koppelteken

Koppelteken
Je leert wat een koppelteken is
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Koppelteken
Je leert wat een koppelteken is

Slide 1 - Tekstslide

Eerst even herhalen:
Staan er in een woord twee klinkers naast elkaar? 
Kun je daardoor het woord niet goed uitspreken?
Dan gebruik je een trema!

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een trema?
A
het streepje op bijv. de é
B
het dakje op bijv. de ê
C
de puntjes op bijv. de ë
D
het kringeltje onder ç

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn ook alweer klinkers?

Slide 4 - Open vraag

Welk woord is goed geschreven?
A
ruïne
B
ruine
C

Slide 5 - Quizvraag

Trema of geen trema?
A
egoisme
B
egoïsme

Slide 6 - Quizvraag

Trema of geen trema?
A
geinstalleerd
B
geïnstalleerd

Slide 7 - Quizvraag

Trema of geen trema?
A
financien
B
financiën

Slide 8 - Quizvraag

Trema of geen trema?
A
gekopïeerd
B
gekopieerd

Slide 9 - Quizvraag

Trema?

A
Industriele
B
industriële

Slide 10 - Quizvraag

Let op!
Bij samenstellingen gaat het anders

Slide 11 - Tekstslide

Welk woord is een samenstelling?
A
drankje
B
gedronken
C
drinkbeker
D
drinken

Slide 12 - Quizvraag

Let op:
- staan er in een samenstelling twee klinkers naast elkaar?
- kun je het woord niet meer goed uitspreken?

Slide 13 - Tekstslide

klinkerbotsing
naapen -> na-apen
meeeten -> mee-eten
koffieuurtje -> koffie-uurtje

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer gebruik je nog meer een koppelteken?
  • bij aardrijkskundige namen (Zuid-Amerika, Nieuw-Zeeland)
  • woorden waar het om twee dingen gaat (hotel-restaurant)
  • woordstukjes zoals ex- en oud- (ex-minister, oud-burgemeester)
  • woorden die samen een begrip vormen (vergeet-me-nietje) 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

maak nu Blok 4 les 7 
werkboek

Slide 17 - Tekstslide