In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
Valkuilen in Cito-antwoordopties Engels
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je valkuilen in Cito-antwoordopties van examenteksten Engels herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel van de les en leg uit waarom het belangrijk is om deze vaardigheid te hebben.
Wat weet jij al over het herkennen van valkuilen in Cito-antwoordopties voor Engels?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Valkuil 1: Te veel uit de tekst
Foutieve antwoorden bevatten informatie die wel in de tekst voorkomt, maar niet relevant is voor de vraag.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat deze valkuil inhoudt en geef een voorbeeld. Vraag de leerlingen om zelf voorbeelden te geven en bespreek deze klassikaal.
Valkuil 2: Te weinig uit de tekst
Foutieve antwoorden bevatten informatie die wel in de tekst voorkomt, maar niet compleet is.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit wat deze valkuil inhoudt en geef een voorbeeld. Vraag de leerlingen om zelf voorbeelden te geven en bespreek deze klassikaal.
Valkuil 3: Bijzaak
Foutieve antwoorden bevatten informatie die wel in de tekst voorkomt, maar niet relevant is voor de vraag.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit wat deze valkuil inhoudt en geef een voorbeeld. Vraag de leerlingen om zelf voorbeelden te geven en bespreek deze klassikaal.
Valkuil 4: Past niet bij de vraag
Foutieve antwoorden staan wel in de tekst, maar passen niet bij de vraag.
Slide 7 - Tekstslide
Leg uit wat deze valkuil inhoudt en geef een voorbeeld. Vraag de leerlingen om zelf voorbeelden te geven en bespreek deze klassikaal.
Valkuil 5: Tegenovergestelde
Foutieve antwoorden zijn het tegenovergestelde van wat er in de tekst staat.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit wat deze valkuil inhoudt en geef een voorbeeld. Vraag de leerlingen om zelf voorbeelden te geven en bespreek deze klassikaal.
Valkuil 6: Open deur
Foutieve antwoorden zijn voor de hand liggend, maar staan niet in de tekst.
Slide 9 - Tekstslide
Leg uit wat deze valkuil inhoudt en geef een voorbeeld. Vraag de leerlingen om zelf voorbeelden te geven en bespreek deze klassikaal.
Valkuil 7: Te veel erbij gesleept
Foutieve antwoorden bevatten informatie die niet in de tekst staat, maar wel door de leerling geïnterpreteerd wordt.
Slide 10 - Tekstslide
Leg uit wat deze valkuil inhoudt en geef een voorbeeld. Vraag de leerlingen om zelf voorbeelden te geven en bespreek deze klassikaal.
Quiz
Slide 11 - Tekstslide
Maak een quiz met behulp van een online tool zoals Kahoot of Mentimeter. Bespreek daarna klassikaal de resultaten en de juiste antwoorden.
Wat is het kenmerk van 'past niet bij de vraag'?
A
Het foute antwoord staat wel in de tekst, maar is niet het juiste antwoord op de gestelde vraag.
B
Het foute antwoord bevat informatie die niet in de tekst staat.
C
Het foute antwoord is irrelevant voor de vraag.
D
Het foute antwoord is onvolledig omdat er belangrijke informatie ontbreekt.
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat wordt bedoeld met 'bijzaak'?
A
Het foute antwoord bevat informatie die niet in de tekst staat.
B
Het foute antwoord bevat informatie die niet relevant is voor de hoofdvraag.
C
Het foute antwoord staat niet in de tekst.
D
Het foute antwoord is irrelevant voor de vraag.
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het kenmerk van 'te weinig uit de tekst'?
A
Het foute antwoord is irrelevant voor de vraag.
B
Het foute antwoord staat niet in de tekst.
C
Het foute antwoord is onvolledig omdat er belangrijke informatie ontbreekt.
D
Het foute antwoord bevat informatie die niet relevant is voor de vraag.
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat wordt bedoeld met 'te veel uit de tekst'?
A
Het foute antwoord bevat informatie die niet relevant is voor de vraag.
B
Het foute antwoord staat niet in de tekst.
C
Het foute antwoord mist belangrijke informatie.
D
Het foute antwoord bevat informatie die relevant is voor de vraag.
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Voorbeeldtekst
Lees tekst G1 en beantwoord vraag 1
Slide 16 - Tekstslide
Geef de leerlingen een voorbeeldtekst met een vraag en laat ze individueel of in groepjes de vraag beantwoorden. Bespreek daarna de juiste en foutieve antwoorden op basis van de valkuilen.
Oefening 1
Welke valkuil is van toepassing op dit foutieve antwoord:
B - French hospitality personnel have better legal rights than their Canadian counterparts.
Slide 17 - Tekstslide
Geef de leerlingen een foutief antwoord en laat ze individueel of in groepjes bepalen welke valkuil van toepassing is. Bespreek daarna klassikaal.
Oefening 2
Welke valkuil is van toepassing op dit foutieve antwoord:
C - It is impossible for foreign employees to adjust to Canadian work standards and ethics.
Slide 18 - Tekstslide
Geef de leerlingen een vraag met meerdere antwoorden waarvan er één foutief is. Laat ze individueel of in groepjes bepalen welk antwoord foutief is en waarom. Bespreek daarna klassikaal.
Toepassing
Pas wat je geleerd hebt toe op tekst G 4 (bundel p. 165/166)
Maak de vragen
Bepaal welke valkuilen er in de foute antwoorden zitten
We bespreken het samen na 25 minuten.
Al klaar? Maak extra teksten uit examen G, kies zelf 1, 2 of 3 sterren
Slide 19 - Tekstslide
Geef de leerlingen een nieuwe tekst met een vraag en laat ze individueel of in groepjes de vraag beantwoorden. Bespreek daarna klassikaal.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 20 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 21 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 22 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.