Examenbundel Quiz 2 4M4

1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

TODAY
Leesvaardigheid

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van de les kan ik:
 - algemene kennis van Verenigde Staten toepassen
-  teksten over signs and complaints begrijpen

Slide 3 - Tekstslide

Britain & The USA 
de examenbundel quiz. 

Op je Centraal Examen krijg je teksten uit kranten. Daarom is het belangrijk dat je achtergrondinformatie weet. 

Slide 4 - Tekstslide

The United States

Slide 5 - Tekstslide

De VS van Amerika hebben .... staten?
A
48
B
52
C
50
D
54

Slide 6 - Quizvraag

Nederland past .... x in Amerika qua oppervlakte
A
10
B
78
C
230
D
560

Slide 7 - Quizvraag

Welke staat heeft de meeste inwoners?
A
Montana
B
New Jersey
C
California
D
Georgia

Slide 8 - Quizvraag

Er zijn veel immigranten in Amerika. Waar komen zij vooral vandaan?
A
Turkije, Rusland en India
B
Mexico, China, India
C
Filippijnen, Australië en Canada
D
Syrië, Mexico en Michigan

Slide 9 - Quizvraag

Wie was GEEN Amerikaanse President?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Waar ging de Amerikaanse burgeroorlog (grotendeels) over?
A
afschaffing van de slavernij
B
belastingverhogingen
C
de slechte leefomstandigheden
D
het gebrek aan regels

Slide 11 - Quizvraag

Wat wordt gevierd op de 4th of July?

Slide 12 - Open vraag

Welke sporten zijn het meest populair in in welk land? 
Rugby
Tabletennis
Golf
Baseball
WWE wrestling
Snooker
Horse Racing
Ice Hockey
Softball
Basketball

Slide 13 - Sleepvraag

In welke staat werd er goud gevonden in 1848?
A
Hawaii
B
California
C
Missouri
D
Arizona

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heet dit lied?
Geluid
A
America the great
B
the Star Spangled Banner
C
God Bless the USA
D
Take me home, country roads

Slide 15 - Quizvraag

Het Centraal Examen

de teksten

Slide 16 - Tekstslide

Waar komen de teksten uit het CE vandaan?
A
van het internet
B
uit kranten en tijdschriften
C
speciaal geschreven voor het examen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een tabloid krant?
A
serieuze krant
B
roddelkrant

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een broadsheet krant?
A
serieuze krant
B
roddelkrant

Slide 19 - Quizvraag

Sorteer de kranten in het juiste vak
Tekst
Tabloid
Broadsheet
the Guardian
Daily Star
The Independent
The Guardian
The Sun
Daily Record
The Times

Slide 20 - Sleepvraag

Wat voor andere teksten krijg je NIET op het CE?
A
teksten uit folders / reisgidsen
B
formulieren of advertenties
C
sprookjes of verhalen
D
teksten uit tijdschriften

Slide 21 - Quizvraag

and signs

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Deze borden (signs) waren niet helemaal duidelijk maar de volgende borden zijn dat wel. Wat maken ze duidelijk?

Slide 24 - Tekstslide

1) Dit is een mededeling voor......
A
alle burgers
B
dierenbeschermers
C
mensen met concentratieproblemen
D
shoppers

Slide 25 - Quizvraag

2) Volgens dit bord bij Madame Tussaud's.....
A
mogen alleen kinderen jonger dan 16 jaar naar binnen
B
mogen alleen volwassenen naar binnen
C
mogen kinderen jonger dan 16 jaar alleen met een volwassene naar binnen
D
mogen kinderen jonger dan 16 jaar niet naar binnen

Slide 26 - Quizvraag

3) Dit bord vind je.....
A
bij een speeltuin
B
op een bouwplaats
C
bij grote gebouwen
D
in een winkelcentrum

Slide 27 - Quizvraag

4) Op dit bord staat een......
A
reclameboodschap
B
klacht
C
verbod
D
waarschuwing

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

De volgende tekst gaat over een klacht van een klant . Lees de stukjes van de e-mail en beantwoord de bijbehorende vragen

Slide 31 - Tekstslide

Paragraph 1

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

1) De genoemde prijs van de fiets is...
A
verkoopprijs met aftrek van korting + BTW
B
verkoopprijs met aftrek van korting, zonder BTW
C
verkoopprijs zonder korting + BTW
D
verkoopprijs zonder korting, zonder BTW

Slide 34 - Quizvraag

Paragraph 2

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

2) Wat was eigenlijk de eerste aanleiding om deze klachtenmail te schrijven?
A
De fiets werd veel te laat geleverd
B
Er was niet gereageerd op telefonische klachten
C
In een reactie op een eerder mailtje werd niet op de klacht ingegaan
D
De verkoper had alleen een nietszeggend sms'je gestuurd

Slide 37 - Quizvraag

Paragraph 2 & 3

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

3) Hoeveel tijd zat er tussen de aankoop en de levering?
A
3 weken
B
6 weken
C
9 weken
D
Dat staat niet in de e-mail

Slide 40 - Quizvraag

Paragraph 3

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

4) Waarom was de koper niet tevreden toen de fiets bezorgd werd?
A
De accessoires die erbij zaten waren anders dan ze besteld had
B
De accessoires hadden de verkeerde kleur
C
De kleur van de fiets was verkeerd en ze moest daarvoor nog bijbetalen ook
D
De kleur van de fiets was verkeerd en ze moest nog bijbetalen

Slide 43 - Quizvraag

Slide 44 - Tekstslide

5) Welke kleur kan de bezorgde fiets in elk geval niet geweest zijn? Leg uit hoe je dat weet

Slide 45 - Open vraag

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

6) Waar slaat het woordje 'this' op in regel 12?
A
Alleen op de bezorging van een verkeerde fiets
B
Op het ontbreken van de correcte accessoires
C
Op de te late levering van de fiets
D
Op alles wat in regels 9, 10 en 11 staat

Slide 48 - Quizvraag

7) Hoe reageerde de verkoper op de klacht van de koper?
A
onbeschoft
B
sympathiek
C
onvriendelijk
D
Hij reageert helemaal niet

Slide 49 - Quizvraag

Slide 50 - Tekstslide

8) Waarom kreeg de koper geen kopie van het bestelformulier?
A
Omdat ze het formulier zelf was kwijtgeraakt
B
Omdat dat erg lang zou duren
C
Omdat de verkoper die niet kon vinden
D
Omdat ze die al ondertekend had

Slide 51 - Quizvraag

Slide 52 - Tekstslide

9) Wat vraagt de koper aan het hoofdkantoor?
A
Haar geld voor de accessoires terug
B
De juiste accessoires én haar geld terug
C
Het adres van de Consumentenbond
D
Dat wordt niet duidelijk in haar e-mail

Slide 53 - Quizvraag