3vwo onderwerp en hoofdgedachte

Onderwerp & hoofdgedachte
A3
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Onderwerp & hoofdgedachte
A3

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
  • Conclusies tekst 'Twijfelaars op zoek naar antwoorden' bespreken. 
  • Theorie over onderwerp en hoofdgedachte bespreken
  • TL-examen maken

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je leert wat het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst is
  • Je kunt van een tekst het onderwerp en de hoofdgedachte bepalen
  • Je kunt een begin maken aan een TL-examen 

Slide 3 - Tekstslide

Het onderwerp van een tekst
  • Iedere tekst gaat ergens over.
  • Als je het onderwerp van een tekst wilt weten, stel je jezelf de vraag: Waar gaat deze tekst over?
  • Het onderwerp schrijf je zo kort en precies mogelijk op. 
  • Je antwoord bestaat uit één of enkele woorden (geen hele zin met werkwoorden)

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst 'Twijfelaars op zoek naar antwoorden'?
A
twijfelaars
B
vaccinaties
C
angst voor vaccinaties
D
vragen over vaccinaties

Slide 5 - Quizvraag

Zo vind je het onderwerp van een tekst:
- kijk naar de titel
- kijk naar de illustraties (plaatjes)
- kijk naar eventuele tussenkopjes
- let op anders gedrukte woorden
- lees de eerste alinea

Als je dit doet, dan gebruik je de strategie: oriënterend lezen

Daarna schrijf je in 1 of een paar woorden op waar de tekst overgaat!

Slide 6 - Tekstslide

Onderwerp en hoofdgedachte
Een tekst heeft natuurlijk altijd een ONDERWERP.
Daarnaast heeft elke tekst een HOOFDGEDACHTE.

Deze moet je zelf kunnen bepalen of het is een meerkeuzevraag

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdgedachte
  • Het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd is de hoofdgedachte.

  • Dat is wel een hele zin, maar geen vraagzin!

  • Ook de hoofdgedachte vind je meestal in de inleiding of aan het einde van de tekst

Slide 8 - Tekstslide

De hoofdgedachte.



De hoofdgedachte van de hele tekst is het belangrijkste wat er over het onderwerp gezegd wordt.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte van de tekst 'Twijfelaars op zoek naar antwoorden'?
A
Sanne heeft vragen over vaccins voor haar kinderen
B
Sanne vaccineert haar kinderen niet en weet niet waar ze informatie vandaan moet halen
C
Sanne luistert naar adviezen van haar zus over vaccins
D
Sanne twijfelt over het geven van vaccins aan haar kinderen

Slide 10 - Quizvraag

Inleiding, slot en hoofdgedachte

Slide 11 - Tekstslide

Inleiding
  • Hierin wordt duidelijk wat het onderwerp van een tekst is.
  • Je vindt hier vaak een voorbeeld, een grappig verhaaltje (anekdote).
  • De lezer wordt nieuwsgierig gemaakt naar de rest van de tekst.
  • Kan uit meerdere alinea's bestaan.

Slide 12 - Tekstslide

Slot
  • Het laatste deel van een tekst.
  • Je vindt hier een conclusie of samenvatting.
  • Er wordt naar de toekomst gekeken.
  • Er wordt aangehaakt bij de inleiding.
  •  Er wordt een advies gegeven.

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte is een volledige zin die samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.


De hoofdgedachte vind je vaak in de inleiding of het slot van een tekst. Soms staat de hoofdgedachte letterlijk in de tekst, soms moet je de hoofdgedachte zelf samenstellen.

Slide 14 - Tekstslide

Deelonderwerp

Slide 15 - Tekstslide

Een tekst bestaat vaak uit drie delen
Inleiding - middenstuk - slot.
In het middenstuk staat de meeste informatie (kern).

Er worden verschillende aspecten van het onderwerp besproken. Dit noem je: deelonderwerpen (tussenkopjes).

Slide 16 - Tekstslide

Hoofdzaken
De belangrijkste zaken in de tekst noem je hoofdzaken.

Minder belangrijke zaken zoals uitleg, toelichting en voorbeelden noem je bijzaken

Meestal staat in de kernzin ook de hoofdzaak


Slide 17 - Tekstslide

BIJZAKEN
  • De minder belangrijke informatie in een tekst.
  • Ze maken de hoofdzaken in een tekst duidelijker.

Voorbeelden van bijzaken:
  • een voorbeeld
  • een herhaling
  • een uitleg

Slide 18 - Tekstslide

Hoofdgedachte van een tekst

Het belangrijkste van een tekst kan 

in één zin samengevat worden = 
de hoofdgedachte

Let op: Het is nooit een vraag!

Slide 19 - Tekstslide

Kernzinnen
Vaak aan het begin van een alinea

Alle kernzinnen samen is de samenvatting van de hele tekst

Slide 20 - Tekstslide

Afsluiting 
  • Terugkoppeling lesdoelen
  • Wat waren de lesdoelen ook alweer?  

Slide 21 - Tekstslide

Wat is waar?
A
Het onderwerp moet in één of een paar woorden worden genoteerd worden
B
De hoofgedachte kan een vraag zijn
C
De hoofdgedachte staat altijd aan het begin van de tekst
D
Het onderwerp staat altijd in de titel van een tekst

Slide 22 - Quizvraag

Wat is waar?
A
De hoofdgedachte staat altijd aan het einde van een tekst
B
De hoofdgedachte moet je altijd zelf formuleren
C
Het onderwerp moet je in één of een paar woorden noteren
D
Het onderwerp staat altijd in het slot van een tekst

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofgedachte?
A
Het onderwerp is een zin, de hoofdgedachte niet
B
Het onderwerp is een woord of een paar woorden, de hoofdgedachte is een zin
C
Er is geen verschil tussen het onderwerp en de hoofgedachte
D
De hoofdgedachte is één of een paar woorden, het onderwerp een zin

Slide 24 - Quizvraag

Vooruitblik
  • De volgende les gaan we verder met het TL-examen

Slide 25 - Tekstslide