Initiatief nemen

Initiatief nemen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Initiatief nemen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Jullie organiseren over twee weken een klassenfeest. De tijd begint te dringen, maar niemand heeft nog iets gedaan. Wat doe jij?
A
Ik roep het groepje bij elkaar om in ieder geval een locatie te bedenken en af te spreken wie wat gaat doen.
B
Ik vind het raar dat nog niemand hierover is begonnen. Misschien horen we er vandaag er iets over.

Slide 3 - Quizvraag

Jullie moeten met een projectgroep een presentatie geven. Iedereen is het erover eens dat Marit het best kan presenteren. Jij denkt dat het beter is als Kim de presentatie geeft. Wat doe jij?
A
Ik geef mijn mening en leg uit waarom het beter is als Kim de presentatie geeft.
B
De meeste stemmen gelden, dus het heeft weinig zin als ik zeg dat Kim het beter kan.

Slide 4 - Quizvraag

Je hoort dat ze bij je sportclub mensen zoeken om de jongste kinderen te coachen. Dit lijkt jou erg leuk. Wat doe jij?
A
Ik ga eens navragen bij mijn eigen coach of ik dit mag doen
B
Daar ben ik waarschijnlijk toch te jong voor. Misschien dat ik over een paar jaar coach kan worden.

Slide 5 - Quizvraag

Er staat een fout in de proef waar je achter komt terwijl je hem maakt
A
Je steekt meteen je vinger op om het aan de docent te vragen
B
Je zet het op je blaadje, je docent ziet het dan vanzelf

Slide 6 - Quizvraag

De leerlingenraad organiseert een bijeenkomst, waarin leerlingen mogen stemmen over de inrichting van een nieuwe aula. Wat doe jij?
A
Ik ga naar de bijeenkomst, want ik vind het belangrijk om mijn mening hierover te geven.
B
Ik ga niet, want ik heb hier nog niet over nagedacht. En bovendien zullen er wel genoeg anderen die gaan

Slide 7 - Quizvraag

Je werkt met je groepje samen aan een bewijs, maar je merkt dat 1 iemand niets doet
A
Ik ga in gesprek met die gene , of ik ga het zelf wel doen
B
Dan ga ik ook niets doen, ik zie wel wat er gebeurt

Slide 8 - Quizvraag



Wat is een positief en negatief punt van initatiefnemer zijn?
Wat is een positief en negatief punt van afwachtend zijn?
Meer A: Initiatiefnemer
Meer B: Afwachtend

Slide 9 - Tekstslide

Postief
- Ik bekijk het probleem van alle kanten.
- Ik denk eerst goed na en ga daarna pas aan het werk.
- Ik heb minder stress omdat ik eerst even afwacht, soms lost het probleem zichzelf op.
- Ik bekijk de situatie eerst van meerdere kanten en geef dan pas mijn mening
Negatief
- Ik blijf dubben en wacht eerst af wat de omgeving doet.
- Ik heb veel tijd nodig, voordat ik ergens aan begin.
- Ik vind het lastig een duidelijke mening te hebben.

Slide 10 - Tekstslide

Positief
- Ik bedenk direct een plan om problemen aan te pakken en voer het uit.
- Ik zie vaak snel wat er moet gebeuren en pak veel taken zelf op.
- Ik geef altijd duidelijk mijn eigen mening.

Negatief
- Ik bedenk vaak achteraf of het ook anders kan.
- Ik vind het lastig om taken uit handen te geven.
- Ik druk soms mijn mening door. Of ik luister niet zo goed naar de mening van anderen.

Slide 11 - Tekstslide

1. Bouw in 20 minuten een zo hoog mogelijk spaghettibouwwerk van ongekookte spaghetti, tape, touw en een marshmellow.
2. Je mag zelf weten hoeveel spaghettislierten, tape en touw je gebruikt.
3. Het is toegestaan om de spaghetti, de tape en het touw door te knippen of te breken.
4. Leg de marshmellow bovenop het bouwwerk.
5. Meet na 20 minuten de hoogte van jullie bouwwerk.
Het team met het hoogste bouwwerk wint.

Slide 12 - Tekstslide

En de winnaar is

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide