H4 Samenvatting

Welkom
Ga zitten naast iemand met wie je goed kan werken.Alleen zitten mag uiteraard ook.

Pak een schrift/blaadje en etui
Pak je chromebook, maar laat hem dicht.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, gLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
Ga zitten naast iemand met wie je goed kan werken.Alleen zitten mag uiteraard ook.

Pak een schrift/blaadje en etui
Pak je chromebook, maar laat hem dicht.

Slide 1 - Tekstslide

Wat verwacht ik van jullie?
Jullie zijn stil als ik uitleg geef

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
We gaan een samenvatting maken die jullie bij de toets mogen houden
Oefenen met paragraaf 4.1 t/m 4.5
alle openstaande vragen.
Leerdoel van vandaag

Slide 3 - Tekstslide

Wat moet je allemaal kunnen?
Tekenen van vergrotingen en verkleiningen.
Driehoek is 2 cm bij 6 cm
Vergroting factor 2: dan driehoek tekenen van
2x2=4 cm 
2x6 = 12 cm





Samenvatting hoofdstuk 4

Slide 4 - Tekstslide

Wat moet je allemaal kunnen?
Tekenen van vergrotingen en verkleiningen.
Driehoek is 2 cm bij 6 cm
Verkleining met factor 2
wordt dan
2:2 = 1 cm bij
6:2= 3 cm





Samenvatting hoofdstuk 4

Slide 5 - Tekstslide

Als je iets wilt vergroten, ga je alle afmetingen vermenigvuldigen (x) met hetzelfde getal; dat noem je de vergrotingsfactor.

Als je iets wilt verkleinen, ga je alle afmetingen delen (:) door hetzelfde getal; dat noem je de verkleiningsfactor.

 
Samenvatting hoofdstuk 4

Slide 6 - Tekstslide

Schaal van 1: 20

Schaalmodel                                                                     Werkelijk


Samenvatting hoofdstuk 4
x 20
: 20

Slide 7 - Tekstslide

Schaal 1:20 betekent dat het schaalmodel (bijv. het in het kleine nagebouwde huis) 20 x kleiner is dan het echte huis. 
Als je het echte huis wilt bouwen, vermenigvuldig (x) je alle afmetingen met 20. Dan vergroot je het huis.
Andersom: schaal 1:20 betekent dat als een huis op deze schaal in het klein nagebouwd moet worden, je alle afmetingen door 20 moet delen (:). Dan verklein je het huis.
Samenvatting hoofdstuk 4

Slide 8 - Tekstslide

Om de nieuwe afmetingen te berekenen, kun je een verhoudingstabel gebruiken.


Samenvatting hoofdstuk 4
1. Vul de schaal in
2. Vul in wat je al weet uit de tekst of vorige berekening
3. Vermenigvuldig of deel de bovenkant en de onderkant door/met hetzelfde getal.

Slide 9 - Tekstslide

De oppervlakte van een rechthoek is zijde x zijde = cm²
bijv 3x5=15 cm² (vierkante centimeter)

De oppervlakte van een driehoek is 
zijde x bijbehorende hoogte 
                          2
bijv 3x5:2=7,5 cm² (vierkante centimeter)
Samenvatting hoofdstuk 4

Slide 10 - Tekstslide

Een oppervlakte vergroten:
1. reken de oppervlakte uit van de figuur/onderwerp waarvan je de afmetingen weet) (bijv 5 x 5 = 25 cm²) vierkante cm!
2. doe de vergrotingsfactor in het kwadraat (dus vergrotingsfactor 6, wordt 6²(=6x6)=36) 6² is 6 in het kwadraat
3. Vermenigvuldig de oppervlakte van het kleine figuur met de vergrotingsfactor in het kwadraat.  25 x 36 = 900 cm²
Samenvatting hoofdstuk 4

Slide 11 - Tekstslide

Oppervlakte vergroting = 
oppervlakte schaalmodel x vergrotingsfactor²

Zorg dat je alles in dezelfde eenheid hebt! (bijv cm)
Samenvatting hoofdstuk 4

Slide 12 - Tekstslide



Kwadrateren                                                                     Worteltrekken

6² = 6x6 =36                                                                                         = 6

Samenvatting hoofdstuk 4
36

Slide 13 - Tekstslide

Lees de vragen goed!
- Wat weet je al?
- Wat moet je uitrekenen?
- In welke eenheid? (centimeter, decimeter, meter, kilometer etc)
Bijvoorbeeld
1 m = 100 cm
1 km = 100.000 cm

Samenvatting hoofdstuk 4

Slide 14 - Tekstslide

H4 samenvatting

Slide 15 - Tekstslide

H4 samenvatting
Stel het stuk landgoed Valkenheide is 50.000 m²
Op de kaart is het landgoed maar 10 cm²

Welke vergrotingsfactor is dan gebruikt?
50.000:10 = 5000
Dit is de vergrotingsfactor in het kwadraat.
Dus de echte vergrotingsfactor is                  = 70,71
5000

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting
Aan de slag

 Paragraaf 4.1 t/ 4.5: alles wat nu openstaat.



Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting
Volgende les

 Herhalingsopgaven en gemengde opgaven

Slide 18 - Tekstslide

Niets

           Niet gemaakt?
          Aantekening in magister
          Einde van mijn lesdag
terugkomen om huiswerk in te 
halen.
Huiswerk

Slide 19 - Tekstslide

4.3 Rekenen met schaal vergroten

Slide 20 - Tekstslide