Examenopgave Vlees belast

Vlees belast
Vleesconsumptie heeft grote gevolgen voor de gezondheid en het milieu. Zo is de productie van vlees wereldwijd verantwoordelijk voor bijna een kwart van de uitstoot van CO2. In Nederland wordt veel vlees gegeten. Daarom pleit het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) voor een belastingheffing op vlees: De vleestaks. Duurder vlees betekend minder consumptie van vlees, is de overtuiging. "In de winkel letten consumenten alleen op de prijs. Bedrijven willen op hun beurt de consument dienen en winst maken, wat dan vaak ten koste gaat van milieubewust produceren" aldus het RIVM. 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie Middelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Vlees belast
Vleesconsumptie heeft grote gevolgen voor de gezondheid en het milieu. Zo is de productie van vlees wereldwijd verantwoordelijk voor bijna een kwart van de uitstoot van CO2. In Nederland wordt veel vlees gegeten. Daarom pleit het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) voor een belastingheffing op vlees: De vleestaks. Duurder vlees betekend minder consumptie van vlees, is de overtuiging. "In de winkel letten consumenten alleen op de prijs. Bedrijven willen op hun beurt de consument dienen en winst maken, wat dan vaak ten koste gaat van milieubewust produceren" aldus het RIVM. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een negatief extern effect?
timer
1:30

Slide 2 - Open vraag

Extern effect 
Externe effecten  zijn extern omdat ze niet worden meegenomen in de prijs van een product. Je kunt ze dus niet terugvinden in de formules voor de omzet en kosten van een bedrijf. Externe effecten hebben een onbedoelde invloed op de welvaart in een land. Deze invloed kan zowel negatief als positief zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Leg uit dat de uitstoot van CO2, bij de productie van vlees als negatief extern effect kan worden aangemerkt.
timer
1:30

Slide 4 - Open vraag

Leg uit dat de uitstoot van CO2, bij de productie van vlees als negatief extern effect kan worden aangemerkt. 
Een voorbeeld van een juiste uitleg is: 
• Productie van vlees (veroorzaakt CO2-uitstoot en dat) is nadelig voor gezondheid en milieu (en dat is negatief) 1 
• De kosten van deze schade zijn niet verrekend in de prijs van vlees (maar komen ten laste van de samenleving en maatschappelijke kosten zijn extern) 1 

Slide 5 - Tekstslide

Zien consumenten vlees als een homogeen goed of als een heterogeen product?
A
Homogeen
B
Heterogeen

Slide 6 - Quizvraag

Waarom zien consumenten vlees als een homogeen goed?
timer
1:30

Slide 7 - Open vraag

De directie van vleesproducent Kuus bv heeft een onderzoeksrapport over de vleestaks bestudeerd. Daarin staat dat een vaste heffing op vlees van € 0,50 per kilo kan zorgen voor een flinke reductie van de uitstoot van CO2. De financieel directeur krijgt de opdracht door te rekenen welke invloed de invoering van deze heffing heeft op de winst van Kuus bv. De bedrijfsdoelstelling blijft maximale totale winst. De financieel directeur heeft de huidige financiële gegevens in een overzicht en in een figuur gezet (zie bron 1). 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit dat door invoering van de heffing op vlees de gemiddelde variabele kosten stijgen
timer
1:30

Slide 10 - Open vraag

Leg uit dat door invoering van de heffing op vlees de gemiddelde variabele kosten stijgen
Door de invoering van de vleestaks komt er een heffing van € 0,50 op elke kilo vlees. Elke kilo wordt 50 cent duurder om aan te bieden.

Ik betaal deze heffing alleen als ik ook vlees verkoop/produceer. Variabele kosten zijn er alleen als ik produceer. 

Slide 11 - Tekstslide

Maximale totale winst bij:
A
MO=o
B
MO=MK
C
TW=TO-TK

Slide 12 - Quizvraag

Bereken de nieuwe prijs.
(alleen de prijs invullen)
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag

Bereken de nieuwe prijs. 
MO = MK (nieuw) 
−Q + 6 = 2 + 0,50 
-Q=-3,50
Q = 3,5 (× 1.000.000)             ---> Q invullen in de prijsformule 
P = −0,5 × 3,5 + 6 = 4,25 
P= €4,25

Slide 14 - Tekstslide

Bereken hoeveel % van de heffing na invoering van de heffing wordt doorberekend in de verkoopprijs.
(alleen het percentage invullen)
timer
1:00

Slide 15 - Open vraag

Bereken hoeveel % van de heffing na invoering van de heffing wordt doorberekend in de verkoopprijs
Prijs was €4,- en is gestegen naar €4,25
(4,25-4)/0,50*100=50%

Slide 16 - Tekstslide

Bereken het bedrag van de verandering van de winst als gevolg van de heffing.
(alleen de verandering invullen)
timer
1:00

Slide 17 - Open vraag

• TO = 4,25 × 3.500.000 =€14.875.000 
TK = 2,5 × 3.500.000 + 2.250.000 =€11.000.000 
TW vleestaks €14.875.000 - €11.000.000  = €3.875.000 
• TW uitgangssituatie €5.750.000 
TW vleestaks €3.875.000
Afname winst €5.750.000-€3.875.000= €1.875.000 

Slide 18 - Tekstslide

Bereken het bedrag aan heffing dat Kuus bv moet afdragen aan de overheid.
(Alleen de heffing invullen)
timer
1:00

Slide 19 - Open vraag

Bereken het bedrag aan heffing dat Kuus bv moet afdragen aan de overheid 
€0,50*3.500.000=€1.750.000

Slide 20 - Tekstslide

De financieel directeur schrijft in het advies aan zijn algemeen directeur: “Als de voorgestelde vleestaks wordt ingevoerd, heeft dat behoorlijke gevolgen voor onze winst. Mijn advies is een reclamecampagne te starten met de boodschap dat vlees boordevol goede bouwstoffen zit.….” 

Slide 21 - Tekstslide

Consumenten zullen dan minder snel overstappen op ….(1)…. goederen van vleess
A
Complementaire
B
Inferieure
C
Subsitutie

Slide 22 - Quizvraag

Complementaire goederen
Complementaire goederen vullen elkaar aan 

Slide 23 - Tekstslide

Substitutie 
Zijn vervangbaar door elkaar 

Slide 24 - Tekstslide

Inferieure
Als mijn inkomen stijgt, koop ik minder van deze producten 

Slide 25 - Tekstslide

Dat betekent dat de vraag naar ons product .…(2)…..
A
Prijselastischer
B
Prijsinelastischer

Slide 26 - Quizvraag


Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Het gevolg is dat onze prijs-afzetlijn
…(3)… zal verlopen waardoor we een hoger percentage van de vleestaks kunnen doorberekenen aan de consument
A
Minder steil
B
Steiler

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

De keerzijde is wel dat de reclamecampagne zal leiden tot hogere …(4)… kosten
A
Constante
B
Variabele

Slide 31 - Quizvraag