4 SCC- voedselketen en voedselweb

Welke voedselrelaties zijn er tussen organismen in een biotoop?
voedselketen - voedselweb
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welke voedselrelaties zijn er tussen organismen in een biotoop?
voedselketen - voedselweb

Slide 1 - Tekstslide

Voor deze les heb je nodig:
  1. je werkboek
  2. een kladblad 
  3. oortjes

Slide 2 - Tekstslide

Even herhalen
Bij de blauwe dia's moet je een opdracht uitvoeren. De andere dia's bevatten nuttige informatie. Neem je tijd om de afbeeldingen, tekst en filmpjes goed te bekijken
Beluister ook de         ingesproken tekstjes.

Slide 3 - Tekstslide

Welke zinnen over het biotoop zijn waar? (zoek op op de mindmap)
A
In een biotoop zorgen planten en dieren voor hun eigen voedsel
B
Het is een plaats waar bepaalde planten en dieren samenleven bij bepaalde abiotische factoren.
C
Er is maar één biotoop in België.
D
Alle biotopen zijn hetzelfde.

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent 'organisme'?
(zie wb p. 12)

Slide 5 - Open vraag

biotisch of abiotisch? zie p. 44b

Slide 6 - Tekstslide

koe
dode boom
biefstuk
paraplu
water
gras
zand
eik
biotisch
abiotisch

Slide 7 - Sleepvraag

Hoe weet je of iets al dan niet leeft? Noteer drie kenmerken van een levend wezen. (zie wb p. 44b)

Slide 8 - Open vraag

Welke voedselrelaties zijn er tussen organismen in een biotoop?

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een voedselrelatie?
Dit is een relatie tussen organismen, waarbij het ene organisme het andere opeet.

Slide 10 - Tekstslide

Geef twee voorbeelden van dieren die een ander dier opeten?
Je antwoorden zien er als het volgt uit: De .... eet ....

Slide 11 - Open vraag

Geef twee voorbeelden van dieren die planten eten.

Je antwoord als het volgt: een .... eet .....

Slide 12 - Open vraag

Ook de mens gebruikt planten en dieren als voedsel.
Geef van ELK een voorbeeld.

Je schrijft: Mensen eten .....

Slide 13 - Open vraag

Wat is een voedselrelatie?
Tussen de 'verschillende dieren' of 'plant en dier' is er dus een relatie. Ze eten elkaar op, er is een voedselrelatie.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een voedselketen?

Slide 15 - Tekstslide

Volgende vragen moet je na deze les kunnen beantwoorden:

  1. Wat is een voedselketen?
  2. Waarmee start iedere voedselketen?
  3. Wat zijn 'producenten'?
  4. Wat is een voedselweb

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wie wordt gegeten door wie? 
--> = wordt gegeten door
Vink
Lieveheers-beestje
Vos
Sperwer
Bladluis

Slide 18 - Sleepvraag

Je maakte net een voedselketen.
Deze start met de bladluis. Maar wat eet een bladluis?

Slide 19 - Open vraag

Maak op volgende dia's de voedselketens. 
Een pijl betekent:  .... wordt gegeten door ....
Op p. 49 en 51 kan je terugvinden wat de verschillende dieren juist eten.

Slide 20 - Tekstslide

eikenblad
rups
muis
vos

Slide 21 - Sleepvraag

eikenblad
rups
roodborst
torenvalk

Slide 22 - Sleepvraag

eikenblad
bladluis
lieveheersbeestje
roodborst
torenvalk

Slide 23 - Sleepvraag

Neem een kladblad en schrijf de vorige drie voedselketens (van dia 21, 22 en 23) op je blad. Vergeet de pijlen niet tussen de verschillende organismen te noteren. (Het kladblad steek je na de les in je kaft!)

Slide 24 - Tekstslide

Waarmee begint een voedselketen?

Slide 25 - Tekstslide

Wie heeft er gelijk?

A
Sarah
B
Jose
C
Chelsea
D
Curtis

Slide 26 - Quizvraag

Een voedselketen begint steeds met
A
een bodemdiertje
B
een roofdier
C
een groene plant
D
zand

Slide 27 - Quizvraag

Lees in je werkboek p. 45 en maak opdracht a
Lees ook wat er bij het groene lijntje staat en beantwoord de vraag op volgende dia. 

Slide 28 - Tekstslide

Een voedselketen start met een groene plant. Die maken zelf hun voedsel met water en MINERALEN.
We noemen groene planten daarom ...

Slide 29 - Open vraag

Lees de eerste alinea van p 47.
Voedselketens die met elkaar verbonden zijn, vormen samen een .....

Slide 30 - Open vraag

Doorstreep  bij de voedselketens op je kladblad de namen die meerdere keren voorkomen zodat die naam er nog maar één keer staat. Zo staat er bv. twee maal 'torenvalk', doorstreep dit dan één maal. Doe dat ook voor de andere organismen. 

Slide 31 - Tekstslide

Verbind de voedselketens met elkaar. Je maakt een voedselweb van de voedselketens die je op je kladblad genoteerd hebt. Iedere  naam van een organisme mag maar één keer voorkomen.

Slide 32 - Tekstslide

Kijk op je kladblad en sleep op de volgende dia de organismen naar de juiste plaats in het voedselweb.  Denk eraan: een pijl betekent '...wordt gegeten door...'.
Goed nadenken, deze vraag staat op punten.

Slide 33 - Tekstslide

eikenblad
bladluis
rups
muis
roodborst
lieveheersbeestje
torenvalkt

Slide 34 - Sleepvraag

Maak een voedselweb van de voedselketens op volgende dia. Gebruik de hulpbladzijden p. 49 en 51.
Je werkt EERST OP EEN KLADBLAD, daarna noteer je hem in de kader op p. 47 van je werkboek.

Slide 35 - Tekstslide

  1. hazelaar -> regenworm -> roodborstje -> uil
  2. hazelaar -> muis -> uil
  3. gras -> ree -> wolf
  4. gras -> muis -> uil

Noteer je voedselweb op p. 47 in de kader in je werkboek.

Slide 36 - Tekstslide

Zoek op in je wb p. 45 - 47
Wat is een voedselketen?

Slide 37 - Open vraag

Zoek op in je wb p. 45 - 47
Waarmee start iedere voedselketen?

Slide 38 - Open vraag

Zoek op in je wb p. 45 - 47
Groene planten maken zelf hun voedsel, daarom noemen we ze ...

Slide 39 - Open vraag

Zoek op in je wb p. 45 - 47
Wat is een voedselweb?

Slide 40 - Open vraag

Ik denk dat ik de leerstof goed begrepen heb. Ik kon de vragen vlot beantwoorden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

Ik werk graag met lessonUp.
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll

Ik heb liever gewoon les.
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Poll

Heb je nog een vraag over de leerstof of wil je iets anders melden? Noteer het hier.

Slide 44 - Open vraag