Paragraaf 4.2

vrij
Sienna(T) (L)
Raoul(T)
Jelanie
Mauro(T)
Wesley
Jeremiah
Julian
Mariam
Chainez
Suus(L)
Michelle
Roumaisa
Manon
Seth
Zigo(L)
Noor(D)
Lisette(L)
David(L)
Tygo
Jayden
Nisrine
Bilaal
Armand(T)
Serena
Annelies
Raùl
Finn
Bo(T)
Vince(D)
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

vrij
Sienna(T) (L)
Raoul(T)
Jelanie
Mauro(T)
Wesley
Jeremiah
Julian
Mariam
Chainez
Suus(L)
Michelle
Roumaisa
Manon
Seth
Zigo(L)
Noor(D)
Lisette(L)
David(L)
Tygo
Jayden
Nisrine
Bilaal
Armand(T)
Serena
Annelies
Raùl
Finn
Bo(T)
Vince(D)

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag kan jij
- Minstens drie kenmerken van het nationaal-socialisme opnoemen
- Kan jij minstens twee kenmerken van het nationaal-socialisme herkennen in een filmpje van Hitler.
- Kan jij beargumenteren wanneer iets wel of niet propaganda is. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hitler in de politiek 


  • Nationaal socialistische democratisch arbeiderspartij (NSDAP). 

Slide 4 - Tekstslide

Nationaalsocialisme
  • Ideologie van Hitler. Sterk leiderschap, nationalisme, militarisme en rassenleer belangrijk.
  • Antisemitisme: jodenhaat
  • Rassenleer: idee dat mensen onder te verdelen zijn in rassen en daarmee ieder eigen kenmerken hebben. Ariërs zijn beste ras.

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerken van nationaal-socialisme

  • Het Duitse ras moet raszuiver worden gehouden.

  • Rassenleer en antisemitisme

  • Het Duitse volk heeft Lebensraum (=levensruimte) nodig.

  • Heim ins Reich: alle Duitsers moeten in één groot rijk wonen

Slide 6 - Tekstslide

Belangrijk onderdeel
  • Indoctrinatie = het opdringen van een bepaalde mening aan grote groepen mensen. 
  • Propaganda helpt daarbij 

Slide 7 - Tekstslide

 Adolf Hitler aan de macht
  • Door crisis krijgt de NSDAP steeds meer macht. 
  • 1932: NSDAP wint de verkiezingen en Hitler komt aan de macht. 

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Wat: luister mee naar een toespraak van Hitler. Beantwoord daarna zelfstandig de vragen.
Hoe: In stilte en in je eentje. 
Hulp nodig?: Omcirkel wat je niet snapt. 
Tijd: 10-12 minuten. 
Uitkomst: je kan bronnen analyseren en begrippen toepassen. 
Klaar? Bedenk welke kenmerken we net hebben besproken maar die niet in de toespraak naar voren zijn gekomen. Schrijf daar een  vraag over. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video