Dierenkwartet maken

Maak 
je eigen
dieren
kwartet.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingTekenenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Maak 
je eigen
dieren
kwartet.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

We gaan in de komende lessenserie een dierenportret tekenen

Leerdoelen van deze opdracht:

  • Je kunt een afbeelding in de juiste verhoudingen natekenen dmv basisvormen

  • Je herkent 'eigen schaduwen' in een vorm(dier) en vertaalt deze naar structuurdichtheid (hoe dichter de structuur op elkaar getekend is, hoe donkerder het wordt) 

  • Je bent in staat textuur (krul, pluis, stekels, veren of schubben) in lijntjes/stipjes te vertalen.

Slide 3 - Tekstslide

Elk oppervlak heeft een 'huid'. Deze kan glad aanvoelen, maar ook stekelig, bobbelig, ruw, rimpelig, harig, enz.

Hoe een oppervlak aanvoelt/eruit ziet, noem je textuur. 

Slide 4 - Tekstslide

Bekijk het volgende portret van Peter Vos heel nauwkeurig.

Benoem verschillende texturen in het gezicht.

Slide 5 - Tekstslide

Portret van Peter Vos 
gemaakt door Kees Wennekendonk

Slide 6 - Tekstslide

Benoem verschillende texturen in het gezicht

Slide 7 - Open vraag

Oefening
Teken met potlood zes vierkanten van 3x3 cm.
Teken daarin met potlood zes verschillende texturen na. 
Kies uit de texturen op de volgende slide of zoek zelf plaatjes op van huidtexturen van dieren op internet (Pinterest bijv.).
Teken ze daarna met pen.


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht:

Teken met potlood/pen twee dierportretten voor een dierenkwartet. 

Met een klasgenoot samen maak je één kwartet.

Met de hele klas maak je het kwartet compleet.

Slide 10 - Tekstslide

Werkwijze:

Maak een duo met een klasgenoot (als dit niet lukt even overleggen met de docent)

Kies samen een diercategorie uit: 
* mensapen, * katachtigen, * reptielen 
* amfibieën, * roofdieren, * vogels, 
* aapachtigen, * vissen, * zeezoogdieren, 
* buideldieren, * insecten, * vlinders, 
* paardachtigen, * honden, * knaagdieren, etcetera (eigen inbreng mag en voeg deze dan toe aan de lijst in google spreadsheet waar je sowieso jullie namen invult achter de categorie die jullie hebben gekozen).

Slide 11 - Tekstslide

Binnen die categorie zoek je twee 'eigen' dieren op die je gaat tekenen.
 
Zoek een 'fotoportret' waar de dierenkop goed zichtbaar en met scherpe texturen op staat. (tip: Kies geen zwart dier)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Print het kwartetsjabloon uit. Deze staat in Classroom bij de opdracht (er is ook een voorbeeld)

Snij/knip de foto bij, zodat hij dezelfde verhouding heeft als het kwartetkader.

Bewaar het fotoportret goed, zolang je met je tekening bezig bent. 

Het kan het tekenen gemakkelijker maken om de foto van kleur naar zwart-wit te zetten.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe krijg ik het dierenportret in de juiste verhoudingen op papier?


Vereenvoudig de vorm.

Start met een basisvorm die je in de afbeelding kunt vinden. Hier is dat een soort cirkel.

Zoek schetsend met licht potlood naar de goede vorm en plek.
Kijk goed of de ruimte eromheen even groot is als op de afbeelding.

Slide 15 - Tekstslide

Nu voeg je steeds meer vormen toe die je in de afbeelding vindt. 
Je zoekt dus niet naar ogen, maar naar cirkels die in de goede grootte getekend moeten worden.
Je zoekt niet naar een neus maar naar een driehoek of rechthoek. 

Naarmate je verder tekent, ga je steeds kleinere dingen tekenen.

Slide 16 - Tekstslide

Als je dit vereenvoudigen van een afbeelding leert, kun je de meest complexe afbeeldingen op papier krijgen.

Oefening baart kunst!

Slide 17 - Tekstslide

  • Teken binnen het gegeven kwartetkader met licht potlood een dierportret: liefst recht van voren, maar bij sommige dieren is het duidelijker als het schuin van opzij getekend wordt.
  • Teken daarna met (kroontjes)pen/fineliner het portret over.
  • Kijk goed naar de huid/vacht! Probeer gebruik te maken van dikke / dunne, korte / lange, strakke / wiebelige lijnen. De textuur van de dierenhuid vormt je uitgangspunt.
  • Tip: in de ogen is vaak een glimlichtje te zien.
  • Arceer de donkere vlakken en schaduwpartijen. Hierdoor krijg je plasticiteit.
  • Teken gebogen lijnen op gebogen vormen. Teken dus met de vorm mee.
  • Gum als alles gedroogd is, de potloodlijnen uit.
  • Schrijf de soortnaam van jullie dieren boven aan de 4 kwartetkaarten.

Slide 18 - Tekstslide

Als je klaar bent, kun je dmv het invullen van de onderstaande rubrics beoordelen of je de leerdoelen behaald hebt. 

Markeer de onderdelen waaraan je werk voldoet en schrijf je puntentotaal eronder.

Daarna zal de docent je werk beoordelen op de leerdoelen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wanneer alles KLAAR is upload je foto's van de volgende 4 onderdelen in Classroom bij de opdracht:

- de zes textuurtekeningetjes (oefeningen in vakjes)
- de twee gebruikte foto's van dierenportretten
- je twee zelfgemaakte dierenkwartetkaarten
- je ingevulde rubricsformulier (markeer de onderdelen waaraan je werk voldoet en zet het puntentotaal eronder)
                                                   Succes en veel plezier!

Slide 21 - Tekstslide