Leereenheid 15 quiz
1 / 12
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar hou je rekening mee bij de begeleiding van een bijzondere gebeurtenis?
A
Wat ik fijn vindt om te doen
B
Leeftijd, interesses, begeleidingsbehoefte
C
De plek waar je het doet, mijn humeur
Slide 2 - Quizvraag
Hoe je een kind begeleid bij een bijzondere gebeurtenis heeft invloed op hoe hij/zij later met een zelfde gebeurtenis zal omgaan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Als je het kind leiding geeft met liefde, er zijn wel regels maar ook eigen inbreng, dan noem je dit de autoritaire opvoedingsstijl.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn voorbeelden van opvoedingsmiddelen?
A
Dat het kindje het leuk vindt en goed meedoet
B
Tafel laten dekken, opruimen, knuffelen
C
Complimenteren, uitleggen, positief gedrag benoemen
Slide 5 - Quizvraag
Wat is opvoeden eigenlijk?
A
Begeleiden naar zelfstandigheid, zelfverantwoordelijkheid, volwassenheid
B
Zorgen dat het kind genoeg te eten heeft
C
Vooral verzorgen en zorgen dat het kind braaf is
Slide 6 - Quizvraag
De begeleiding en opvoeding van een kind gebeurt eigenlijk alleen thuis.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Bij een nare gebeurtenis kun je beter niet vertellen wat er is gebeurd. Je kan beter een verhaal verzinnen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Het is belangrijk om bij tradities en vieringen te begeleiden om onder andere een band, saamhorigheid en zelfvertrouwen te creëren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Wat is er belangrijk bij het begeleiden van kinderen bij verdriet en rouw.
Slide 10 - Open vraag
Bij het verlies van een dierbare is het belangrijk om een moment van afscheid te creëren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Hoe kun je kinderen leren om emoties te herkennen en benoemen. Benoem 2 ideeën hiervoor.
