Words A,B,C,D + Past Simple + Present Perfect (B3)


Wat weet je van de Past Simple?
1 / 17
volgende
Slide 1: Open vraag
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les


Wat weet je van de Past Simple?

Slide 1 - Open vraag

Past Simple
  1. Vroeger gebeurd
    They worked very hard yesterday.

  2. Werkwoord + (e)d
    Work -> Worked
    Love -> Loved

  3. Onregelmatige werkwoorden
    Go -> Went
    Begin -> Began

Slide 2 - Tekstslide

Hoe verander je het volgende woord naar de Past Simple: Play
A
play
B
plays
C
playd
D
played

Slide 3 - Quizvraag

Hoe verander je het volgende woord naar de Past Simple: Smile
A
Smile
B
Smileed
C
Smiled
D
Smiles

Slide 4 - Quizvraag

Hoe verander je dit werkwoord naar de Past Simple: Walk
A
Walked
B
Walks
C
Is walking
D
Was walking

Slide 5 - Quizvraag

Present Perfect
  1. Have/Has + Werkwoord + (e)d
    Play -> Have Played
    Agreed -> Has Agreed

  2. Have / Has
    Have: I, You, We, They
    Has: He, She en It

Slide 6 - Tekstslide

Uitzonderingen?
De regel met -ed geldt niet bij onregelmatige werkwoorden.
  • To be
  • To leave
  • To begin

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer gebruik je Present Perfect?
Voor gebeurtenissen in het verleden
met effect op het heden.
Bijvoorbeeld: I play football.
wordt dan
I have played football (for a year).


Slide 8 - Tekstslide

Vertaal het volgende woord naar het Engels:
'Slachtoffer'

Slide 9 - Open vraag

Vertaal het volgende woord naar het Nederlands:
'Environment'

Slide 10 - Open vraag

Vul het correcte woord in op de lege plek:
The elevator did not work, we had to take the ______.
A
Safely
B
Bin
C
Stairs
D
Outside

Slide 11 - Quizvraag

Vul het correcte woord in op de lege plek:
When you have a lot of money, you are ______.
A
Volunteer
B
Wealthy
C
Splendid
D
Endangered

Slide 12 - Quizvraag

Vul het correcte woord in op de lege plek:
The volunteers wanted to _______ for charity.
A
Raise money
B
Pollute
C
Virtual
D
Poor

Slide 13 - Quizvraag

Vul het correcte woord in op de lege plek:
You go to McDonalds to eat _______.
A
Climate change
B
Watch
C
Virtual
D
Junk food

Slide 14 - Quizvraag

Vul het correcte woord in op de lege plek:
The boy was quite cold, since he forgot his _____.
A
Fundraiser
B
Jacket
C
Watch
D
Waste

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal het volgende woord naar het Engels: 'Trap'

Slide 16 - Open vraag

Vertaal het volgende woord naar het Nederlands: 'Charity'.

Slide 17 - Open vraag