Vertering bij zoogdieren

Basisstof 6: Planteneters, vleeseters en alleseters
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 6: Planteneters, vleeseters en alleseters

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je kunnen?
  • Je kunt de verschillende tanden en de functie per tand in het gebit benoemen
  • Je kunt de verschillende onderdelen van een tand benoemen
  • Je kunt uitleggen wat tandbederf is, hoe je eraan komt en wat het met je tanden doet
  • Je kunt de verschillen tussen planteneters, vleeseters en alleseters benoemen en uitleggen waarom plantaardig materiaal moeilijker te verteren is

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Planteneter


  •  Plooikiezen
  • Lang darmkanaal

Vleeseter


  •  Knipkiezen
  •  Kort darmkanaal

Slide 4 - Tekstslide

De bouw van tanden en kiezen
tanden en kiezen hebben een:
- kroon
- wortel

Je hebt hoektanden en snijtanden.

Slide 5 - Tekstslide

Doorsnede tand

Slide 6 - Tekstslide

Tandplak
Tandplak ontstaat iedere dag opnieuw als kleine dun laagje. Hier zitten veel bacteriën in. Die kunnen gaatjes veroorzaken.  
Ook kan het verkalken en dan krijg je tandsteen.


Slide 7 - Tekstslide

verzorging van je gebit:
- 2x per dag poetsen, minimaal 2 minuten
- tandpasta met fluoride (herstelt het tandglazuur)
- 2x per jaar naar de tandarts

Slide 8 - Tekstslide

Welk orgaan haalt alle verteringssappen en vocht uit de verteerde voedeselbrok?

Slide 9 - Open vraag

Gal wordt gemaakt in de
A
speekselklier
B
maag
C
lever
D
galblaas

Slide 10 - Quizvraag

Welk voedsel is moeilijker te verteren?
A
Plantaardig voedsel
B
Vlees

Slide 11 - Quizvraag

Welke kiezen hebben een paard?
A
Plooikiezen
B
Knipkiezen
C
Knobbelkiezen
D
Hoektanden

Slide 12 - Quizvraag

Wat eet een alleseter?
A
Dierlijk voedsel
B
Plantaardig voedsel
C
Dierlijk en plantaardig voedesel
D
Hij drinkt alleen

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag
Maken opdrachten 41, 42, 46, 47

Klaar? Bij mij laten controleren
Gecontroleerd? --> nakijken met nakijkboekje
Nagekeken? --> Schrijf de begrippen met betekenis op in je schrift.

Slide 14 - Tekstslide

Is het darmkanaal van een hond kort of lang
A
Lang
B
Kort

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een kat?
A
Alles eter
B
Planten eter
C
Vleeseter

Slide 16 - Quizvraag