KNM Thema 8 Regering en wet

KNM Thema 8  
REGERING & WET
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

KNM Thema 8  
REGERING & WET

Slide 1 - Tekstslide

8.1 Wat leer je deze paragraaf?
Straks weet je: 
Wat een democratie is. 
Wat kiesrecht betekent en kun je vertellen  welke verkiezingen er zijn in Nederland en hoe vaak deze verkiezingen plaatsvinden. Ook weet je wie er mag kiezen en wat je kunt kiezen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

8.1 democratie 

Slide 4 - Tekstslide

nationaliteit - kiesrecht -  stemmen - verkiezingen 

Slide 5 - Tekstslide

politieke partij

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Ben je het eens/oneens? Bespreek samen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

1. Wat vind jij belangrijk in een partij?
  Vind je het belangrijk om te stemmen?

2. Kijk naar de plaatjes. Welke politieke partijen ken je? Wat vind je van die politieke partijen?

Slide 10 - Tekstslide

Maak de zin af.
Elke vier jaar zijn er ...
A
verkiezingen
B
democratie
C
leiders

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent kiesrecht?
A
Je mag 2 keer per jaar naar de tandarts.
B
Je mag zelf weten op wie je stemt
C
Je mag stemmen en anderen mogen op jou stemmen

Slide 12 - Quizvraag

Wie mag er stemmen?
A
Iedereen die in Nederland woont en 18 is.
B
Iedereen die de Nederlandse nationaliteit heeft en ouder is dan 18 jr.
C
Alleen de mensen die in de regering zitten.

Slide 13 - Quizvraag

Wat leer je in paragraaf 8.2?
Straks kun je:
4 verschillende besturen opnoemen.
Vertellen welke mensen in deze besturen zitten.
Vertellen wie de voorzitter is van elk bestuur.
Vertellen wat de taken zijn van deze besturen.

Slide 14 - Tekstslide

De Europese Unie   - Europese wetten

Slide 15 - Tekstslide

8.2 Bestuur

Slide 16 - Tekstslide

Het land   de Tweede Kamer - het kabinet

Slide 17 - Tekstslide

Het land   de minister-president - de ministers - de staatssecretarissen

Slide 18 - Tekstslide

Het land   de koning - de troonrede

Slide 19 - Tekstslide

Wie vormen samen de regering?
A
De koning en de ministers
B
De koning en de koningin
C
De leden van de Tweede en Eerste kamer

Slide 20 - Quizvraag

Wie is de leider van de ministers?
A
De burgemeester
B
De koning
C
De minister-president

Slide 21 - Quizvraag

Wat beslist de regering?
A
Waar het belastinggeld aan wordt besteed
B
Waar er huizen mogen worden gebouwd
C
Hoeveel koeien een boer mag hebben

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel mensen zitten er in de tweede kamer?
A
17 miljoen mensen
B
75 mensen
C
150 mensen

Slide 23 - Quizvraag

De Tweede kamer maakt wetten en controleert de regering
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

         De provincie - de Provinciale Staten

Slide 25 - Tekstslide

De provincie - de Eerste Kamer - provinciale staten - commissaris van de koning

Slide 26 - Tekstslide

Hoeveel mensen zitten er in de Eerste Kamer?
A
75
B
150
C
50

Slide 27 - Quizvraag

Wat doet de Eerste Kamer
A
De 1e kamer controleert nieuwe wetten
B
De 1e kamer maakt nieuwe wetten.
C
De 1e kamer controleert de regering

Slide 28 - Quizvraag

Wie bestuurt de provincie?
A
De provinciale staten
B
De burgemeesters van de provincie
C
De commissaris van de koning

Slide 29 - Quizvraag

De gemeente   - gemeenteraad - burgemeester - wethouder - vergunning

Slide 30 - Tekstslide

De gemeente   - de burgemeester

Slide 31 - Tekstslide

Wie is de voorzitter van de gemeenteraad?
A
De wethouder
B
De burgemeester
C
De commissaris van de koning

Slide 32 - Quizvraag

Waarvoor zorgt het bestuur van een gemeente?
A
Voor vergunningen, veiligheid en andere zaken in de gemeente
B
Voor nieuwe scholen
C
Voor nieuwe wegen en openbaar vervoer

Slide 33 - Quizvraag

Filmpje: Mijn eerste keer stemmen

Slide 34 - Tekstslide

FILMPJE
Voor welke verkiezingen ging ik stemmen?
Vond ik het moeilijk of makkelijk om een partij te kiezen?
Ga ik de volgende keer weer stemmen?

Slide 35 - Tekstslide

De woorden van 8.2
(met voorbeeldzin)

Slide 36 - Tekstslide

De woorden van 8.2
(met voorbeeldzin)

Slide 37 - Tekstslide

De woorden van 8.2
(met voorbeeldzin)

Slide 38 - Tekstslide

De woorden van 8.2
(met voorbeeldzin)

Slide 39 - Tekstslide

Het volk kiest de leden van de Tweede Kamer.
A
waar
B
niet waar

Slide 40 - Quizvraag

Het volk kiest de leden van de Eerste Kamer.
A
waar
B
niet waar

Slide 41 - Quizvraag

Er zijn 4 verschillende besturen, namelijk de besturen van
A
- de koning - de minister president - de commissaris van de koning - de burgemeester
B
- de Europese Unie - het land - de provincie - de gemeente
C
-de Koning - de Tweede Kamer - de Eerste kamer - de gemeenteraad -

Slide 42 - Quizvraag

Bespreek punt 4 op blz 86.
1, 2 en 3

Doe punt 5 op blz 86.

Doe punt 6 op blz 86

Slide 43 - Tekstslide