Signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-4

Nederlands: Signaalwoorden

Lesdoel

Aan het eind van de les weet ik wat signaalwoorden zijn en kan ik deze vinden in een tekst of zin. 

Wat is een signaalwoord?

• Verbindingswoorden
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s

Welke signaalwoorden geven tijd aan?
(vul zo veel mogeijk in)

Tijd

Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.

Welke signaalwoorden geven een opsoming aan.

Opsomming

En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens

Welke signaalwoorden geven een tegenstelling aan

Tegenstelling

Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)

Welke signaalwoorden geven een oorzaak en gevolg aan?

Oorzaak – gevolg

Door, doordat, waardoor, te danken aan

Welke signaalwoorden geven een doel/middel aan?

Doel – middel

Om te, daarmee, waarmee, door middel van

Welke signaalwoorden geven een voorbeeld/toelichting aan?

Voorbeeld/ toelichting

Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Welke signaalwoorden geven een verklaring / argument aan?

Verklaring / argument

Want, omdat, daarom, vanwege, immers,

Welke signaalwoorden geven een voorwaarde aan?

Voorwaarde

Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat

Welke signaalwoorden geven een samenvatting / conclusie aan?

Samenvatting / conclusie

Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat