Oefenen 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2

Oefenen 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefenen 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2

Slide 1 - Tekstslide

Kennen voor je PTO
  • Je leert hoe je er vanbinnen uitziet en uit welke delen je lichaam is opgebouwd. (1.1)
  • Je leert hoe je een onderzoek doet. (1.4)
  • Je leert de namen van je botten, de taken van het skelet en waar botten uit bestaan. (2.1)
  • Je leert hoe botten aan elkaar zitten, hoe een gewricht werkt en welke soorten gewrichten er zijn. (2.2)
  • Je leert hoe je spieren zijn gebouwd en hoe ze samenwerken. (2.3)
  • Je leert welke zintuigen je hebt en hoe je lichaam op prikkels reageert. (3.1)
  • Je leert hoe je ogen zijn gebouwd, hoe je genoeg licht in je ogen krijgt, waardoor je scherp kunt zien en hoe je diepte kunt zien. (3.2)
  • Je leert wat gedrag is en hoe het ontstaat. (4.1)
  • Je leert hoe mensen en dieren leren, hoe je dieren traint, wat reflexen zijn en wat aangeboren en aangeleerd gedrag is. (4.2)



Slide 2 - Tekstslide

Een invloed uit de omgeving die kan worden opgevangen door een zintuig noemen we:
A
Een impuls
B
Een prikkel
C
Een signaal
D
Een waarneming

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noemen we een elektrisch signaaltje dat van een zintuig af komt?

Slide 4 - Open vraag

In je oog gaat het licht door:


A
Pupil - hoornvlies - lens - glasachtig lichaam - netvlies
B
Hoornvlies - lens - pupil - glasachtig lichaam - netvlies
C
Hoornvlies - pupil - lens - glasachtig lichaam - netvlies
D
Hoornvlies - pupil - lens - netvlies - glasachtig lichaam

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet nummer 1?

Slide 6 - Open vraag

Hoe heet nummer 2?

Slide 7 - Open vraag

Hoe heet nummer 3?

Slide 8 - Open vraag

Hoe heet nummer 4?

Slide 9 - Open vraag

Hoe heet nummer 8?

Slide 10 - Open vraag

Hoe heet nummer 9?

Slide 11 - Open vraag

Hoe ziet je lens eruit als je iets van dichtbij wilt bekijken?
A
Hol
B
Bol
C
Je lens heeft altijd dezelfde vorm

Slide 12 - Quizvraag

Als je verziend bent krijg je een:
A
+ bril, met bolle lezen
B
+ bril, met holle lenzen
C
- bril, met bolle lenzen
D
- bril, met holle lenzen

Slide 13 - Quizvraag

In welk orgaan wordt je je bewust van een prikkel?
A
Huid
B
Oog
C
Zenuw
D
Hersenen

Slide 14 - Quizvraag

Je voelt met je hand aan de verwarming. Hij is koud en staat niet aan.

Je besluit hem daarom aan te zetten.

Zet de route van het signaal van voelen dat de verwarming koud is, tot aan het aanzetten van de verwarming in de goede volgorde.

Kies uit: hersenen – spieren – zintuig – ruggenmerg (2x) – gevoelszenuw – bewegingszenuw

Slide 15 - Open vraag

Wat is gedrag?

Slide 16 - Open vraag

Gaat het in de volgende zinnen over gedrag?
Ja
Nee
Je tikt met je vingers op tafel.
Je knippert met je ogen.
De hond ligt stil in de mand.
Naast de voerbak staat een grote plant.

Slide 17 - Sleepvraag

Biologen hebben geen mening over gedrag.

Je ziet hier 4 uitspraken die mensen deden over dieren. Geef aan welke wel en welke niet door een bioloog zijn gedaan.
Wel
Niet
De kip pikt een zaadje op.
De hond geeft zijn baas een pootje.
De kippen kijken dom om zich heen.
De kat ging lief spelen.

Slide 18 - Sleepvraag

Wat is een prikkel?

Slide 19 - Open vraag

Wat moet er worden ingevuld op de puntjes.

Een prikkel kan van ... je lichaam komen of van ...

Slide 20 - Open vraag

Gaan de onderstaande zinnen over gedrag of over een prikkel.
Prikkel
Gedrag
De hond ruikt zijn voer.
je hond ziet je bij de voerbak.
De hond loopt naar je toe.
De hond begint te eten.

Slide 21 - Sleepvraag

Wat is een handeling?

Slide 22 - Open vraag

Welke woorden horen bij imiteren en welke bij oefenen?
Imiteren
Oefenen
Babypop verzorgen
Afkijken wat een ouder doet
Herhalen
Nadoen
Steeds beter worden
Leren lopen

Slide 23 - Sleepvraag

Wat is leren door inzicht?

Slide 24 - Open vraag

Welke woorden horen bij imiteren en welke bij oefenen?
Aangeleerd
Aangeboren
Lezen
Plassen
Een boterham smeren
Huilen
Zitten
Slikken

Slide 25 - Sleepvraag