Les 8 samenvatting

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Jeudi 13 avril
Les objectifs pour aujourd'hui :
- Herhaling: de lidwoorden;
- Herhaling: het bezittelijk voornaamwoord;
- Herhaling: werkwoorden in -er;
- Nieuw: jij kunt het werkwoord "être" (zijn) vervoegen

Slide 2 - Tekstslide

Tout le monde parle !
Tu mets le français dans ...

Tu mets le néerlandais dans ...

Slide 3 - Tekstslide

het meisje
A
la fille
B
le fille
C
un fille
D
une fille

Slide 4 - Quizvraag

een meisje
A
la fille
B
le fille
C
un fille
D
une fille

Slide 5 - Quizvraag

een jongen
A
le garçon
B
la garçon
C
un garçon
D
une garçon

Slide 6 - Quizvraag

Lidwoorden enkelvoud
  • De/het 
                      le / la / l' 
  • Een
                      un / une

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het meervoud van "le", "la" of "l'"?
A
un
B
une
C
les
D
des

Slide 8 - Quizvraag

Le, la, l'  --------------------------> LES
un, une  -------------------------> DES (niet vertalen!)
Enkelvoud
Meervoud

Slide 9 - Tekstslide

Is dit goed? C'est bien ?
Les fille.
Oui
Non

Slide 10 - Poll

De meervoud
la fille = les filles
le garçon = les garçons

Slide 11 - Tekstslide

Exercice
Maak de woorden meervoud:
1/ la maison (het huis) =
2/ la ville (de stad) = 
3/ l'immeuble (het gebouw) =
4/ le livre (het boek) = 
5/ le tee-shirt = 

Slide 12 - Tekstslide

Le tee-shirt est
A
bleu
B
bleue
C
bleus
D
bleues

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Les kiwis (m) sont
A
vert
B
verte
C
verts
D
vertes

Slide 16 - Quizvraag

Je danse :
A
Jij danst
B
Ik dans
C
Hij danst
D
Wij dansen

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Tout le monde parle !
Je danse - E
Tu danses - ES
Il danse - E
Elle danse - E

Slide 19 - Tekstslide

je danse
tu danses
il danse
elle danse
ik dans
jij danst
hij danst
zij danst

Slide 20 - Sleepvraag

Le verbe "être"
Nout est un garçcon.
Phaedra est une fille.

Wat betekent "is"?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Vertaling?
ik ben
hij is
jij bent

zij is

  je suis
il est
tu es
elle est

Slide 23 - Sleepvraag

Ik ben
Jij bent
Hij is
Zij is
Tu es
Elle est
Je suis
Il est

Slide 24 - Sleepvraag

Het huiswerk - vervoeg de werkwoorden
1/ Je (parler) français
2/ Tu (être) une fille
3/ Elle (danser) bien !
4/ Je (être) sérieux
5/ Bram (être) à Hildebrand van Loonschool
6/ Tu (écouter) bien !
7/ Nous (sauter) dans la classe

Slide 25 - Tekstslide