2.2 Het atoom

2.2 Het atoom
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.2 Het atoom

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag 
  • Terugblik 2.1 Het elektromagnetisch spectrum
  • Uitleg 2.2:
  • Moleculen -> Atomen -> Protonen, Neutronen, Elektronen
  • Drie typen kernstraling
  • Halveringstijd

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 2.2
Aan het einde van de les
  • weet je waaruit alle materie op aarde is opgebouwd.
  • weet je welke deeltjes er vrijkomen bij de verschillende     soorten radioactief verval. 
  • kan je rekenen met de halveringstijd.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten we nog?

Slide 4 - Tekstslide

Licht is een voorbeeld van elektromagnetische straling.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Röntgen en gammastraling zijn elektromagnetische straling
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Bij de douanecontrole worden röntgenstralen gebruikt om in containers te kijken. Röntgenstraling is elektromagnetische straling.
Enkele soorten elektromagnetische straling zijn:
A
radiogolven, geluidsgolven en magnetisme.
B
radiogolven, watergolven en infrarood.
C
radiogolven, infrarood en ultraviolet.
D
radiogolven, magnetisme en watergolven

Slide 7 - Quizvraag

Je ziet het elektromagnetisch spectrum. A = ?
A
Röntgenstraling
B
UV-straling
C
IR-straling
D
Microgolfstraling

Slide 8 - Quizvraag

Je ziet het elektromagnetisch spectrum. D = ?
A
Röntgenstraling
B
UV-straling
C
IR-straling
D
Microgolfstraling

Slide 9 - Quizvraag

Deze typen straling kunnen gevaarlijk zijn voor de mens
A
Microgolfstraling en Röntgenstraling
B
Microgolfstraling, Ultraviolet en Röntgenstraling
C
Ultraviolet, Röntgenstraling en Gammastraling
D
Ultraviolet en Röntgenstraling

Slide 10 - Quizvraag

Het Elektromagnetisch Spectrum

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen 2.2
Aan het einde van de les
  • weet je waaruit alle materie op aarde is opgebouwd.
  • weet je welke deeltjes er vrijkomen bij de verschillende     soorten radioactief verval. 
  • kan je rekenen met de halveringstijd.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Het atoom
protonen, neutronen en elektronen

Slide 14 - Tekstslide

Elementen op aarde

Slide 15 - Tekstslide

Instabiele atomen

Slide 16 - Tekstslide

Deeltjesstraling
Deeltjesstraling, zoals de naam al zegt, bestaat uit deeltjes die energie kunnen overbrengen. Deze energie is dan in de vorm van de kinetische energie dat het deeltje heeft doordat het erg snel kan bewegen. Deeltjesstraling is onderverdeeld in twee verschillende soorten: alfastraling en bètastraling

Slide 17 - Tekstslide

Alfa-verval

Slide 18 - Tekstslide

bèta-verval

Slide 19 - Tekstslide

Geen deeltjesstraling
Gammastraling is geen deeltjesstraling, maar elektromagnetische straling

Deze straling komt het verst. Omdat de straling uit golven bestaat, is het erg moeilijk tegen te houden. 

In het elektromagnetische spectrum heeft gammastraling de meeste energie, waardoor het de gevaarlijkste elektromagnetische straling is.

Slide 20 - Tekstslide

gamma verval

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Schadelijkheid
Alfastraling is het zwaarste deeltje en kan het meest ioniseren (=o.a. kanker veroorzaken), alfastraling komt alleen niet ver. Een alfastraler is vooral gevaarlijk bij bijvoorbeeld inademen.

Bètastraling kan 'gemiddeld' ioniseren. Bètastraling kan een paar cm doordringen. Een bètastraler is ook vooral inwendig gevaarlijk.

Gammastraling ioniseert het minste van de drie soorten kernstraling. Gammastraling komt echter wel ver en is ook uitwendig gevaarlijk. 

Slide 23 - Tekstslide

De halveringstijd 
Aan het einde van de les kan je rekenen met de halveringstijd

Slide 24 - Tekstslide

Doen: Phet applet (werkblad)
https://phet.colorado.edu/nl/simulation/alpha-decay
Openen door op 'play' (pijl) te drukken (net als youtube filmpje)
Kies bovenste optie: Run CheerpJ....


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

De halveringstijd

Slide 27 - Tekstslide

N= aantal actieve kernen
t1/2 = halveringstijd

Slide 28 - Tekstslide

Wat is de halveringstijd van deze stof?
A
10 jaar
B
14 jaar
C
20 jaar
D
27 jaar

Slide 29 - Quizvraag

Welke stof heeft de grootste halveringstijd?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 30 - Quizvraag

De halveringstijd van instabiel Jodium is 8 dagen. Hoeveel procent is er na 16 dagen nog over?
A
50%
B
30%
C
25%
D
0%

Slide 31 - Quizvraag

Nikkel heeft een halveringstijd van 85 jaar. Stel dat je 1,6 gram nikkel hebt.
Hoe lang duurt het voordat je 0,2 gram nikkel-63 hebt?
A
85 jaar
B
255 jaar
C
425 jaar
D
510 jaar

Slide 32 - Quizvraag

Een onstabiele stof heeft een halveringstijd van 3,0 uur.
Je hebt aan het begin 200 onstabiele kernen van die stof. Hoeveel kernen kunnen er na 6,0 uur nog onstabiel zijn?
A
200
B
100
C
50
D
10

Slide 33 - Quizvraag

2,0 gram thorium vervalt gedurende 72 dagen, waarna er nog maar 0,25 gram thorium over is.
Hoe groot is de halveringstijd van thorium?
A
9 dagen
B
12 dagen
C
24 dagen
D
36 dagen

Slide 34 - Quizvraag

Indien tijd: Kijken "Most radioactive places on earth" of "Hiroshima"

Slide 35 - Tekstslide