3HAVO - H4 - Lezen - opdracht 2

Lezen - opdracht 2
Nieuw Nederlands - 3HAVO - H4
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lezen - opdracht 2
Nieuw Nederlands - 3HAVO - H4

Slide 1 - Tekstslide

We lezen eerst met elkaar tekst 2 op blz. 115/116
'Sociale dienstplicht? Weg ermee!' 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 3 - Open vraag

De woorden links staan onderstreept in de tekst. Zoek in de rechter rij de betekenis die elk woord in de tekst heeft.
mee laten doen
in het voordeel spreken van
geleidelijk; niet in één keer
grote belangstelling; stormloop
belast
betrekken (al. 1)
pleiten voor (al. 1)
stapsgewijs (al. 3)
run (al. 4)
opgezadeld (al. 4)

Slide 4 - Sleepvraag

zijn enthousiast
steeds meer aandacht hebben voor
is iets totaal anders dan
ernstig
niet hetzelfde doen als daarvoor
staan te juichen (al. 5)
oog krijgen voor (al. 6)
staat haaks op (al. 6)
nijpend (al. 7)
uit een ander vaatje tappen (al. 7)

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is het standpunt van de auteur?

Slide 6 - Open vraag

Aan welk signaalwoord herken je het standpunt?

Slide 7 - Open vraag

Vul op basis van alinea 2 in wat er in het blokjesschema bij a, b en c moet komen te staan.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het tweede argument waarmee de auteur haar standpunt ondersteunt?

Slide 10 - Open vraag

Aan welk signaalwoord herken je dit argument?

Slide 11 - Open vraag

Formuleer in eigen woorden het derde argument waarmee de auteur haar standpunt ondersteunt. (al. 4)

Slide 12 - Open vraag

Wat is het vierde argument vóór het standpunt van de auteur? (al. 5)

Slide 13 - Open vraag

‘Ten slotte zitten het leger, andere organisaties en zorginstellingen niet echt op hulptroepen in het kader van de sociale dienstplicht te wachten (…).’ (al. 5)
Waaruit blijkt dat? Noem twee dingen.

Slide 14 - Open vraag

Wat is het eerste argument tegen het standpunt van de auteur?

Slide 15 - Open vraag

Met welke twee argumenten wordt dit argument ondersteund?

Slide 16 - Open vraag

Formuleer in eigen woorden het tweede argument tegen het standpunt van de auteur. (al. 7)

Slide 17 - Open vraag

Citeer de zin waarmee de auteur dit argument weerlegt. Vul de eerste twee en de laatste twee woorden in.

Slide 18 - Open vraag

Aan welk signaalwoord herken je de weerlegging?

Slide 19 - Open vraag

Welke kenmerken van een slot herken je in alinea 8?

Slide 20 - Open vraag