2vp - intro & passé composé

Mieke
Welke foto hoort er niet bij?
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Mieke
Welke foto hoort er niet bij?

Slide 1 - Tekstslide

Mieke

Slide 2 - Tekstslide

doel
iets vertellen over je vakantie, in verleden tijd

Slide 3 - Tekstslide

doel
iets vertellen over je vakantie, in verleden tijd
ik heb gezwommen
ik heb ontmoet
ik heb gegeten

Slide 4 - Tekstslide

doel
iets vertellen over je vakantie, in verleden tijd
ik heb gezwommen
ik heb ontmoet
ik heb gegeten

passé composé

Slide 5 - Tekstslide

passé composé
Ik heb gepraat



Slide 6 - Tekstslide

passé composé
Ik heb gepraat


  J'ai    parlé

Slide 7 - Tekstslide

AVOIR

j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
voltooid deelwoord:
stam (hele ww -er) + é







parlé

Slide 8 - Tekstslide

Nous ............... visité Lyon et la région.     
       
J' ...................... mangé dans un restaurant typique.

Mes parents ................. parlé français.

Slide 9 - Tekstslide

Nous avons visité Lyon et la région.     
       
J' ...................... mangé dans un restaurant typique.

Mes parents ................. parlé français.

Slide 10 - Tekstslide

Nous avons visité Lyon et la région.     
       
J' ai mangé dans un restaurant typique.

Mes parents ................. parlé français.

Slide 11 - Tekstslide

Nous avons visité Lyon et la région.     
       
J' ai mangé dans un restaurant typique.

Mes parents ont parlé français.

Slide 12 - Tekstslide

Nous avons visité Lyon et la région.     
       
J' ai mangé dans un restaurant typique.

Mes parents ont parlé français.
      Faire ex. 16c et 16d, page 32
      - - - - - individueel - - - - - -
,
 

Slide 13 - Tekstslide

onregelmatige werkwoorden
AVOIR:      Ik heb een ijsje gehad.                  J'ai eu une glace.


Slide 14 - Tekstslide

onregelmatige werkwoorden
AVOIR:      Ik heb een ijsje gehad.                  J'ai eu une glace.


Slide 15 - Tekstslide

onregelmatige werkwoorden
AVOIR:      Ik heb een ijsje gehad.                  J'ai eu une glace.

ÊTRE:        Hij is naar Italië geweest.             Il a été en Italie.


Slide 16 - Tekstslide

onregelmatige werkwoorden
AVOIR:      Ik heb een ijsje gehad.                  J'ai eu une glace.

ÊTRE:        Hij is naar Italië geweest.             Il a été en Italie.


Slide 17 - Tekstslide

onregelmatige werkwoorden
AVOIR:      Ik heb een ijsje gehad.                  J'ai eu une glace.

ÊTRE:        Hij is naar Italië geweest.             Il a été en Italie.

FAIRE:       Jij hebt foto's gemaakt.               Tu as fait des photos.

Slide 18 - Tekstslide

onregelmatige werkwoorden
AVOIR:      Ik heb een ijsje gehad.                  J'ai eu une glace.

ÊTRE:        Hij is naar Italië geweest.             Il a été en Italie.

FAIRE:       Jij hebt foto's gemaakt.               Tu as fait des photos.

Slide 19 - Tekstslide

onregelmatige werkwoorden
AVOIR:      Ik heb een ijsje gehad.                  J'ai eu une glace.

ÊTRE:        Hij is naar Italië geweest.             Il a été en Italie.

FAIRE:       Jij hebt foto's gemaakt.               Tu as fait des photos.
      Faire ex. 17c, page 34
      Eerst individueel, vergelijk daarna met je buurman
,
 

Slide 20 - Tekstslide

Jullie hebben gepraat.
A
Vous avons parlé.
B
Vous avez parlé.
C
Vous avez parler.
D
Vous parlez.

Slide 21 - Quizvraag

Hij heeft gegeten.
A
Il mangé.
B
Il a manger.
C
Il mange.
D
Il a mangé.

Slide 22 - Quizvraag

Ben jij in Frankrijk geweest?
A
Tu as été en France?
B
Tu es en France?
C
Tu as être en France?
D
Tu as êtré en France?

Slide 23 - Quizvraag

Zet in de verleden tijd:
Elle a une glace.
A
Elle a avoir des glaces.
B
Elle avoir des glaces.
C
Elle a avé des glaces.
D
Elle a eu des glaces.

Slide 24 - Quizvraag

les devoirs:
Faire et corriger ex. 16c, 16d, 17c, 17e

Apprendre voca A, B, E, F

Slide 25 - Tekstslide