
beuk  





rijken
(zij) zeiden
wielen 
ruiten 
(de) oude (man)
 (de) blauwe (auto)
(wij) roepen 
beuken 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eitjes, korte klank, lange klank of tweeklank?
A
tweeklank
B
korte klank
C
tweeklank

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gauw, korte klank, lange klank of tweeklank?
A
Korte klank
B
Lange klank
C
Tweeklank

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rijk, korte klank, lange klank of tweeklank?
A
tweeklank
B
lange klank
C
korte klank

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

vrouw, korte klank, lange klank of tweeklank?
A
lange klank
B
tweeklank
C
korte klank

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neus, korte klank, lange klank of tweeklank?
A
lange klank
B
tweeklank
C
korte klank

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

boek, korte klank, lange klank of tweeklank?
A
tweeklank
B
lange klank
C
korte klank

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

fiets, korte klank, lange klank of tweeklank?
A
tweeklank
B
lange klank
C
korte klank

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kuit, korte klank, lange klank of tweeklank?
A
lange klank
B
korte klank
C
tweeklank

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


ij kij ken
ei rei ken
ui kui ken
ou hou ten
au pau ken
eu keu ken
ie zie ken
oe koe ken

De regel van de tweeklank
bij twee lettergrepen 

Hoor ik aan het eind van de klankgroep een tweeklank,

dan schrijf ik de volgende letter enkel: dus 1.
   Ik schrijf dan één enkele medeklinker op.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem twee woorden met twee lettergrepen en een tweeklank

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
reizen
B
reizzen
C
reisen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
boecken
B
boeken
C
boekken

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
buiten
B
buitten
C
buittten

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
keucken
B
keukken
C
keuken

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
kiezen
B
kiezzen
C
kiezzzen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
vrouwen
B
vrouwwen
C
vroufwen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
de rijcken
B
de rijken
C
de rijkken

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
blauwwe
B
blauwve
C
blauwe

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Vind twee tweeklanken op het plaatje en maak meervoud. 
Opdracht 
Vul de juiste klank in, maak de opdrachten 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies