Spelling4A

SPELLING 


Nieuw Nederlands 
Hoofdstuk 8 (1, 2 & 3)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

SPELLING 


Nieuw Nederlands 
Hoofdstuk 8 (1, 2 & 3)

Slide 1 - Tekstslide

PLANNING
- Terugblik Proza
- Vooruitblik PTA
- itslearning 
- (lees)boek & schrift mee(!)
- Werkwoordspelling 
- Oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Diagnostisch toetsje

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel fouten in werkwoordspelling tel je in de afbeelding?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quizvraag

Goed gespeld?
A
Nee, het moet 'word' zijn. Met 'je' of 'jij' achter pv gebruik je de stam.
B
Nee, het moet 'wort' zijn: TT, dus stam+t
C
Ja, want met 'jij' of 'je' achter de pv krijg je stam+ t
D
Ja, want het is stam+t

Slide 7 - Quizvraag


Wat is juist?
A
'verbaast' en 'pluste' zijn allebei goed geschreven
B
'verbaast' is goed geschreven, maar het moet 'plusde' zijn.
C
'verbaast' moet 'verbaasd' zijn, maar 'pluste' is goed geschreven.
D
'verbaast' moet 'verbaasd' zijn en 'pluste' moet 'plusde' zijn.

Slide 8 - Quizvraag


Is geplant hier
goed geschreven? 
A
Ja, het is een voltooid deelwoord.
B
Ja, want [n] zit niet in 't ex-kofschip
C
Nee, het moet geplanned zijn. Engels werkwoord.
D
Nee, het moet gepland zijn, want [n] zit niet in 't Ex-Kofschip.

Slide 9 - Quizvraag

Is de PV goed gespeld in de volgende zin?

Wordt je zus ook altijd snel boos?
A
Ja, in het begin van de zin heb je altijd stam+t
B
Ja. Je schrijft 'stam' wanneer 'je' of 'jij' achter PV komt, maar hier hoort 'je' bij zus, dus goed gespeld..
C
Nee, het is 'word', want begin van de zin is altijd de stam
D
Nee, er staat 'je' achter, dus is het 'word'.

Slide 10 - Quizvraag


Ik instagram
Jij instagramt
Wij hebben (instagrammen)
A
geïnstagramd
B
geïnstagramt
C
geïnstagrammet
D
geïnstagrammed

Slide 11 - Quizvraag

Fred van Leers seksvideo is
inmiddels (deleten)
A
gedelete
B
gedeleted
C
gedeletet
D
deleted

Slide 12 - Quizvraag


Kernconcept 1: Persoonsvorm

  • Is het werkwoord een persoonsvorm?
  •  Staat PV in de TT of VT

Tegenwoordige tijd PV 
ik
stam (ik-vorm)
jij
stam+t
hij/zij/het/u/men/iedereen
stam+t
Wij/jullie/zij 
(meervoud)
stam+-en
hele werkwoord
Voorbeeld
ik leas
jij least
het least 
jullie leasen 
Persoonsvorm: 
- Maak zin vragend 
- Zet zin in andere tijd 
- Getal 

De getrainde jongen liep sneller dan gedacht 

Slide 13 - Tekstslide


Kernconcept 1: Persoonsvorm
(STAM + ....)

  • Verleden tijd zwak
  • 't ex-kofschip / 't Kofschip / 't fokschaap / 't xtc-koffieshopj

Verleden tijd PV
ik
 stam +te / +de
jij
stam+t of stam
hij/zij/het/u/men/iedereen
stam+te of stam+de 
Wij/jullie/zij 
(meervoud)
stam+ten stam+den
ik racete
jij racete
het racete
jullie raceten
geracet

Slide 14 - Tekstslide

Geen persoonsvorm?
Zo kort mogelijk & verlengproef 
  • infinitief: hele werkwoord (woordenboekvorm)
  • Gebiedende wijs: stam van het werkwoord (ik-vorm)
  •  onvoltooid deelwoord (lopend, fietsend, stam+d)
  • voltooid deelwoord: het kofschip of verlengen
  • voltooid deelwoord als BN: zo kort mogelijk

Slide 15 - Tekstslide

VOLTOOID DEELWOORD
Zwak? --> Gebruik 't ex-kofschi
geloven - gelov - geloofd
ontmoeten - ontmoet - ontmoetten 
Maar:  chillen  - chill - gechild 
appen - app - geappt 

Slide 16 - Tekstslide

VOLTOOID DEELWOORD ALS BN
Zegt iets over zelfstandig naamwoord
Schrijf zo kort mogelijk, tenzij uitspraakproblemen oplevert

De verbrede weg, de verpotte plant, vergrote trap 

Slide 17 - Tekstslide

Morgen 
Aan de slag met met formuleren
Donderdag Jean Pierr Rawie (Poëzie)
Moderne roman 

Slide 18 - Tekstslide