Tussen -n in samenstellingen
Schrijf geen -n als: 1. Het eerste deel van de samenstelling alleen een meervoud heeft op -s heeft.
(horlogemaker)
2. Het eerste deel van de samenstelling twee meervoudsvormen heeft. (groentesoep)
3. Het eerste deel van de samenstelling geen meervoud heeft. (benzinegeur)
4. Het eerste deel naar een uniek exemplaar verwijst. (zonneschijn)
5. Het eerste deel van de samenstelling een bijvoeglijk naamwoord versterkt. (beregoed)
6. Het eerste deel van de samenstelling geen zelfstandig naamwoord is. (hogeschool)
7. Het woord niet meer als samenstelling wordt gezien. (elleboog)