BS 5.1: Het ademhalingsstelsel van de mens

BS 5.1: Het ademhalingsstelsel van de mens
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS 5.1: Het ademhalingsstelsel van de mens

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Terugblik basisstof 4.6
  2. Leerdoelen
  3. Uitleg basisstof 5.1
  4. Opdrachten maken
  5. Wat hebben we geleerd?

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik BS 4.6
  1. Welke 4 soorten tanden hebben we?
  2. Waar kan je gaatjes door krijgen en hoe verloopt dat proces?
  3. Wat zijn herbivoren, omnivoren en carnivoren?
  4. Wat voor kiezen hebben ze?
  5. Hoe lang is hun darmkanaal?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel van de mens noemen met hun kenmerken en functies
  • Je kunt verschillen tussen ingeademde en uitgeademde lucht noemen
  • Je kunt de voordelen van neusademhaling benoemen


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Welke onderdelen van het ademhalingsstelsel ken je?

Slide 6 - Woordweb

Ademhalingsstelsel
  • Neusholte
  • Mondholte
  • Keelholte
  • Strottenhoofd
  • Luchtpijp
  • Bronchiën
  • Luchtpijptakje
  • Longblaasje
  • Long

Slide 7 - Tekstslide

Is ademen via de mond of via de neus beter?
A
Via de mond
B
Via de neus
C
Maakt geen verschil

Slide 8 - Quizvraag

Neusholte
In neusholte: neusharen en neusslijmvlies (slijmproducerende cellen en trilhaarcellen)
  • Neusharen: houden stofdeeltjes tegen
  • Neusslijmvlies: kleine stofdeeltjes en ziekteverwekkers blijven kleven
  • Trilhaarcellen: verplaatsen slijm naar de keelholte





Slide 9 - Tekstslide

Keelholte
Hierin zitten de huig en het strotklepje.
Beide van kraakbeen.
  • De huig: sluit de neusholte af bij slikken
  • Het strotklepje: sluit de luchtpijp af bij slikken



Slide 10 - Tekstslide

Ademhalen – Slikken – Verslikken
  • Ademhalen: huig en strotklepje staan open
  • Slikken: huig en strotklepje staan dicht
  • Verslikken: huig en strotklepje staan open

Slide 11 - Tekstslide

Luchtpijp
  • Aan de binnenkant bekleed met slijmvlies
  • Wand is stevig door kraakbeenringen
  • Functie: open houden van de luchtpijp.
  • Lijkt op een stofzuigerslang

Slide 12 - Tekstslide

Bronchiën
  • Binnenkant bekleed met slijmvlies
  • Wand is stevig door kraakbeen ringen
  • Vertakken zich steeds in fijnere buisjes (luchtpijptakjes)
  • De wanden van de luchtpijptakjes bevatten spiertjes

Slide 13 - Tekstslide

Wat voor bloed komt er aan bij de longblaasjes en wat voor bloed stroomt weg van de longblaasjes?
A
Zuurstofarm bloed komt aan Zuurstofrijk bloed stroomt weg
B
Zuurstofrijk bloed komt aan Zuurstofarm bloed stroomt weg
C
Er komt geen bloed bij de longblaasjes

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Hoe heten de kleine bloedvaatjes (1 cellaag dik) om de longblaasjes heen?

Slide 16 - Open vraag

Wat zit er in lucht?

Slide 17 - Tekstslide

Ingeademde lucht
  • Bevat veel zuurstof (21%)
  • Bevat weinig koolstofdioxide (0,04%)
  • Bevat weinig waterdamp
  • Heeft een lage temperatuur (lager dan 32 °C)
Uitgeademde lucht
  • Bevat weinig zuurstof (17%)
  • Bevat veel koolstofdioxide (4%)
  • Bevat veel waterdamp
  • Heeft een hoge temperatuur (32 °C)

Slide 18 - Tekstslide

Opdrachten maken (K)
BS 5.1: opdrachten 1, 2, 3, 6, 7

Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten maken (GT)
BS 5.1: opdrachten 1, 2, 3, 5, 6

Slide 20 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?
  1. Welke drie onderdelen zitten in de neusholte?
  2. Wat doet de huig?
  3. Wat doet het strotklepje?
  4. Waardoor zijn de luchtpijp en bronchiën stevig?
  5. Hoe heten de vertakkingen van bronchiën?
  6. Wat doen de longblaasjes?
  7. Waar bestaat lucht het meest uit?

Slide 21 - Tekstslide