B3: Bevruchting dab

Wordt deze plant bestoven door insecten of door de wind?
A
Insecten
B
Wind
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wordt deze plant bestoven door insecten of door de wind?
A
Insecten
B
Wind

Slide 1 - Quizvraag

Wordt deze plant bestoven door insecten of door de wind?
A
Insecten
B
Wind

Slide 2 - Quizvraag

Is 2 kruisbestuiving of zelfbestuiving?
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving

Slide 3 - Quizvraag

Is 3 kruisbestuiving of zelfbestuiving?
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving

Slide 4 - Quizvraag

Van welk soort bloem is het
stuifmeel in de foto?
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 5 - Quizvraag

Van welk soort bloem is het
oranje stuifmeel in de foto? En
hoe kun je dat zien?

Slide 6 - Open vraag

B3: Bevruchting
Ik kan beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt
Ik kan de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven
Ik kan een verslag schrijven en mijn kennis toepassen

Slide 7 - Tekstslide

B3: Bevruchting

  • Bestuiving: stuifmeel komt op de stempel terecht
  • Stuifmeel vormt een stuifmeelbuis en groeit via de stijl naar het zaadbeginsel
  • Bevruchting: kern stuifmeelkorrel versmelt met eicel

Slide 8 - Tekstslide

Wat is bevruchting?
A
Het moment dat stuifmeel op de stamper komt
B
Het moment dat de kern van de stuifmeelkorrel en eicel versmelten
C
Als het zaadje ontstaat
D
Als de vrucht rijp is

Slide 9 - Quizvraag

Wat is bestuiving?
A
Het moment dat stuifmeel op de stamper komt
B
Het moment dat de kern van de stuifmeelkorrel en eicel versmelten
C
Als het zaadje ontstaat
D
Als de vrucht rijp is

Slide 10 - Quizvraag

B3: Bevruchting

  • Door bevruchting ontstaat de bevruchte eicel
  • De kern bevat dan chromosomen van de mannelijke en vrouwelijke geslachtscel

Slide 11 - Tekstslide

B3: Bevruchting

Bevruchte eicel
  • Door celdelingen ontstaat een kiem
  • Zaadbeginsel wordt een zaad 
  • Elk zaad bevat een kiem. Dit kan uitgroeien tot een kiemplantje

Slide 12 - Tekstslide

Waaruit ontstaat het vruchtvlees?
A
Bevruchte eicel
B
Zaadbeginsel
C
Vruchtbeginsel
D
Bloembodem

Slide 13 - Quizvraag

Het zaadbeginsel is de voorloper van....... Het vruchtbeginsel de voorloper van.........
A
het zaad - de vrucht
B
de stamper - de vrucht
C
het zaad - de bloem
D
de bloem - de vrucht

Slide 14 - Quizvraag

B3: Bevruchting

Bevruchte eicel
  • Uit elk zaadbeginsel waar de eicel is bevrucht kan een zaad ontstaan
  • Er kunnen dus meerdere zaden ontstaan in een vruchtbeginsel!

Slide 15 - Tekstslide

Een peer heeft 6 zaadjes, hoeveel eicellen zijn er dan bevrucht?
A
3
B
6
C
12
D
Dat is niet te zeggen

Slide 16 - Quizvraag

Leren onderzoeken 1 (p.220)
Een onderzoek schriftelijk presenteren
- Geef je onderzoek een titel
- Schrijf een inleiding
- Stappen van het onderzoek: onderzoeksvraag, hypothese, benodigdheden, werkplan, resultaten, conclusie

Hier hoort Practicum 4 bij! Pagina 225 uit je werkboek. Instructies staan ook op Showbie. 

Slide 17 - Tekstslide