ZORG OP1 2021

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang moet je volgens gezondheidsorganisaties je handen wassen?
Overgenomen van AD.nl
A
5 sec
B
10 sec
C
20 sec
D
40 sec

Slide 2 - Quizvraag

Gezondheidsorganisaties adviseren al enige tijd om regelmatig je handen te wassen met zeep of alcohol, ten minste 20 seconden. Dat duurt ongeveer even lang als twee keer het liedje ‘happy birthday’. Of doe het desnoods net zo lang als het eerste couplet en refrein van Het Regent Zonnestralen van Acda en de Munnik.

A
Handenalcohol gebruiken
B
Handen wassen
C
Handschoenen gebruiken
D
Geen actie

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het handen wassen maak je gebruik van?
A
Koud water
B
Lauw water
C
Zo warm mogelijk water

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Handenalcohol gebruiken
B
Handen wassen met water en zeep
C
Handschoenen gebruiken
D
Geen actie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Handenalcohol gebruiken
B
Handen wassen met water en zeep
C
Handschoenen aantrekken
D
Geen actie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet je letten op handhygiëne?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer ben je bevoegd?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer ben je bekwaam?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Karin (21) heeft haar eindelijk haar diploma behaald. Zij geeft aan dat zij niet alle handelingen 100% kan uitvoeren. Wat is Karin?
A
Karin is wel bevoegd, niet bekwaam
B
Karin is niet bevoegd, niet bekwaam
C
Karin is niet bevoegd, wel bekwaam
D
Karin is bevoegd en bekwaam

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer kan iemand zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) aanvragen?
A
Als iemand zich niet meer kan redden in de maatschappij
B
Als er sprake is van ernstige lichamelijke klachten door ziekte
C
Als iemand ernstig wordt verwaarloosd
D
Als iemand hartpatiënt of longpatiënt is

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen die woont en werk in Nederland heeft recht op zorg uit de basispakket. In welk wet is dit regelt?
A
Wet langdurige zorg (Wlz)
B
Wet maatschappelijke zorg (Wmo)
C
Zorgverzekeringswet (Zvw)
D
Persoonsgebonden budget (pgb)

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een hulpmiddel?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit een hulpmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit een hulpmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een flesje melk is geen hulpmiddel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer je het bed opmaakt moet je ergonomisch werken als helpende zorgmedewerker. Waar moet je aan denken als je ergonomisch wil werken?
A
Hygiëne
B
Werkhouding
C
Netheid
D
Communicatie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een molton?
A
Onderlaken
B
Bovenlaken
C
Matrasberschermer
D
Dekbed

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het hulpmiddel op de vorige foto? Geef het antwoord.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom een bed zonder kreukels opmaken?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Op welk afbeelding zie je een ledikant? 2.
A
Op afbeelding 1
B
Op afbeelding 2
C
Op beide afbeeldingen
D
Geen van beide

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de levensfasen van een peuter?
A
0 - 1,5 jaar
B
4 tot 6 jaar
C
1,5 tot 4 jaar
D
6 tot 9 jaar

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent zelfredzaamheid?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dementie?
A
Iemand die niet weet wat hij/zij zegt
B
Iemand die een lage IQ heeft
C
Iemand die geheugenproblemen heeft
D
Iemand die psychische problemen heeft

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is empathisch vermogen?
A
Communiceren
B
Meeleven
C
Initiatief tonen
D
Zelfstandig werken

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies