Examentraining - historische gebeurtenissen

Examentraining - 
Historische gebeurtenissen

4 mavo
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 50 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Examentraining - 
Historische gebeurtenissen

4 mavo

Slide 1 - Tekstslide

Examentraining mavo 4 
Links naar handige youtube kanalen;





Slide 2 - Tekstslide

Historische gebeurtenissen
Examen mavo 4
  • Staatsinrichting van Nederland;
  • Historisch overzicht vanaf 1900.

In deze LessonUp staat een overzicht van de historische gebeurtenissen die je moet kennen op je examen. 

Slide 3 - Tekstslide

1848 - Grondwetswijziging 
  • Door de grondwetswijziging van 1848 werd Nederland een parlementaire democratie.
  • De koning kreeg minder macht. -> Koning werd onschendbaar en de ministers waren verantwoordelijk.

  • Onder leiding van de liberaal Thorbecke kreeg Nederland in 1848 een nieuwe Grondwet.
Democratie waarin burgers via gekozen volksvertegenwoordigers invloed hebben op het bestuur

Slide 4 - Tekstslide

1866- 1867 Luxemburgse kwestie
  • Dit was een politieke kwestie waarbij zowel Frankrijk als Duitsland van koning Willem III eisten dat hij Luxemburg aan hen afstond. 
  • Koning Willem III probeerde de in 1848 ingeperkte macht van de koning weer te vergroten, maar dat mislukte.

  • Willem III hield eerst de Tweede Kamer buiten de kwestie en negeerde daarna het recht van het parlement om de regering weg te sturen.  ->Later ontsloeg hij toch, met tegenzin, zijn ministers en vormde Thorbecke een nieuw kabinet. 

Slide 5 - Tekstslide

1887 - Caoutchouc-artikel 
Geleidelijke uitbreiding van het kiesrecht: Caoutchouc-artikel 

  • Wie geschikt was, mocht stemmen.
  • Dit was lastig te bepalen, het begrip was oprekbaar. (Vandaar 'rubberen' artikel. Caoutchouc betekent rubber in het Frans.)
  • Er werd nu niet meer gekeken naar hoeveel belasting iemand betaalt, maar ook of iemand geschikt was om te stemmen. -> het maakte een geleidelijke uitbreiding van kiesrecht mogelijk. 

Caoutchouc - rubber in het Frans

Slide 6 - Tekstslide

1914 - Moord Frans Ferdinand
28 juni 1914 
  • Troonopvolger Frans Ferdinand uit Oostenrijk -Hongarije werd doodgeschoten in Sarajevo door Gavrilo Princip (nationalist).

Aanleiding WO1
  • Dit was de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog. 
  • Daarna verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië

Slide 7 - Tekstslide

1917 - Russische Revolutie 
  • Russische volk kwam in opstand in 1917.
  • In februari 1917 werd de tsaar afgezet en in oktober 1917 kwam Lenin aan de macht.

Communisme
  • Lenin voerde het communisme in -> Rusland werd Sovjet-Unie. 
ideologie die streeft naar een klasseloze samenleving

Slide 8 - Tekstslide

1917 - Onbeperkte Duikbotenoorlog 
  • In 1917 besloot de Duitse keizer tot een onbeperkte duikbotenoorlog.

Wat hield dat in?
  • Duitse oorlogvoering op zee vanaf 1917 waarbij onderzeeërs alle vijandelijke schepen, ook vrachtschepen en passagiersschepen, tot zinken brachten.
-> De onbeperkte duikbotenoorlog was bedoeld om de Britten, die het grootste deel van hun voedsel overzee haalden, uit te hongeren. Maar dat mislukte.

Slide 9 - Tekstslide

1914 - 1918 Eerste Wereldoorlog
  • Aanleiding: moord Frans Ferdinand.
  • Eerste periode van de oorlog: eerst enthousiasme door nationalisme
  • Nederland bleef neutraal, maar maakte zich wel klaar voor een oorlog (mobilisatie)
  • WO1 was een totale oorlog: oorlog waaraan de hele maatschappij meedoet
  • Er was bij WO1 sprake van een wapenwedloop: strijd om het sterkste bewapend te worden
 sterke liefde voor het eigen volk, het verlangen naar een eigen staat en het streven om de eigen staat sterker te maken. 

deze mannen zagen een kans om zich in te zetten voor de ‘grotere zaak’ en zich verbonden te voelen met hun vaderland.

Slide 10 - Tekstslide

1917 - Pacificatie 
  • Politiek akkoord in 1917 over de invoering van het algemeen mannenkiesrecht en de financiële gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs.
  • Er kwam dus een einde aan de schoolstrijd. -> Dat was de strijd tussen liberalen en confessionelen om de financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. 

Slide 11 - Tekstslide

1917 - grondwet van 1917
  • Er kwam algemeen kiesrecht voor mannen -> actief en passief kiesrecht voor mannen / vrouwen alleen passief
kiesrecht)(Let op: vrouwen kregen pas in 1919 actief kiesrecht!)
  • De vervanging van het districtenstelsel door
een stelsel van evenredige vertegenwoordiging 
Kiessysteem waarbij het aantal zetels van partijen afhankelijk is van het aantal landelijk behaalde stemmen. 
Kiessysteem waarin het land is verdeeld in districten, die elk een of meer afgevaardigden kiezen. 

Slide 12 - Tekstslide

1918 - vergissing van Troelstra
  • Met als voorbeeld de Russische Revolutie van 1917
  • Mislukte revolutie, Nederland was hier niet klaar voor. Dit had Troelstra verkeerd ingeschat.  -> vergissing van Troelstra

  • Het was de tijd van WO1: dus in Nederland vluchtelingen vanuit België en mobilisatie (klaarmaken en voorbereiden op oorlog)

Slide 13 - Tekstslide

1919 Verdrag van Versailles

  • Duitsland werd gezien als schuldige in WO1 en moest herstelbetalingen doen.
  • Duitsland moest grote stukken land en koloniën afstaan.
  • Duitsland leger en vloot verkleinen (demilitarisatie)
  • Oprichting Volkenbond. 






 betalen voor het herstel van de toegebrachte schade.
Bekijk de korte video over het Verdrag van Versailles
https://schooltv.nl/video/het-verdrag-van-versailles-vredesondertekening-na-de-eerste-wereldoorlog/#q=verdrag%20van%20versailles

Slide 14 - Tekstslide

1919 - Oprichting Volkenbond
  • Deze volkenorganisatie moest bemiddelen bij ruzies tussen landen.  
  • De oprichting van de Volkenbond was één van de punten uit het Verdrag van Versailles 
  • Het doel van de Volkenbond was het voorkomen van oorlog. 
  • Sovjet-Unie en Duitsland mochten eerst geen lid worden van de Volkenbond (gevaar communisme en rol WO1)
het vredesverdrag waarmee de Eerste Wereldoorlog werd afgesloten.

Slide 15 - Tekstslide

1923 - Bezetting van het Ruhrgebied
  • Na WO1 werd Duitsland als schuldige gezien en moesten zij herstelbetalingen doen. 
  • Duitsland kwam in een economische crisis. 
  • Duitsland kon niet meer aan de herstelbetalingen voldoen, waarop Frankrijk het Ruhrgebied bezette.

--> oplossing Dawesplan 1924 om economie op gang te helpen.

Slide 16 - Tekstslide

1923 - Mislukte Staatsgreep van Hitler
  • Ook wel Bierkeller Putsch  genoemd. 
  • Hitler probeerde in München een staatsgreep te plegen, dit mislukte. 
  • Hitler kwam in de gevangenis terecht en schreef toen 'Mein Kampf'

Slide 17 - Tekstslide

1924 - Dawesplan
  • Na WO1 kwam Duitsland in een economische crisis terecht. 
  • Het Dawesplan  

Slide 18 - Tekstslide

1926 - Duitsland lid van Volkenbond
  • Onderdeel van het Dawesplan was dat Frankrijk het Ruhrgebied teruggaf gaan Duitsland. (De-escalatie)
  • In 1926 mag Duitsland lid worden van de Volkenbond; Volkenbond kan geen vrede met Duitsland bewaren als Duitsland niet in de Volkenbond zit! 
  • Dit was een positieve stap; mensen hebben hoop voor de toekomst.

Slide 19 - Tekstslide

1929 - Beurskrach (Beurscrash) Wallstreet
Plotselinge daling van de koersen op de aandelen beurs (New York- Wallstreet)
  • Ook wel genoemd: De Wereldcrisis van 1929
  • Wereldeconomie stoort in door de waarde vermindering van aandelen (einde van het Dawes-plan)
  • De Verenigde Staten kunnen niet meer handelen met/ investeren in Europa > Wereldwijde crisis

Slide 20 - Tekstslide

1933 - Hitler aan de macht
  •  Na de economische crisis belooft Hitler het volk te helpen. Aanpak economie een succes.
  • Groei NSDAP
  • 1933 door democratische verkiezingen aan de macht.
  • Schaft de democratie bij benoeming tot  Rijkskanselier af. Hitler krijgt de titel: Führer (Leider).  

Slide 21 - Tekstslide

1938  - Kristallnacht
  • 9-10 november 1938
  • Ook wel: ''nacht van het gebroken glas.''
  • Een door Nazi's georganiseerde actie tegen Joden in Duitsland.
  • Zichtbare uiting van antisemitisme met fysiek geweld.
  • De verwoesting/ bekladden van synagoge 's, joodse winkels, begraafplaatsen etc.

Slide 22 - Tekstslide

1938 - Anschluss 
  • (afgedwongen) Aansluiting van Oostenrijk bij Duitsland. 
  • "Heim ins Reich": Alle Duitssprekende volken (landen) aansluiten bij het Duitse rijk.

Slide 23 - Tekstslide

1938 - Conferentie van Munchen
  • Internationale kritiek op Hitler na Anschluss (tegen verdrag v. Versailles)
  • Hitler wil Sudetenland (Duitstalige deel Tsjecho-Slowakije) bij het Duitse Rijk voegen.
  • In het kader van appeasement-politiek komt er overleg.
  • Engeland, Frankrijk, Italië en Duitsland bespreken dat Hitler Sudetenland in mag nemen als Hitler belooft om de vrede te bewaren (Tsjecho-Slowakije zelf mocht niet meepraten)
  • Hitlers brak zijn belofte en nam uiteindelijk ook de rest van Tsjecho-Slowakije in.

Slide 24 - Tekstslide

1939 - Niet-aanvalsverdrag
  • Verdrag tussen Duitsland en de Sovjet Unie (schokkend voor de wereld)
  • Stalin en Hitler verdelen in het geheim Polen.

Slide 25 - Tekstslide

1939 - Duitse invasie van Polen
  • 1 september 1939 invasie van Polen.
  • Engeland en Frankrijk verklaren Duitsland de oorlog
  • Start van de Tweede Wereldoorlog 
  • Toepassing Blitzkrieg door Nazi Duitsland.
  • Later in september valt de Sovjet Unie Oost Polen binnen
  • Polen na overgaven verdeeld tussen Duitsland en de Sovjet Unie.

Slide 26 - Tekstslide

1940 - Bombardement op Rotterdam 
  • Duitsland dreigt met het bombardement op Rotterdam (en overige steden) als Nederland niet snel zou capituleren.
  •  Nederland capituleerde op: 14 mei 1940 (begin Duitse bezetting)
  • Door onduidelijke communicatie werd Rotterdam gebombardeerd.  

Slide 27 - Tekstslide

1940 - Slag om Engeland (Battle of Britain)  
  • Hitler wilde na Polen, Frankrijk, Nederland, België en Luxemburg veroverd te hebben > Engeland bezetten
  • In de zomer van 1940 begon een hevige luchtoorlog; Duitse vliegtuigen bombardeerden Engeland onophoudelijk.
  • Veel Engelse burgerslachtoffers, maar Engeland geeft niet op.
  • Door de uitvinding van de radar kunnen de Engelsen veel Duitse bommenwerpers neerschieten. Duitsland geeft in het najaar van 1940 op.
  • Eerste "nederlaag" voor Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Slide 28 - Tekstslide

1941 - Februaristaking in Amsterdam
  • Grote staking onder de Amsterdamse bevolking tegen de anti-Joodse maatregelen.
  • aanleiding was dat er tijdens een razzia 427 Joodse Amsterdammers met veel geweld waren opgepakt
  • De staking begon onder het trampersoneel, maar uiteindelijk deden er tienduizenden stakers mee.
  • De Duitsers maakte met geweld een einde aan de staking en stakers werden vervolgd en gestraft. 

Slide 29 - Tekstslide

1941 - Operatie Barbarossa 
  • Juni 1941; Hitler breekt het niet-aanvalsverdrag met Stalin.
  • Het plan was een snelle verassingsaanval op de S.U. (Blitzkrieg)
  • Hitler wilde meer grondgebied veroveren voor het Duitse volk; hij wilde "Lebensraum" (leefruimte).
  • Engeland en de S.U. spreken af samen tegen de Duitsers te vechten; het begin van het bondgenootschap de geallieerden.
  • aanvankelijk was Barbarossa succesvol

Slide 30 - Tekstslide

1941 - Pearl Harbor 
  • Verrassingsaanval van Japan op de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaii. 
  • Datum: 7 december 1941 
  • Groot deel van de Amerikaanse vloot wordt verwoest.
  • Door de aanval raakt Amerika betrokken bij de Tweede Wereldoorlog 

Slide 31 - Tekstslide

1942 - 1943  Slag om Stalingrad
  • Keerpunt aan het Oostfront/ einde succes Barbarossa
  • Slechte voorbereiding op de Winter door Nazi Duitsland
  • langdurige en bloedige strijd waarbij de Sovjet Unie de overhand krijgt.
  • Duitse militaire nederlaag. Start van de opmars van de Sovjet Unie. 

Slide 32 - Tekstslide

6 juni 1944 - D-day
  • Geallieerden landingen op de kust van Normandië (Frankrijk)
  • Het doel was om West-Europa van de Duitsers te bevrijden.
  • Duitsland vocht nu in een tweefronten oorlog.

Slide 33 - Tekstslide

1944 - Operatie Market Garden
  • Plan van de geallieerden om Nederland vanuit het Zuiden te bevrijden.
  • Grote landingsoperaties met parachutisten om belangrijke doelen in te nemen.
  • De operatie mislukte omdat het Duitse leger de stad Arnhem terugveroverde van de parachutisten.
  • Uiteindelijk werden alleen delen van Limburg en Noord-Brabant bevrijd.

Slide 34 - Tekstslide

1944 - 1945 de Hongerwinter
  • september 1944 roept de Nederlandse regering vanuit Londen op tot een spoorwegstaking.
  • Doel van de Nederlandse regering was om de Duitsers in Nederland te verzwakken.
  • Door de staking kwam de voedselvoorziening in de steden boven de grote rivieren in gevaar.
  • Er ontstonden grote tekorten aan voedsel en brandstof voor de kachel.
  • In de strenge winter van 1944-1945 stierven hierdoor ruim 20.000 mensen

Slide 35 - Tekstslide

5 mei 1945 - De Bevrijding
  • Eind 1944 waren alleen delen van Limburg en Noord-Brabant bevrijd. 
  • Het duurde tot april 1945 voordat Oost-Nederland bevrijd werd.
  • Op 5 mei 1945 werd ook het Westen van Nederland bevrijd.
  • Omdat heel Nederland op 5 mei 1945 bevrijd was vieren wij op 5 mei Bevrijdingsdag.

Slide 36 - Tekstslide

15 augustus 1945 - Atoombommen
  • In Europa was de oorlog voorbij, maar in Azië nog niet.
  • Het Amerikaanse leger berekende dat bij een invasie van Japan nog tienduizenden Amerikaanse soldaten zouden sterven.
  • De Amerikaanse president Truman gaf daarom het bevel; een eerste atoombom viel op Hiroshima en omdat Japan zich eerst nog niet wilde overgeven viel een tweede atoombom op Nagasaki. 
  • Na het vallen van de tweede bom gaf Japan zich over, de oorlog was voorbij.

Slide 37 - Tekstslide

1947 - 1948 - Politionele acties
  • 15 augustus 1945 was Indonesië bevrijd van de Japanners. 
  • Soekarno riep de onafhankelijke Republiek Indonesië uit
  • Nederland erkende deze onafhankelijkheid niet.
  • Onderhandelingen tussen NL en Indonesië mislukte.
  • NL voerde in juli 1947 en december 1948 militaire acties uit.

Slide 38 - Tekstslide

1948 - 1949 Blokkade van Berlijn
  • Na W.O. II waren Duitsland en Berlijn in tweeën gedeeld; een Oostblok en een Westblok, de stad Berlijn lag volledig in het Oostblok.
  • Via West-Berlijn kon men vrij naar het Westblok reizen; Stalin wilde dit tegenhouden.
  •  Daarom werden van juni 1948 tot mei 1949 alle toegangswegen tot West-Berlijn afgesloten.
  • Stalin hief in 1949 de blokkade weer op; deze had geen effect door de 'luchtbrug'  van de Amerikanen.

Slide 39 - Tekstslide

1949 - Soevereiniteitsoverdracht
  • Er is veel internationale kritiek op NL en de politionele acties.
  • De VS dreigt de Marshall-hulp aan NL te stoppen.
  • NL heeft de financiële steun van de VS nodig voor de wederopbouw.
  • Onder deze druk droeg NL op 27 december 1949 officieel de soevereiniteit over

Slide 40 - Tekstslide

1956 - Hongaarse Opstand
  • In  oktober 1956 kwamen de Hongaren in opstand tegen het Sovjet regime.
  • Deze volksopstand was de eerste keer dat inwoners van een land van de Sovjet-Unie openlijk tegen het communisme protesteerde; dit kreeg wereldwijd veel aandacht.
  • De opstand is uiteindelijk mislukt; het Sovjet leger heeft met veel geweld een einde gemaakt aan de opstand.
  • Het verloop van deze opstand liet aan de wereld zien hoe de Sovjet-Unie tegen haar eigen burgers optrad.

Slide 41 - Tekstslide

1961 - Bouw Berlijnse Muur
  • Na de mislukte blokkade van Berlijn wilde Stalin nog steeds  ervoor zorgen dat mensen uit het Oostblok niet via West-Berlijn naar het Westen vluchten.
  • Daarom werd in 1961 de Berlijnse muur gebouwd; een muur om heel West-Berlijn heen.
  • Mensen konden nu niet langer naar het Westen vluchten.

Slide 42 - Tekstslide

1962 - Cubacrisis
  • Cuba werd na een revolutie onder leiding van Fidel Castro communistisch.
  • De VS probeerde het regime van Castro af te zetten, maar dit mislukte.
  • Als reactie hierop zocht Castro hulp van de SU; de SU wilde kernkoppen plaatsen op het eiland en stuurde schepen met de kernkoppen naar Cuba.
  • De Amerikaanse president Kennedy kon dit niet toestaan en kondigde een blokkade rond Cuba aan.
  • Uiteindelijk keerde de Russische schepen om, maar de wereld was nog nooit zo dicht bij een kernoorlog geweest (heetste punt Koude Oorlog)

Slide 43 - Tekstslide

1968 - Praagse Lente
  • De leider van Tsjecho-Slowakije stond hervormingen in het land toe die minder streng communistisch waren.
  • Als reactie hierop wilde het volk meer vrijheden en hervormingen, dit leidde tot onrust en demonstraties in de hoofdstad.
  • Het Warschaupact leger werd ingezet en dit leidde tot een korte (burger)oorlog in Tsjecho-Slowakije tussen het Warschaupact leger en het Tsjecho-Slowaakse leger en de bevolking.
  • Uiteindelijk was ook deze volksopstand niet succesvol en werd dus met veel geweld (een invasie) onderdrukt. 

Slide 44 - Tekstslide

1983 - Grondwetswijziging
Grondwetswijziging 1983: opnemen van sociale grondrechten (bescherming door de overheid) = recht op:
bestaanszekerheid / onderwijs / gezondheidszorg / woongelegenheid
bewoonbaarheid van het land / werk / rechtsbijstand

Slide 45 - Tekstslide

1989 Val Berlijnse Muur
  • Door het beleid van Gorbatsjov wilde steeds meer satellietstaten vrijheid en af van het communisme.
  • In Oost-Duitsland werd ook massaal tegen de communistische regering gedemonstreerd.
  • Toen duidelijk werd dat Gorbatsjov dit keer niet ging ingrijpen stond de Oost-Duitse regering toe om de doorgangen in de muur beperkt open te stellen. 
  • Dit leidde tot het spontaan en massaal afbreken/ slopen van de muur.

Slide 46 - Tekstslide

1990 - 1991 - Uiteenvallen Sovjet Unie
  • Door Glasnost en Perestrojka waren de burgers van de Sovjet-Unie ontevreden; de prijzen stegen en er ontstonden voedseltekorten.
  • In de satellietstaten kozen de burgers hun eigen parlementen en leiders; een voor een verklaarde zij zich onafhankelijk en Gorbatsjov stuurde geen soldaten om dat te stoppen.
  • Na een mislukte staatsgreep bleef Gorbatsjov aan de macht van de uit elkaar vallende SU, kort daarna verklaarde hij dat de SU ontbonden werd.
  • Rusland en de andere voormalige Oostblok landen werden veelal democratisch en kapitalistisch.

Slide 47 - Tekstslide

1993  
  • De Nederlandse autonomie onder druk door de
verandering van EG naar EU (1993)
  • Meer en meer werd vanaf nu bepaalde op EU niveau i.p.v. op landelijk niveau.

Slide 48 - Tekstslide

11-9-2001 
  • Niet iedereen is het eens met de Westerse manier van leven.
  • Op 11 september 2001 kaapten terroristen van de terreurgroep Al Qaida 4 Amerikaanse passagiersvliegtuigen. 
  • Twee van deze vliegtuigen vlogen tegen de Twin Towers in New York, een vliegtuig stortte neer op het Pentagon en een stortte neer zonder het bedoelde doelwit te raken. 
  • Met deze gebeurtenissen begon een reeks aan latere terreuraanslagen en de 'war on terror'. 

Slide 49 - Tekstslide

06-05-2002
  • Op 6 mei 2002 werd de Nederlandse politicus Pim Fortuyn vermoord, 9 dagen voor de verkiezingen
  • Volgens de peilingen zou zijn partij, Lijst Pim Fortuyn (LPF), de grootste worden.
  • Pim Fortuyn was een populistische politicus en had kritiek op immigratie en de Islam.
  • Mede door zijn dood namen het populisme en xenofobie in NL toe.
  • Uit zijn gedachtengoed is o.a. de PVV ontstaan.

Slide 50 - Tekstslide