A Les Wassen

Wassen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Wassen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Binnenkomst
Herhaling
Uitleg
Praktijk 
Aan de slag
Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
classroom afgerond opdracht A Waarschuwingssymbolen

Slide 3 - Tekstslide

Theorie 
Blok 3:
- Werking van het wasmiddel
- Wasmiddel
- Voorbereiden van de was

Slide 4 - Tekstslide

soorten wasmiddelen

Slide 5 - Woordweb

Werking van het wasmiddel

-  Veel soorten en merken wasmiddelen
- De wasmiddelen kunnen we verdelen naar hun werking. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wasmiddelen

In wasmiddelen zitten verschillende soorten stoffen die ervoor zorgen dat je was schoon wordt. Elke stof heeft zijn eigen functie tijdens het wasproces. 

Slide 8 - Tekstslide

Oppervlakteactieve stoffen 
oppervlakteactieve stoffen (ook wel wasactieve stoffen genoemd)of detergenten
 
- verwijderen het vuil uit de kleding en ze houden het vuil in het water vast. 
- geen kans om op een andere plek in het wasgoed vast te gaan zitten.

Slide 9 - Tekstslide

Waterontharders
Houden kalkdeeltjes uit het water zwevend

Vroeger: fosfaten, stoffen die slecht zijn voor het milieu. Tegenwoordig: bevat het wasmiddel zeoliet minder schadelijk voor het milieu.

Slide 10 - Tekstslide

Zuurstofbleekmiddelen:
voor: kleurstof vlekken van thee, koffie of vruchtensappen zijn moeilijk te verwijderen. 

- zorgt ervoor dat deze vlekken oxideren. Ze zijn dan niet meer te zien. 
- 70 en 90 graden   
- Door TAED vanaf 40 graden.

Slide 11 - Tekstslide

enzymen: verwijderen bloedvlekken, een aantal voedselvlekken, vlekken door transpiratievocht en ontlasting.  30 en 60 graden celsius. Bij hogere temperaturen verliezen ze hun werking.

optische witmiddelen: deze middelen laten een dun laagje op het textiel achter. Het witte wasgoed lijkt hierdoor witter.

geurstoffen: de geurstoffen laten je was lekker ruiken.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbereiding van de was
Een ander woord voor kleding, handdoeken en beddengoed samen noemen we: Textiel

4 manieren om je was te doen:
1. zelf, met de wasmachine of met de hand
2. je doet de was zelf in de wasserette
3. Je brengt het wasgoed naar een wasserij
4. Je brengt het wasgoed naar een stomerij

Slide 13 - Tekstslide

Voorbereiding van de was
Voordat de was in de machine gaat:
Controleer het wasgoed
  • Haal de zakken leeg: denk aan papiertjes, steentjes etc.
  • Maak ritssluitingen dicht: kleding blijft in vorm en andere was beschadigd niet.
  • Keer donkere, bonte spullen, zoals spijkerbroeken en sweatshirts binnenstebuiten.
  • Keer ook textiel met een print binnenste buiten: zo blijven kleuren en prints langer mooi.
  • Behandel moeilijk te verwijderen vlekken vooraf met een speciaal vlekkenmiddel: doe je dit niet droogt de vlek in en krijg je deze er niet meer uit.

Slide 14 - Tekstslide

Voorbereiding van de was
Voordat de was  in de wasmachine gaat:

Lees het etiket:
-Lees het samenstellingsetiket: Hierop staat aangegeven van welke materialen het kledingstuk is gemaakt. Dat is bv belangrijk om te weten hoe heet je de was moet wassen.

-Lees het behandelingsetiket: hierop staan de symbolen die aangeven hoe je het kledingstuk moet behandelen

Slide 15 - Tekstslide

Samenstellingsetiket

Slide 16 - Tekstslide

Behandelingsetiket

Slide 17 - Tekstslide

Let op!!
Symbolen geven de maximale behandeling van je textiel aan. Een blouse met een etiket waarop een teiltje water met het getal 40 staat, mag je tot 40 graden wassen, kouder mag altijd!

Slide 18 - Tekstslide

Extra teksten op behandelingsetiket:
  • Met dezelfde kleuren wassen (omdat de kleur kan afgeven)
  • Apart wassen: kleur kan afgeven of gevoelige textiel
  • Binnenstebuiten wassen

Slide 19 - Tekstslide

Sorteren van de was:

Je bekijkt altijd het waslabel/ etiket/ behandelingsetiket

Je sorteert altijd op:
- kleur 
- temperatuur

Aan de rechter kant vind je de 5 groepen waar de was onder verdeeld wordt:
1) Witte was: alle witte textiel bij elkaar. Ook lichtgekleurde (kookechte) textiel kan hierbij.

2)Bonte was: alle gekleurde textiel bij elkaar (licht bij licht/ donker bij donker.

3)Fijne was of synthetische was: wasgoed gemaakt van tere , dunne stof.

4)Wolwas sommige wol mag tot 30 graden in de wasmachine anders gaat het vervilten (en krimpen) ander wol mag alleen met handwas

5)Handwas: kwetsbare kledingstukken als lingerie, wollen truien en zijden blouses

Slide 20 - Tekstslide

Handwas
Welke soorten textiel moet je met de hand wassen:
  • Textiel waarvan het behandelingsetiket aangeeft dat je het met de hand moet wassen
  • Textiel waarvan de kleur sterk afgeeft
  • Textiel dat ingeweekt moet worden, omdat het erg vuil is.

Textiel dat met de hand gewassen wordt, slijt minder snel en raakt niet uit model. Ook geeft de kleur van het kledingstuk nu niet af op het andere textiel. Sorteer de kleding Kies dan een wasmiddel uit dat bij je handwas past.

Slide 21 - Tekstslide

Handwas
Angora wol van het Angora konijn:
                                                                                                           
                                                                                                                                Wol afkomstig van de Kasjmiergeit
                                                                                                  

Zijde is afkomstig van de zijderups:                                             

Slide 22 - Tekstslide

Maken methode mixed

blok 3:
opdracht 3,4,5,7,8,13
Herhaling:
- afgerond opdracht a poster waarschuwingssymbolen

Slide 23 - Tekstslide