§3.3 Ik hou van Holland

Welkom in de les
  • Bedenk goed waar je gaat zitten
  • Boeken en andere spullen op tafel en tassen op de grond! 
  • Houd je telefoon bij de hand.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
  • Bedenk goed waar je gaat zitten
  • Boeken en andere spullen op tafel en tassen op de grond! 
  • Houd je telefoon bij de hand.

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Wat vinden wij een grens?
Welke soorten gebieden zijn er?
Wat hoort wel binnen onze grenzen en wat niet?

Slide 2 - Tekstslide

Wat voor soort grens zie je op de foto?
A
Harde kunstmatige grens
B
Harde natuurlijke grens
C
Zachte kunstmatige grens
D
Zachte natuurlijke grens

Slide 3 - Quizvraag

Wat voor soort regio zie je op de foto?
A
culturele
B
landschappelijke
C
economische
D
bestuurlijke

Slide 4 - Quizvraag

Wat hoort allemaal tot ons territorium?

Slide 5 - Open vraag

Welk begrip hoort hierbij?
Het gebied dat loopt tot 12 zeemijl uit de kust.

Slide 6 - Open vraag

§3.3 Ik hou van Holland 
Leerdoelen

Welke verschillende indentiteiten zijn er in Nederland?
Er zijn identiteiten op nationale, regionale en lokale niveau's
Hoe kan tolerantie zorgen voor acceptatie of uitsluiting

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

identiteit
Identiteit = wat eigen is aan iemand
Identiteit is een combinatie van opvallende kenmerken zoals taal en tradities (cultuur)

Voorbeelden:
 Friezen spreken hun eigen taal
 (fierljeppen) en doen aan skûtsjesilen.
 
Limburgers spreken met een zachte ‘g’ en hebben carnaval en Limburgse vlaai.

Slide 9 - Tekstslide

Nationale identiteit: het beeld dat buitenlanders hebben over Nederland: klompen, tulpen en molens.

Slide 10 - Tekstslide

identiteit
Binnen Nederland verschillen in identiteit

Regionale identiteit zorgt voor: verschillen in een land, maar ook eenheid in een regio.

Regionalisme: regionale identiteit belangrijker dan nationale identiteit. 

Lokalisme: lokale identiteit belangrijker dan regionale of nationale identiteit.

Slide 11 - Tekstslide

Oranje wint goud, zilver en brons
Amsterdamse grachten
Land: nationale identiteit
Gebied: regionale identiteit
Stad: lokale identiteit
Mens: persoonlijke identiteit

Jongerencultuur Gothic
Zeeuwse klederdracht

Slide 12 - Tekstslide

Tolerantie
Uitsluiting: bij verhuizing naar een gebied met een andere identiteit word je niet geaccepteerd.
Insluiting: na een tijdje ga je bij de nieuwe groep horen.
Tolerantie: de groep verdraagt een nieuweling
Identiteit:
kan samenhangen met een regio;   
kan ook samenhangen met andere soorten groepen (bijv. skaters of rappers). Jongerencultuur (maatschappijleer 1)

Slide 13 - Tekstslide

§3.3 Ik hou van Holland 
Leerdoelen

Welke verschillende indentiteiten zijn er in Nederland?
Er zijn identiteiten op nationale, regionale en lokale niveau's
Hoe kan tolerantie zorgen voor acceptatie of uitsluiting

Slide 14 - Tekstslide