Wat is de basisvorm van een woord?

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

We gaan leren wat de basisvorm van een woord is. 
Kerstballen
Kerstballetje

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Basisvorm
Staat in het woordenboek

Voorbeeld

  • bij bijv. naamwoord: zonder -e
  • klein


Afgeleide vorm
Staat niet in het woordenboek

Voorbeeld
  • kleine

Slide 4 - Tekstslide

De basisvorm is de vorm waarin een woord in het woordenboek staat.
De sneeuwvlokjes vallen uit de lucht.

'Lucht' is een basisvorm. Het staat zo in het woordenboek.

De andere basisvormen zijn: 
De basisvorm is de vorm waarin een woord in het woordenboek staat.
                       De witte sneeuwvlokjes vallen uit de lucht. 

            'Lucht' is een basisvorm. Het staat zo in het woordenboek. 

                        De andere basisvormen in deze zin zijn:
                              wit                     (zonder -te)
                              sneeuwvlok       (enkelvoud, zonder -jes)
                              vallen                (hele werkwoord)

Slide 5 - Tekstslide

De kerstboom heeft gouden versieringen.

Wat is de basisvorm van 'versieringen'?
A
Versieringen
B
Versierinkje
C
Versierinkjes
D
Versiering

Slide 6 - Quizvraag

De vuurpijltjes geven een harde knal.

Wat is de basisvorm van 'vuurpijltjes'?
A
Vuurpijltjes
B
Vuurpijlen
C
Vuurpijl
D
Vuurpijler

Slide 7 - Quizvraag

De handschoenen hebben witte stippen.

Wat is de basisvorm van 'witte'?

Slide 8 - Open vraag

De kerstlantaarn geeft licht.

Wat is de basisvorm van 'geeft'?

Slide 9 - Open vraag

schepje

Slide 10 - Open vraag

rode

Slide 11 - Open vraag

emmers

Slide 12 - Open vraag

werkt

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Ik kan de basisvorm van een woord schrijven.
Ik vind het lastig. Ik doe mee met de instructie.
Ik kan het redelijk. Ik maak 1 en 2.
Ik kan het goed, ik maak 2 en 3.

Slide 15 - Poll

Wat vond je van zo'n les online?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Wat ga je doen?
- Chromeboek afmelden en opruimen als je aan de beurt bent.
- Pak je taalboek op bladzijde 122 - les 7 erbij

                                                     
Maken:                                                                datum: 14-12
- Had je nog een foutje: maak opdracht 1+2 
- Had je alles goed: maak opdracht 2 + 3,4 

Klaar
?
   - Leg je schrift op de hoek van je tafel
   - Stillezen of werken in kerstboekje (niet kleuren). 

Slide 17 - Tekstslide