Les 13 6-10-2023 V2 Schule, Artikel und Plural

Les 13 06-10-2023
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Les 13 06-10-2023

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Herzlich Willkommen
beim Deutschunterricht

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie wir zusammen arbeiten
Voor Duits heb je bij je: boek A, etui, tablet

We praten zoveel mogelijk in het Duits
We luisteren naar elkaar
Bij vragen steken we een arm omhoog

Mobiele telefoon ins Handy Hotel !



timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen
Aan het einde van de les:
Snap je welke regels er zijn voor het maken van een meervoud in het Duits.
Kun je in een tekst de verschillende werkwoorden aangeven, hoofdletters vinden en vragen over de tekst beantwoorden.





 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
- Huiswerk bespreken
-  Lezen en tekst verklaren
- Grammatica, de Duitse lidwoorden
- Grammatica, meervoudsvormen in het Duits

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lessonup
klascode
 dxsaa





Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassetaal
Duits tijdens de les

zin 1: Darf ich zur Toilette gehen, bitte?
zin 2: Wie heißt das?
zin 3: Ich habe mein Buch vergessen.
zin 4: Ich habe meine Hausaufgaben nicht gemacht.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Deze woorden staan in het meervoud. Welk lidwoord hoort bij het enkelvoud en waarom?
  • Uhren
  • Zimmer
  • Tage
  • Noten
  • Lehrerinnen
  • Bücher

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Besprechen Aufgaben
K3, Schule, Teil E Grammatik, Aufgaben 23, 24, 25, 26,




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekst 'Keine Blindgänger'
1. Lees de tekst, maak de vragen. Maak gebruik van het woordenboek D-N.
2. Arceer daarna de werkwoorden in de tekst.
Zoek daarna de Personalpronomen bij de werkwoorden.
3. Schrijf 10 woorden op die je nog niet kende en die met een hoofdletter geschreven worden.

Slide 10 - Tekstslide

Actie docent: 
Bespreek eerst de titel van de tekst. 
Welke dubbele betekenis kan Blindgänger hebben?
Deel woordenboeken uit D-N (1 per tweetal)
Leg kort uit hoe een woordenboek werkt. Vraag aan de leerlingen of ze het willen uitleggen.
Doelstelling leerling: de leerling kan een korte Duitse tekst begrijpen over school.
Waar gaat de tekst over?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden heb je opgeschreven?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Antworten Text
29B
30C
31B
32: Aber sonst mache ich
alles wie jeder andere auch." In seiner Freizeit
fahrt er mit dem Skateboard oder Langlauf-Skiern
herum. „
33C
34:„Fingerspitzengefilhl
lernt man als Blinder ja automatisch."

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DE LIDWOORDEN
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der
die
das
die
Het lidwoord van het meervoud is altijd die

ein (een) is een onbepaald lidwoord

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mannelijke woorden
Lidwoord = der

Hoofdregels:


1. Mannelijke personen 
der Vater, der Opa
2. Mannelijke dieren
der Stier, der Bär
3. Mannelijke beroepen
der Lehrer, der Pilot
4. Maanden, dagen, seizoenen
der Januar, der Montag, der Sommer

Slide 15 - Tekstslide

Geef ook voorbeelden uit de woordenlijst.
der Lehrer

Vrouwelijke woorden
Lidwoord = die

Hoofdregels:


1. Vrouwelijke personen
die Mutter, die Schwester
2. Vrouwelijke dieren
die Bärin, die Kuh
3. Vrouwelijke beroepen (eindigen vaak op -in)
die Lehrerin, die Friseurin
4. Woorden die eindigen op -e
die Adresse, die Schule
5. Woorden die eindigen op -heit, 
-keit, -schaft, - ung, -ion. 
die Einheit, die Freundlichkeit, die Freundschaft, die Wohnung, die Information

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeelden uit de leerlijst:
die Schule (eindigt op -e)
Onzijdige woorden
Lidwoord = das

Hoofdregels:


1. "het-woorden" in het Nederlands
das Hotel, das Buch
2. Verkleinwoorden op -chen
das Mädchen
3. Verkleinwoorden op -lein
das Fraulein

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeelden uit de leerlijst:
das Heft (het schrift)
das Gymnasium 
Het meervoud in het Duits
1. mannelijke zelfst.nw. : umlaut + e            der Ball, die Bälle
2. Vrouwelijk: + (e)n                                             die Straße, die Straßen
3. Onzijdig: +e                                                        das Heft, die Hefte
4. mannelijk en onzijdig die eindigen op -el, -en, -er blijven in het mv meestal onveranderd.                        der Onkel, die Onkel
                                                                           das Mädchen, die Mädchen
5. Veel woorden op -a, -i, -o, -y: +s         das Handy, die Handys

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Selbständig arbeiten
K3, Teil E Grammatik, Aufgabe 27 und 29 auf Seite 82

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordzoeker
Maak de woordzoeker.
Zoek de woorden die met een hoofdletter moeten.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Treffpunkt Berlin
Maak de vragen van aflevering 2, 3, 4
De vragen staan voor je klaar in Magister.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aufgaben /Hausaufgaben
Machen (digital)
K3, Teil E Grammatik, Aufgabe 27 und 29 auf Seite 82
K3, Teil F Sprechen, Aufgaben  32, 33, 36

Lernen
Lernliste N-D                                                                   Seite 96     
Lernliste D-N                                                                   Seite 97              


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Auf Wiedersehen 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies