Klantvriendelijkheid

Klantvriendelijkheid
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & HandelPraktijkonderwijsLeerjaar 3,4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Klantvriendelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
* Ik weet hoe belangrijk het is om klantvriendelijk te zijn;
* Ik weet hoe je de klant begroet en aanspreekt;



Slide 2 - Tekstslide

Hoe spreek jij een klant aan?

Slide 3 - Woordweb

klanten begroeten en aanspreken. 
Begroeten betekent dat je de klant groet. Zeg op een vriendelijke manier “Goedemorgen”, “Dag meneer” ....

Slide 4 - Tekstslide

Let bij het begroeten en aanspreken van een klant op de volgende regels:  
- Je spreekt de klant altijd aan met ‘u’  
- Je kijkt de klant aan als je tegen hem praat en naar hem      luistert
- Je praat duidelijk en verzorgd
- Je bent vriendelijk 

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer ben je
klantvriendelijk?

Slide 6 - Woordweb

Wanneer ben je klantvriendelijk?
  1. Klant begroeten
    2. Aardig of netjes zijn naar de klanten
    3. Zorg dat je een positieve uitstraling hebt
    4. Blijf 'professioneel'
    5. Probeer de klant altijd zo goed mogelijk te helpen


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Waar is het belangrijk klantvriendelijk te zijn?
A
In een winkel
B
Als je klanten moet bedienen
C
Als je mensen moet helpen in bejaardenhuis
D
Bij alle antwoorden

Slide 9 - Quizvraag

Hoe handel ik als een klant advies vraagt of een klacht heeft?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Klanten met adviesvragen doorverwijzen....
  1. Netjes aangeven dat je een vraag zelf niet kunt beantwoorden 
  2. Vriendelijk aangeven dat je de klant doorverwijst naar een andere collega die de klant verder kan helpen met de vraag 
  3. Met de klant mee te lopen naar de collega die de klant verder gaat helpen.  
  4. Je collega  vertellen wat de vraag van de klant is.  
  5. Afscheid nemen van de klant door hem een fijne dag toe te wensen. 

Slide 12 - Tekstslide

Welke eigenschappen horen bij klantvriendelijk gedrag?
Klantvriendelijk
Niet 
klantvriendelijk
Geduldig
Vriendelijk
Haastig
Opdringerig
Behulpzaam
Egoïstisch

Slide 13 - Sleepvraag

0

Slide 14 - Video

Klanten met klachten doorverwijzen
  • Blijf klantvriendelijk 
  • Let op je houding 
  • Leef mee met de klant 
  • Verwijs de klant door 
  • Draag de klacht over aan een collega 
  • Neem netjes afscheid van de klant 

Slide 15 - Tekstslide

Noem een klacht die klanten kunnen hebben
in de supermarkt

Slide 16 - Woordweb

Waar klaag jij wel eens over in een winkel?

Slide 17 - Open vraag

Bekijk het filmpje van Chantal, de kassamedewerkster van de Albert Heijn. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wat was allemaal klant- onvriendelijk van de kassamedewerkster?

Slide 20 - Open vraag

Wat had Chantal dan wel moeten doen?

Slide 21 - Open vraag

Rollenspellen
Op correcte wijze:
  • klant begroeten
  • klanten te woord staan 
  • klant doorverwijzen
  • Klant helpen 
  • Klant gedag zeggen

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 
Deze opdracht doe je in tweetallen
Spreek af wie de medewerker is. De ander is de klant
We gaan de rollenspellen op nemen, je gaat hier voor naar de technotheek. 
Spannend? Schrijf op wat je wilt zeggen. 

Slide 23 - Tekstslide

Rollenspel 1
Klant komt winkel binnen en vraagt waar de mayonaise staat. Je wijst de klant de weg en loopt mee naar de schap. Echter de schap blijkt leeg. De mayonaise is helaas uitverkocht. 

Slide 24 - Tekstslide

Rollenspel 2
De klant komt binnen zonder winkelwagen. Volgens de richtlijnen van het RIVM moet de klant een winkelwagen mee de winkel in nemen. 

Slide 25 - Tekstslide

Rollenspel 3
Je bent aan het vakkenvullen en een klant vraagt of haar zoontje even naar de wc mag.

Slide 26 - Tekstslide

Rollenspel 4
Je bent aan het vakkenvullen en ziet een klant in een rolstoel die een product wil pakken die op de onderste schap ligt. De klant komt er vanwege de rolstoel niet goed bij.

Slide 27 - Tekstslide

Rollenspel 5
Je bent de producten op FIFO aan het plaatsen in de schappen. Plots hoor je dat er allemaal glazen groente conserven op de grond vallen. Een klant heeft meerdere potjes doperwten op de grond laten vallen.

Slide 28 - Tekstslide

Rollenspel 6
Een klant komt binnen met een grote hond. Je weet dat honden verboden zijn in de supermarkt waar jij werkt. Wat doe of zeg je?

Slide 29 - Tekstslide

Waarom is
klantvriendelijk zijn
dus belangrijk?

Slide 30 - Woordweb

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 31 - Open vraag