Les 3 Politieke partijen en het parlement

Loopbaan & Burgerschap
Les 3 | Politieke partijen en het parlement
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Loopbaan & Burgerschap
Les 3 | Politieke partijen en het parlement

Slide 1 - Tekstslide

Agenda van de les
Nieuws van de dag 

Wat zijn politieke partijen (herhaling) 
Hoe werkt stemrecht? 
Wat is de macht van het parlement? 

Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

NIEUWS VAN DE DAG

Slide 3 - Tekstslide

Besproken onderwerpen:

Slide 4 - Woordweb

Politieke partijen 
Wat is een politieke partij? 

Slide 5 - Tekstslide

Politieke partij:
Een politieke partij is een groep van politieke geestverwanten. Politieke partijen streven vaak meer dan één doel na, zoals bevordering van werkgelegenheid, een eerlijke inkomensverdeling, een schoon milieu of het bestrijden van criminaliteit. Omdat niet iedereen deze doelen op dezelfde wijze nastreeft, zijn er meer partijen ontstaan.

Slide 6 - Tekstslide

Politieke partijen hebben verschillende ideeën over de samenleving. Op basis van die ideeën kun je politieke partijen indelen in 3 politieke stromingen

Slide 7 - Tekstslide

= GELIJKHEID
  • De overheid moet ervoor zorgen dat er goede voorzieningen zijn voor iedereen.
  • De welvaart moet eerlijk verdeeld worden
  • De overheid moet actief ingrijpen om dat te bewerkstelligen
  • Voorzieningen als zorg moeten door de overheid geregeld worden
Sociaaldemocratische partijen

Slide 8 - Tekstslide

      = VRIJHEID
  • Individuen en bedrijven moeten zich "in alle vrijheid" kunnen ontwikkelen.
  • De overheid moet zich zo weinig mogelijk bemoeien met de samenleving.
  • De zorg kan bijvoorbeeld best door "de markt" geregeld worden.
  • De consument kiest dan vanzelf voor de meest efficiënte aanbieders.
Liberale partijen

Slide 9 - Tekstslide

= CHRISTELIJKE WAARDEN
  • De overheid moet terughoudend zijn en moet allerlei zaken aan de samenleving overlaten.
  • Zorg is niet alleen de taak van overheid, burgers kunnen dit zelf
       ook organiseren.
Confessionele partijen

Slide 10 - Tekstslide

  • Partijen die hun standpunt bepalen op basis van emoties en opvattingen van groepen in de samenleving
  • Populisten proberen de zaken waar deze groepen zich kwaad over maken via de politiek te veranderen
  • Er zijn ook partijen die worden gevormd, omdat ze wel één doel nastreven. Dit worden belangenpartijen of 'one-issue-partijen' genoemd. 
One-issue partijen

Populistische partijen

Slide 11 - Tekstslide

Het verschil tussen rechts en links is het verschil tussen socialisten en liberalen.
Links: grote  rol overheid, eerlijke kansen voor iedereen, gelijke welvaart kern begrip: gelijkheid.

Rechts: Kleine rol overheid, zelfverantwoordelijkheid, meer marktwerking. Kernbegrip: Vrijheid.


links gaat over het algemeen uit van de maatschappij en rechts van het individu.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Bij welke politieke stroming past het standpunt?

Slide 14 - Tekstslide


Als je hard werkt en risico's neemt mag je best meer verdienen. Je hoort dan niet gestraft te worden door meer belasting te moeten betalen.
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
Populistische partij

Slide 15 - Quizvraag


Ook voor de belangen van kleine winkeliers is één dag rust per week belangrijk. 
Daarom moeten op zondag de winkels niet open
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
Populistische partij

Slide 16 - Quizvraag


Je moet er van uit kunnen gaan dat de overheid zorgt voor genoeg geld om van te leven en te wonen
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
One-issue partij

Slide 17 - Quizvraag


Het is belangrijk dat je voor het welzijn van je medemens zorgt en niet alles van de overheid verwacht.
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
One-issue partij

Slide 18 - Quizvraag

Wat is progressief

Slide 19 - Open vraag

Progressieve partijen zijn voor vernieuwingen. Ze reageren op veranderingen in de wereld met nieuwe maatregelen. De samenleving moet veranderen en met haar tijd meegaan, en niet krampachtig aan het verleden willen vasthouden.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is dan Conservatief ???

Slide 21 - Tekstslide

Conservatieve partijen willen de samenleving houden zoals die historisch is gegroeid. Ze leggen de nadruk op het goede dat er is bereikt en willen dat vasthouden. Veranderingen moeten langzaam en in kleine stappen plaatsvinden. 

Slide 22 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Hoofdstuk 1 paragraaf 6 Politieke partijen 

Lezen: lezen tekst bladzijde 15 en bladzijde 16 

Maken: opdracht 1 t/m opdracht 4 

Tijd: 10 minuten 

Slide 23 - Tekstslide

Nabespreken antwoorden
H1.6 Politieke partijen  

Slide 24 - Tekstslide

Stemrecht
Vanaf 18 jaar mag jij een stem uitbrengen. Hoe werkt dit? 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Stemrecht
Actief stemrecht: het recht om je stem uit te brengen bij de verkiezingen of bij een stemming. 

Passief stemrecht: het recht om je bij verkiezingen verkiesbaar te stellen. 

Slide 27 - Tekstslide

Nabespreken antwoorden
H1.7 Stemrecht   

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het Parlement?
- Ook wel de Staten Generaal genoemd.
   - Bestaat uit de Eerste en Tweede Kamer

- Zijn de volksvertegenwoordigers van ons land


Slide 29 - Tekstslide

Tweede Kamer

150 zetels
Direct gekozen
Taken:
controleren regering
recht van amendement
recht van initiatief


Eerste Kamer

75 zetels
Indirect gekozen
Taken:
extra controle
goedkeuren of afkeuren

Slide 30 - Tekstslide

Heeft de regering altijd de meerderheid in beide kamers?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quizvraag

Wetten
1. Minister maakt een wetsvoorstel
2. De meerderheid in de Tweede Kamer debatteert over het wetsvoorstel, keurt goed of af
3. Wel goed gekeurd            naar de Eerste Kamer
4. Niet goed gekeurd            terug naar de minister
5. Meerderheid in de Eerste Kamer keurt goed, wet wordt ingevoerd

Slide 32 - Tekstslide

Controleren van de regering
-Informatie plicht:
- Vragenrecht
- budgetrecht
    - begroting
- Recht van Motie
   - motie van wantrouwen
- onderzoek- en enquête recht

Slide 33 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk dat het parlement over wetsvoorstellen beslist?

Slide 34 - Open vraag

Zelfstandig werken
Hoofdstuk 1 paragraaf 8 Het parlement

Lezen: lezen tekst bladzijde 18 

Maken: opdracht 1 t/m opdracht 3  

Tijd: 10 minuten

Slide 35 - Tekstslide

Nabespreken antwoorden
H1.8 Het parlement

Slide 36 - Tekstslide

Afsluiting van de les

Slide 37 - Tekstslide

Welke onderwerpen hebben wij deze les besproken?

Slide 38 - Woordweb