C-NED4 werkles 5 - Anne

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke spellingstrategie
gebruik je bij woorden
met -lijk en -ig?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Welke regel past iemand onterecht toe als hij schrijft 'woordt van het jaar'?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Welke strategieën moet een cafébaas oefenen als hij 'koud' goed wil leren spellen?
A
woordbeeld- en regelstrategie (verenkelingsregel)
B
hulpstrategie en regelstrategie (verlengingsregel)
C
fonologische strategie en regelstrategie (verdubbelingsregel)
D
woordbeeld- en regelstrategie (verlengingsregel)

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Welke woorden zijn fout gespeld in deze Pinterest-post?
A
jouw
B
inspiratie ideetjes
C
versiert
D
herfstsferen

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Welke strategie kun je toepassen om de eerste twee lettergrepen van 'oplaadpunt' goed te spellen?
A
regelstrategie
B
woordbeeldstrategie
C
hulpstrategie
D
fonologische strategie

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Sleep de omschrijving naar het juiste begrip
spellingbewustzijn
spellinggeweten
transferprobleem
de mate waarin een leerling op zijn eigen spellingvaardigheid kan reflecteren
de mate waarin een leerling een correcte spelling belangrijk vindt
de in de spellingsles aangeleerde vaardigheden worden niet toegepast in andere schrijfsituaties

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Tot welke spellingcategorie behoren fouten zoals 'kindren', 'schomlen', 'gistren' en 'eiren'?
A
Woorden met mmkmm
B
Woorden met -em, -elen, -enen of -eren
C
Woorden met be-, ge-, ver-, te-, -el, -er, -en
D
Samengestelde woorden

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Welke strategie leer je een kind aan als het de volgende fouten maakt? Sleep de fout naar de juiste strategie.
woordbeeldstrategie
fonologische strategie
regelstrategie
analogiestrategie
Sjofeur (chauffeur)
durk (druk)
roover (rover)

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide