10. Thema 5.5 Gedrag (2) 16-5

Thema 5: Waarneming en gedrag
Basisstof 5: Gedrag
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 5: Waarneming en gedrag
Basisstof 5: Gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Huiswerk bespreken
Thema 5 bs 5
Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Huiswerk 16 mei
Maken §5.5: 1-4
+
Leren 5.1 + 5.2 + 5.3 + 5.4 + 5.5



KGT
Laat je samenvatting zien.

Slide 3 - Tekstslide

Samenvatting

Slide 4 - Tekstslide

Doel: Gedrag
  • Je kunt uitleggen wat gedrag is.
  • Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
  • Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.

Slide 5 - Tekstslide

Samenvatting

Slide 6 - Tekstslide


Hoe, van wie, wanneer heb jij sociaal gedrag geleerd?
A
liefdevolle aandacht van de ouder(s) / verzorger(s)
B
sociaal gedrag te zien van anderen en het daarna te oefenen. Zo kun je het later toepassen
C
te spelen met 'soortgenoten' (bijv. als peuter met andere kinderen spelen)
D
A, B en C zijn goed

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een gedragsketen?
A
Jezelf aankleden voor het voetbal
B
Remmen met je fiets
C
Groente snijden voor de groentensoep
D
De lamp aanzetten in een donkere kamer

Slide 8 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een inwendige prikkel en een uitwendige prikkel.

Slide 9 - Open vraag

3

Slide 10 - Video

01:00
Is dit een voorbeeld van aangeboren of aangeleerd gedrag?
A
aangeboren
B
aangeleerd

Slide 11 - Quizvraag

een bericht sturen met je telefoon
een kuiken kruipt uit een ei
fietsen
gelijkwaardigheid
iedereen moet zich aan de verkeersregels houden
Signaal
Aangeboren gedrag
Aangeleerd gedrag
Waarde
Norm

Slide 12 - Sleepvraag

Zet bij het juiste vak (normen of waarden)
norm
waarde
Eerlijkheid
Je laat je vrienden nooit in de steek
Je mag je mening uiten
Vriendschap
Respect
Niet liegen tegen anderen
Elkaar laten uitpraten
Behulpzaamheid

Slide 13 - Sleepvraag

Is het een interpretatie of een observatie?
De kat is moe.
A
Interpretatie
B
Observatie

Slide 14 - Quizvraag

Is het een interpretatie of een observatie?
De hond loopt mank.
A
Interpretatie
B
Observatie

Slide 15 - Quizvraag

Een hond geeft een pootje
Dat is een voor beeld van:
A
Aangeleerd gedrag
B
Erfelijk gedrag

Slide 16 - Quizvraag


Het gedrag dat bij 1 tot en met 6 is te zien, is alleen erfelijk bepaald.

A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Zeeschildpadden leggen hun eieren op het strand. Ze graven een kuil, leggen er hun eieren in en dekken de eieren af met zand. Daarna gaan ze terug naar zee. Als de jongen uit de eieren komen, graven ze zich uit en kruipen naar zee, zoals in de afbeelding is te zien.
A
dit gedrag is erfelijk (aangeboren)
B
dit gedrag is aangeleerd

Slide 18 - Quizvraag


Dit is
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag
C
Een Twente supporter
D
Een hooligan

Slide 19 - Quizvraag

Dit is:
A
Erfelijk gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 20 - Quizvraag


Het openen van de bek, het sperren.... is het gedrag dat jonge vogels vertonen als ze hun ouders horen of zien. Sperren is:
A
Aangeleerd gedrag
B
Aangeboren gedrag

Slide 21 - Quizvraag

Gedrag kan

1. zijn aangeleerd
2. worden bepaald door erfelijke factoren
A
1: waar 2: nietwaar
B
1: nietwaar 2: waar
C
1: nietwaar 2: nietwaar
D
1: waar 2: waar

Slide 22 - Quizvraag

Een baby huilt omdat ze honger heeft. Is dit aangeboren of aangeleerd gedrag?
A
Aangeleerd
B
Aangeboren

Slide 23 - Quizvraag

01:19
Wat is hier de uitwendige prikkel voor het kuiken?
A
De aanwezigheid van moedermeeuw
B
Het bedelen van de andere kuikens
C
Honger
D
De snavel van de moeder

Slide 24 - Quizvraag

02:46
Bij welke snavel is de motivatie om te pikken het grootste?
A
Gele snavel
B
Gele snavel met rode stip

Slide 25 - Quizvraag

Maken Thema 1:

Huiswerk 22 mei
Maken §5.5: af (8b en 8c doen we samen in de volgende les; deze kun je dus overslaan.)
+ Nakijken
+ Leren 5.1 + 5.2 + 5.3 + 5.4 + 5.5



KGT
Toets thema 5: 23 mei

Slide 26 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide