Herhaling

HERHALING
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
economieSecundair onderwijs

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

HERHALING

Slide 1 - Tekstslide

WAT IS HET POTENTIËLE BBP
A
De maximale productiecapaciteit van een land bij inzet van alle productiefactoren
B
Het productievolume van een land bij een normale bezetting van de productiecapaciteit
C
De optimale hoeveelheid finale producten die door de ondernemingen van een land samen geproduceerd worden gedurende een jaar
D
Het volume van finale producten dat door alle ondernemingen van een land samen geproduceerd wordt gedurende een bepaald jaar

Slide 2 - Quizvraag

HET POTENTIËLE BBP IS AFHANKELIJK VAN...
A
De vraag
B
Het arbeidspotentieel
C
De kapitaalgoederenvoorraad
D
De technologische vooruitgang

Slide 3 - Quizvraag

HOE BEREKEN JE DE OUTPUTKLOOF?
A
(het potentiële BBP - het reële BBP)/(het potentiële BBP)*100
B
(het reële BBP (Y) - het potentiële BBP (Y*))/(het potentiële BBP (Y*)) * 100
C
(het reële BBP - het potentiële BBP)/(het reële BBP) *100
D
(het potentiële BBP - het reële BBP)/(het reële BBP (Y*)) * 100

Slide 4 - Quizvraag

WAT IS EEN CONTRACTIEFASE?
A
Fase in de conjunctuurbeweging waarbij de groei van de economische activiteit vertraagt
B
Fase in de conjunctuurbeweging waarbij de groei van de economische activiteit versnelt
C
Fase in de conjunctuurbeweging waarbij de groei van de economische activiteit hoger ligt dan de trendmatige groei
D
Fase in de conjunctuurbeweging waarbij de groei van de economische activiteit lager ligt dan de trendmatige groei

Slide 5 - Quizvraag

WAT IS HOOGCONJUNCTUUR?
A
Periode waarin de groei van de economische activiteit vertraagt
B
Periode waarin de groei van de economische activiteit versnelt
C
Periode waarin de groei van de economische activiteit hoger ligt dan de trendmatige groei
D
Periode waarin de groei van de economische activiteit lager ligt dan de trendmatige groei

Slide 6 - Quizvraag

WELKE MACRO-ECONOMISCHE VARIABELE LOOPT OP DE CONJUNCTUUR VOORUIT?
A
Consumentenvertrouwen
B
Inflatie
C
Export
D
Rentevoeten

Slide 7 - Quizvraag

TOT WELKE CATEGORIE CONJUNCTUURINDICATOR BEHOORT TOT DE CONJUNCTUURBAROMETER VAN DE NBB?
A
Enkelvoudige conjunctuurindicator
B
Kwantitatieve synthetische conjunctuurindicator
C
Klimaatindicator
D
Lagging conjunctuurindicator

Slide 8 - Quizvraag

WAT IS GEEN KENMERK VAN DE CONTRACTIEFASE?
A
De inflatie vertraagt
B
Een toenemend deel van de productiecapaciteit wordt niet gebruikt
C
De werkloosheid neemt toe
D
De rentevoeten evolueren naar hun hoogste punt

Slide 9 - Quizvraag

WAT IS GEEN KENMERK VAN DE EXPANSIEFASE?
A
Ondernemingen krijgen moeite om gekwalificeerd personeel te vinden
B
De economie kent hoge deflatie
C
De voorraden verkleinen
D
De lonen stijgen meer dan normaal

Slide 10 - Quizvraag

CONJUNCTURELE WERKLOOSHEID IS DE WERKLOOSHEID DIE VEROORZAAKT WORDT DOOR...
A
De daling van het inflatieritme
B
De steeds toenemende lonen
C
Het terugvallen van de consumptie en investeringen
D
De stijging van de rentevoeten

Slide 11 - Quizvraag