Oefentoets 21ORV VPK 2.4 Psychiatrie

Oefentoets 21ORV VPK 2.4 Psychiatrie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMiddelbare schoolMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets 21ORV VPK 2.4 Psychiatrie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Expressieve agressie: hierbij uit een persoon zijn ongenoegen, vaak gericht op een ander persoon
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Hij uit het ongenoegen juist op een bepaalde situatie of organisatie.
Welke 3 reflexen hebben we of kunnen we hebben?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heten de geneesmiddelen die worden ingezet bij de behandeling van psychiatrische aandoeningen en psychologische problemen?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Door wie worden psychofarmaca voorgeschreven?
A
Verpleegkundig specialist psychiatrie
B
Huisarts
C
Psychiater
D
Psycholoog

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

echtheid is cruciaal in een hulpverlening relatie
Echtheid betekent dat…?
A
wat je voelt, klopt met wat je aan de buitenkant laat zien
B
dat je echt bent tegenover de zorgvrager
C
je open staat voor je eigen gevoelens en gedachten
D
negatief je gevoelens uiten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een bepaald begrip heeft als definitie: ” de vaardigheid om je in te kunnen leven in de gevoelens van anderen”
A
Sympathie
B
Compassie
C
Empathie
D
Apathie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Expressieve agressie
Frustratie agressie
Instrumentele agressie
Onbeheerste agressie
hierbij uit een persoon zijn ongenoegen, vaak niet gericht op een ander persoon, maar meer op een bepaalde situatie of organisatie.
verwijst naar het bewust gebruiken van agressie om een bepaald doel te bereiken. Het is dus geen reactie, maar een bewuste actie. Het uiten van dreigingen is een veelvoorkomend verschijnsel van deze vorm van agressie.
wanneer er sprake is van deze vorm van agressie is de persoon in kwestie vaak onvoorspelbaar en snel gewelddadig. De realiteitszin ontbreekt volledig en vaak heeft dat te maken met een verslaving en/of een psychische stoornis.
het snel en onverwacht tonen van oplopende emoties en het ontstaan van een verminderde controle over het eigen gedrag.

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is agressie ?
A
een emotie
B
een impuls
C
een reflex

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke psychiatrie wordt een zorgvrager heen gestuurd als hij / zij / het nu direct hulp nodig heeft?
A
Langdurige psychiatrie
B
Acute psychiatrie
C
Ouderen psychiatrie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meneer de Vries neemt de medicatie op het juiste tijdstip en vergeet nooit de medicatie te nemen. Hij is…
A
Therapietrouw
B
Therapieontrouw

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw Jansen heeft ADHD en wilt hiervoor medicatie. Welke medicatie wordt haar voorgeschreven?
A
Cipramil
B
Oxycodon
C
Methadon

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hypnotica
Anxiolytica
Sedativa
Antipsychotica
Stemmingsstabilisatoren
Antidepressiva
Lorazepam
Diazepam
Citalopram
Midazolam
Haldol
Lithium

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is forensische psychiatrie ?
A
Criminelen
B
Patiënten met psychoses
C
Patiënten die suïcidaal zijn
D
Psychische patiënten die in aanraking zijn gekomen met justitie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie bepaald wanneer iemand naar de forensische psychiatrie moet?
A
Gespecialiseerde arts
B
De rechter
C
De burgemeester
D
De koning

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

onder welke soort behandel vorm valt ECT?
A
Biologische behandelmethoden
B
Complementaire therapieën
C
Sociaal georiënteerde therapieën
D
Psychologische behandelmethoden

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is tegenoverdracht?
A
gevoelens die eerder op naasten werden gericht door de patiënt worden nu op de verpleegkundige gericht
B
zelf vanuit negatieve gevoelens reageren naar de zorgvrager

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies