Wat moet je kennen voor het SO
๐ 1. Woordenboekgebruik:
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat je in een woordenboek wel en niet kunt vinden en informatie uit een woordenboek halen.
๐ค 2. Voor- en achtervoegsels:
Aan het einde van de les kun je voor- en achtervoegsels herkennen en gebruiken om nieuwe woorden te vormen.
๐ฌ 3. Thematische uitdrukkingen:
Aan het einde van de les kun je uitdrukkingen koppelen aan de juiste betekenis.
๐ง 4. Woorden van de Week:
Aan het einde van de les kun je de Woorden van de Week koppelen aan de juiste betekenis en er voorbeeldzinnen mee maken.
Blz. 94 t/m 101.